Het Stocletpaleis, een luxueuze villa aan de Tervurenlaan 279 in de Brusselse gemeente Sint-Pieters-Woluwe, ontworpen door de Oostenrijkse architect Josef Hoffmann (1870-1956) prijkt sinds juni 2009 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Het gebouw, een architecturale parel, wordt door velen beschouwd als ƩƩn van de meest representatieve constructies eigen aan de āfin de siĆØcleā periode. Een kennismaking:
Bouwheer Adolphe Stoclet (1871-1949)
Stocletās privĆ©villa onder de loep
Ook voor de binnenhuisinrichting van het pand werden kosten noch moeite gespaard. Hoffmann aarzelde niet om gebruik te maken van de meest kostbare materialen zoals vergulde metalen, exotische houtsoorten en exclusieve lederwaren. Hij deed voor de afwerking onder meer een beroep op verschillende kunstenaars en ambachtslui van de āWiener WerkstƤtteā. Zo ontwierp de Weense schilder en tekenaar Gustav Klimt (1862-1918) de met bloemmotieven en gestileerde figuren versierde mozaĆÆekfriezen voor de eetkamer van de villa terwijl nog anderen zoals de beeldhouwer en keramist Richard Luksch (1872-1936) en de Belgische symbolistische schilder en graveur, Fernand Khnopff (1858-1921), instonden voor de verdere interieurdecoratie.
Het was net die onderlinge samenwerking tussen ontwerpers, kunstenaars en decorateurs waardoor het Stocletpaleis kon uitgroeien tot een perfect voorbeeld van een ātotaalkunstwerkā dat nu een unicum vormt binnen de moderne architectuur van Brussel.

Het Stocletpaleis: het verdere verhaal
In 2002 kwam de laatste bewoonster, Annie Stoclet-Geers, een schoondochter van wijlen Adolphe Stoclet op 94-jarige leeftijd te overlijden. Binnen de kortste keren ontspon zich tussen haar vier dochters en de Brusselse regering een hevige juridische strijd. Aanleiding voor het conflict: het beschikkingsrecht om de inboedel van de villa die op verscheidene miljoenen euroās werd geschat te mogen verkopen. Het probleem was dat het gebouw weliswaar reeds sinds maart 1976 bescherming genoot als monument, maar dat niet het geval was voor de huisraad. De overheid beschouwde echter de volledige inboedel samen met alle gebruiksvoorwerpen omwille van het architecturaal en decoratief concept als een integraal onderdeel van het ātotaalkunstwerkā eigen aan de villa. Uiteindelijk, zeer tegen de zin van de erfgenamen, bekrachtigde de Raad van State in 2011 de visie van de Brusselse regering om de volledige huisraad van het gebouw eveneens te beschermen en zo voor verkoop te behoeden.

De familie, verbolgen over deze beslissing, probeerde nadien nog de uitspraak van het rechtscollege aan te vechten, maar zonder succes. Enigszins als tegenzet, en ofschoon de woning als werelderfgoed door de Unesco erkend is, weigeren zij tot op heden om de villa open te stellen voor het publiek.
Voetnoten ā¼
2 – De āWiener WerkstƤtteā, een groep van vooruitstrevende kunstenaars, designers en ambachtslieden grotendeels ontstaan uit de āWiener Secessionā beweging, ontwikkelden op gebied van de kunstnijverheden en architectuur een geheel eigen stijl waarbij meubilair en allerlei bijpassende kunst- en gebruiksvoorwerpen zoals glaswerk, tafelbestek en zelfs juwelen werden ontworpen hetgeen de term āGesamtkunstwerkā of āTotaalkunstwerkā opleverde.