Het kinderfeest zoals wij dat in Nederland en België kennen, vindt zijn oorsprong in Nicolaas van Myra, een bisschop uit Myra die in de vierde eeuw na Christus leefde.
Vanaf zijn jonge jaren zou deze Nicolaas al wonderen hebben verricht. Direct na zijn geboorte zou hij bijvoorbeeld al rechtop in een badje hebben kunnen staan en op vastendagen wilde hij niet drinken van zijn moeders borst. De naamdag van de man die na zijn dood heilig werd verklaard is 6 december. Het is de sterfdag van de heilige Nicolaas.
Oorspronkelijk werd de bisschop alleen in het oosten van Europa vereerd. Vanaf de dertiende eeuw vond die verering ook in West-Europa plaats.
In de zestiende eeuw probeerden Nederlandse calvinisten het sinterklaasfeest af te schaffen. Het zou teveel heidense elementen bevatten. De pogingen slaagden niet. Het Sinterklaas-feest was ontzettend populair, ook onder de protestantse bevolking.
Schoen zetten
Bekend is dat in Nederland vanaf de vijftiende eeuw rond de naamdag van Sint Nicolaas de schoen werd gezet. Aanvankelijk gebeurde dit in de kerk, maar later werd de schoen ook thuis gezet. In Utrecht zouden kinderen vanaf 1427 hun schoen hebben gezet in de Sint Nicolaaskerk. Rijken gooiden er wat in en de opbrengst werd verdeeld onder de armen.
Het fenomeen pakjesavond ontstond op grote schaal na de Tweede Wereldoorlog. Toenemende welvaart maakte dit mogelijk. In de beginjaren van het feest reisde Sinterklaas doorgaans alleen. Pas vanaf begin negentiende eeuw verschijnt hij met pieten.