Léon is een belangrijke etappeplaats op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella en was in de tiende eeuw de hoofdstad van het gelijknamige en machtigste christelijke koninkrijk op het Iberisch schiereiland. Hier bevindt zich onder andere een meesterwerk van romaanse bouwkunst, de koninklijke basiliek van San Isidoro: een trots overblijfsel uit de tijd van de reconquista. In Léon speelde zich ruim duizend jaar geleden een merkwaardige geschiedenis af die de uitdrukking ‘alle begin is moeilijk’ in een ander daglicht stelt.
Alles begon in het jaar 956 toen een jonge prins tot koning van Léon werd gekroond. Sancho (932-966) was de zoon van de machtige koning Ramiro II (900-951), bijgenaamd ‘De Grote’, die in 939 de kalief van Córdoba, Abd-al-Rahman III (890-961), in de slag bij Simancas verslagen had. Sancho’s kroning kwam voor velen als een verrassing. Zijn oudere broer Ordoño III (926-956) was na een regeerperiode van slechts vijf jaar op dertigjarige leeftijd overleden en daarom verliepen de festiviteiten rond de kroning in een bedrukte sfeer.

Corpulent
Koningen moesten destijds hun troepen kunnen aanvoeren in de strijd, maar voor Sancho was dat een groot probleem. Hij kon door zijn lichaamsomvang eenvoudigweg niet aan gevechten deelnemen. Al spoedig kreeg de koning een spotnaam: Sancho El Gordo, ofwel Sancho de Vette.

Sancho gaf echter niet zo snel op en reisde naar Pamplona om zijn grootmoeder om steun te vragen. Deze Toda Aznárez (?-958), die als grootmoeder van alle koningen werd gezien, had een idee. Ze stuurde haar zwaarlijvige kleinzoon naar haar neef in Córdoba, niemand minder dan Abd-al-Rahman III. De heerser van al-Andalus zou zich over Sancho ontfermen, hem weer in een goede conditie brengen en dan een leger ter beschikking stellen om de troon te heroveren. Als tegenprestatie zou Sancho dan een deel van zijn rijk aan de kalief afstaan. Beide partijen stemden in met deze regeling.

Thee en pap
In Córdoba werd Sancho door Abd-al-Rahman toevertrouwd aan de joodse arts Hasdai-ibn-Shaprut (915-970), die hem aan een straffe behandeling onderwierp. Volgens sommige wilde verhalen werd hij met een dichtgenaaide mond vastgebonden op bed. Vast staat wel dat Sancho een streng dieet kreeg opgelegd. Hij mocht veertig dagen lang alleen thee drinken en pap eten. Dat was een hele verbetering ten opzichte van het gebruikelijke eetpatroon van ridders en koningen uit die dagen, dat bovenmatig veel vlees bevatte en daarom zeer proteïnerijk was. Dat kwam weliswaar hun prestaties op het slagveld ten goede, maar leidde ook tot gezondheidsproblemen zoals overgewicht en jicht.

Vergiftigd
Op advies van zijn arts at Sancho vanaf die tijd enkel nog kleine porties vlees met groente, hetgeen niet alleen zijn figuur verbeterde maar ook zijn machtspositie versterkte. Hij zorgde voor vriendschappelijke verhoudingen met al-Andalus en kreeg zijn ambitieuze vazallen onder controle. Sancho probeerde orde in zijn koninkrijk te brengen, dat zich van Castilië tot Galicië uitstrekte. Daarbij maakte hij echter veel vijanden. Eén van de graven waarmee hij in conflict verkeerde zou hem uiteindelijk een vergiftigde appel gegeven hebben die Sancho fataal werd. Hoewel dit enigszins aan het sprookje van Sneeuwwitje doet denken, liep het in dit geval dus niet goed af. De ironie van de geschiedenis is dat de koning juist fruit was gaan eten om gezonder te leven, maar dat dit hem uiteindelijk zijn leven kostte.
Daniel Lambert, de zwaarste man van Engeland