Vorig jaar was veel te doen over twee huwelijksportretten die Rembrandt in 1634 maakte van Marten Soolmans en Oopjen Coppit. Het Rijksmuseum en het Louvre kochten de werken gezamenlijk voor het astronomische bedrag van 160 miljoen euro. Museum Martena in Franeker toont vanaf half juni twee huwelijksportretten die sterk doen denken aan de werken van Rembrandt.
Op een van de werken is Sophia van Vervou te zien. Zij was de slotvrouwe van het Martenahuis in Franeker en huwde met Wytze van Cammingha. Hij is te zien op het andere portret. De twee manshoge huwelijksportretten waren meer dan dertig jaar niet voor het publiek te zien. De tentoonstelling belicht de portretten, maar ook de personen en hun ietwat problematische verbintenis.
Sophia van Vervou en Wytze van Cammingha kwamen beiden uit een oud Fries geslacht. Rijk, geleerd en niet vies van uiterlijk vertoon. Sophia was de achterkleindochter en erfgenaam van de omstreden ridder Hessel van Martena, die in 1500 het Martenahuis bouwde. Wytze kwam van Ameland, een in die tijd vrijwel onafhankelijk ministaatje in bezit van de Cammingha’s. Sophia was protestant, Wytze katholiek.
Sophia was negentien jaar oud toen het huwelijk werd voltrokken. Wytze was op dat moment veertig. Sophia’s moeder was trouwens al getrouwd met Wytzes broer Pieter, haar tweede huwelijk. Dus moeder en dochter werden ineens ook schoonzussen. Het leek daarom een wat wonderlijke combinatie, Sophia en Wytze. Maar beiden waren puissant rijk en geld zocht geld.
Museum Martena:
“En liefde is tenslotte waar de geldbuidel hangt. En dat die geldbuidel goed gevuld is, moge duidelijk zijn. De zilveren kruithoorn van Wytze en de drie portretten van Sophia op de tentoonstelling verraden hun fortuin. Sophia draagt op haar huwelijksportret een blauwe glanzende rok, met zilver- en goudgalon bestikt. Het blauw komt terug in Wytzes kousen.”
De poffende mouwen van Sophia zijn zwaar van het goud en haar borststuk is hevig met goud geborduurd.
Ze is behangen met juwelen en gouden kettingen en haar kraag is ook volgens de laatste mode. Wytzes kraag doet niet voor de hare onder met de drie rijtjes kant. Zijn broek is onderaan bestrikt met overdadig zilverkant. De degen op de tafel is in een geborduurde schede gestoken en ligt daar niet voor niks: het onderstreept zijn adellijke afkomst. Op zijn schoenen zitten enorme rozetten.”
Toen Wytzes broer Pieter in 1638 stierf, werd Wytze vrijheer van Ameland. Sophia moest haar geliefde Martenahuis verlaten om in het Camminghaslot op Ameland te gaan wonen. Maar drie jaar later overleed Wytze. Sophia erfde geld en het eiland, maar ook een hoop ruzie met de Cammingha’s over die erfenis. Ze hertrouwde een paar jaar later met Joachim Andreae, hoogleraar aan de Franeker universiteit. Kinderen kreeg ze niet, maar wel werd er gesmoesd dat ze een affaire had met een collega van haar man.
Familie van Rembrandt
De huwelijksportretten van het fortuinlijke paar zijn geschilderd door Wybrand de Geest, in die tijd een van Frieslands beste en meest succesvolle schilders. Hij is bovendien aangetrouwde familie van Rembrandt. Museum Martena:
“Is het bij Rembrandt dat hij het idee krijgt om het paar als vorsten en ten voeten uit te schilderen, zoals Rembrandt deed met de fameuze portretten van Maarten Soolmans en Oopjen Coppit? Nee, want het portret van Sophia is gedateerd 1632 en daarmee twee jaar ouder dan Maarten en Oopjens portretten. Maar zij staan in dezelfde traditie. Sophia en Wytze zijn de Friese Maarten en Oopjen.”
De bijzondere portretten zijn van 17 juni tot en met 5 november 2017 te bewonderen in Museum Martena in Franeker.
Boek: Eeuwige schoonheid