De Brusselse Beurs, de roomtaart van het kapitalisme

3 minuten leestijd
Beurs van Brussel rond 1890
Beurs van Brussel rond 1890, photochrom

Pront pronkt – pal in het centrum van Brussel – het negentiende-eeuws beursgebouw: de roomtaart van het kapitalisme. Aan dat stedenbouwkundig ijkpunt beeldhouwde ook de jonge, toen nog volstrekt onbekende Auguste Rodin, maar minder gekend is dat ook andere Franse asielzoekers het monument mee optrokken.

Van der Beurze, zo heette de patriciërsfamilie die vanaf de dertiende eeuw in het hartje van Brugge een herberg uitbaatte. In dat hotel/pension ontvingen ze buitenlandse handelaren en speelden ze ook financier en makelaar. Het middeleeuwse Brugge was immers een draaischijf van internationale handel en wandel: Italianen, Fransen, Duitsers… deden er zaken en het huis van de Van der Beurze-s werd een ontmoetingsplek, zoals de latere ‘beurzen’ wereldwijd. De familienaam werd een internationaal woord.

Met de toenemende industrialisatie en de grote geldstromen in de negentiende eeuw ontstond in België de behoefte aan een eigen financiële tempel. Want handelsakkoorden afsluiten in de Brusselse Muntschouwburg, waar een opera al de lont was voor de Belgische revolutie, dat was toch niet bevorderlijk voor de ernst en geloofwaardigheid van de economische bedrijvigheid van die nieuwe sociale klasse, de burgerij. Het stadsbestuur werd van alle kanten aan de slippen getrokken.

Foto van de Zenne in Brussel, gemaakt door Louis Ghémar, 1867
Foto van de Zenne in Brussel, gemaakt door Louis Ghémar, 1867

De overwelving van het stinkende riviertje, de Zenne, was voor het Brussels bestuur ook de gelegenheid om de benedenstad te verfraaien: brede, centrale lanen à la Haussmann, rijen appartementen op zijn Parijs, hier en daar een markant monument. De laagstad werd gefnuikt en oude panden als het klooster, maar ook eenvoudige stulpjes en steegjes werden met de grond gelijk gemaakt. Louis Ghémar en Jean-Baptiste Van Moer hadden de opdracht om het oude Brussel respectievelijk te fotograferen en te schilderen. Zonder de geuroverlast erbij.

Architect Leon Suys die in 1865 de werken toegewezen kreeg, ontwierp ook het majestatische beursgebouw. In 1875 werd het beursgebouw officieel ingehuldigd. Het troont als een Griekse tempel met fronton en zuilen. Maar dan wel in neorenaissancestijl. En met symbolische trappen naar hogerop. Twee Belgische leeuwen houden de wacht. De symbolistische allegorische beeldhouwwerken werden onder meer ontworpen door de Fransman Albert-Ernest Carrier-Belleuse die als hulpje de jonge Auguste Rodin uit Frankrijk haalde.

Beurs van Brussel, 2018
Beurs van Brussel, 2018 (CC BY 4.0 – Trougnouf – wiki)

Want al die grootse stedelijke bouwwerken vergden heel wat mankracht. Zoals vaker bij historische, economische, urbanistische projecten kwamen die bouwhanden uit het Zuiden. Beeldhouwers Carrier-Belleuse en Rodin, schilders als Antoine Vollon ontvluchtten in 1870 Frankrijk dat in een heftige strijd met Pruisen verwikkeld was. In 1871 was België het gastland voor vele vluchtelingen van de Commune van Parijs die eind mei 1871 eindigde met de Semaine Sanglante (de Bloederige Week).

Bij die (politieke) asielzoekers waren heel wat mannen voor wie hun leven op het spel stond: doodstraf of verbanning naar de tropische Franse kolonies. Die hooggeschoolde, links geëngageerde vluchtelingen hebben dus stevig bijgedragen tot de verfraaiing van de Belgische hoofdstad. Ze waren:

Metsers, marmerwerkers, timmermannen, plafonneerders, tegelleggers, schuurders, schrijnwerkers, wandschilders, loodgieters, loodbewerkers, leisteenleggers, slotenmakers, betonleggers, gaswerkers, terrasleggers… werden aangeworven op de talrijke stadswerven Francis Sartorius, Les communards en exil en Belgique

Beurs van Brussel rond 1926
Beurs van Brussel rond 1926

Maar nog andere gekwalificeerde beroepen zijn kostbare mankracht in die frenetieke tijden:

Metaalbewerkers, bronsgieters, goud- en koperslagers, mekaniekers allerhande, ketel- en blikslagers, ciseleerders… […] maar ook nog andere houtbewerkingsberoepen als meubel- en stoelenmakers, goudbeleggers …vinden gemakkelijk werk Francis Sartorius, Les communards en exil en Belgique

Met het afschaffen van de privileges van het Ancien Régime, de industrialisatie en het opkomend kapitalisme ontstond een nieuwe sociale klasse: de burgerij. Die nieuwe positie en status wilden de nieuwe rijken overdadig tentoon spreiden.

Vandaar onder die Parijse vluchtelingen de aanwezigheid van porseleinschilders, kristalslijpers, tekenaars van broderiepatronen, ivoorbewerkers, chocolatiers en snoepgoedfabrikanten, bloemisten, stoffeerders, fabrikanten van parelmoeren voorwerpen, juweelmakers, schilders van koetsen, maar ook gespecialiseerde arbeiders in de fabricatie van barometers en zelfs van uurwerken. En nog anderen: spiegelmakers, brillenmakers, laarzen- en lederwarenmakers, vergulders, decorateurs…
Francis Sartorius, Les communards en exil en Belgique

En de lijst is nog veel langer… Lithografen, fotografen, paraplu- en hoedenmakers… Kortom, al deze asielzoekers verwezenlijkten mee het Bruisende Brussel.

1897 – De eerste gefilmde beelden van Brussel (gerestaureerd en ingekleurd)

Vanaf 4 minuten zijn er beelden van de cameraman van de broers Lumière van de bruisende drukte 1897 aan de Beurs

Intussen trokken de financiële activiteiten naar een andere plek en wordt het Beursgebouw gerenoveerd. De Beurs wordt een… Biertempel.

~ Eliane van den ende
Historicus en cultuurjournalist

Bron: Francis Sartorius, Les communards en exil en Belgique, Regard sur les dix années de présence, éd Du Lériot, 2022.

0
Reageren?x
×