In Nederland lijken we soms wat te nuchter voor bepaalde zaken. Het bovennatuurlijke, magische, spirituele en religieuze is hier in veel opzichten wat minder op de voorgrond dan in sommige andere culturen en landen. Toch trokken zowel het Museum Catharijneconvent als andere erfgoedinstellingen afgelopen jaren meer bezoekers door gebruik te maken van ‘magische’ thema’s.
Het feit dat Nederlanders zo nuchter zijn heeft voordelen. In Nederland zijn vervolgingen wegens een afwijkende religie of wegens gebruik van magie altijd minder hevig geweest dan in de ons omringende landen. Tijdens de grote heksenvervolgingen in de zestiende en zeventiende eeuw werden in Nederland bijvoorbeeld ‘maar’ 250 mensen ter dood gebracht. Het grote nadeel van de nuchterheid is dat een deel van ons erfgoed nauwelijks gekoesterd wordt. Veel is zelfs bij het grote publiek geheel onbekend. Zo kent iedereen Stonehenge in Engeland, maar vallen onze hunebedden lang niet dezelfde belangstelling ten deel. En hoeveel mensen kennen het bestaan van Nederlandse ‘woodhenges’? (zie afbeelding)
Wetenschap en magie
Veel van de archeologische vondsten en de historische teksten die wij kennen, hebben te maken met ‘magie’: grafrituelen, offers, heilige bronnen, tempels, kapellen, kerken en religieuze geschriften. En dat is logisch. De mens heeft altijd geprobeerd de wereld om zich heen te begrijpen met behulp van bovennatuurlijke verklaringen en geprobeerd zich te verhouden tot de bovennatuurlijke wereld door middel van spirituele en magische handelingen. Heel persoonlijk via gebed, maar ook heel groots met het bouwen van tempels, kerken en kathedralen.
Het interpreteren van de vondsten en bronnen gaat overigens met de nodige verbeeldingskracht gepaard: historici en archeologen proberen zich een voorstelling te maken van hoe mensen leefden en wat ze deden met bepaalde voorwerpen.
Wat is magie?
Het woord magie komt uit de Griekse oudheid, van het Griekse woord mageia dat verwijst naar zoroastrische priesters die magoi werden genoemd. In de originele bijbeltekst over de drie wijzen uit het oosten, waar later het driekoningenfeest uit is voortgekomen, wordt overigens voor deze koningen ook het woord magoi gebruikt.
Het woord magie werd door de Grieken gebruikt voor duistere praktijken, of in ieder geval gebruiken die afweken van de Griekse gewoonten. In het Latijn werd de term magie later ook wel gebruikt voor vormen van oplichterij en goochelarij. In het Engelse magic show zie je ook de link met goochelarij terug. In het Nederlands gebruik je magie echter meestal niet voor illusionisme maar meer voor bovennatuurlijke zaken en meestal ook in positieve zin, zoals een ‘magische’ belevenis.
In vroeger tijden was magie een normaal onderdeel van het dagelijks leven. En vandaag de dag geldt dat in veel landen en culturen nog steeds. Tekens en amuletten tegen het boze oog en andere ‘kwade’ zaken, kleine offerandes voor elfen en kabouters, of processies voor bepaalde heiligen. Heel normaal. Over sommige van deze zaken wordt in Nederland al snel lacherig gedaan, maar toch zijn in Nederland zaken als koorts- of lapjesbomen en het brengen van een bouwoffer nog steeds gangbaar. En verhalen over bijvoorbeeld Witte Wieven doen nog steeds de ronde in delen van Nederland, zoals onlangs nog bleek uit het feit dat dit onderwerp zelfs het Sinterklaasjournaal haalde.
Nederlandse volksverhalen
De verhalen over Witte Wieven worden tot op de dag van vandaag verteld en gaan waarschijnlijk al terug tot de Germaanse tijd. Witte Wieven zouden wonen in grafheuvels. Er zijn verschillende interpretaties van wat het zijn: een soort geestwezens, feeën, of heksen. Ze werden wel gezien als wijze vrouwen of vrouwen die hielpen bij ziektes en bij bevallingen.
Witte Wieven zijn typisch voor het oosten van ons land. In Noord-, West- en Zuid-Nederland komen ze niet voor. Er zijn nog veel meer regionaal voorkomende varianten van geest-, water- en aardewezens, die allemaal wel weer heel sterk lijken op wat elders in Nederland en Europa bekend is. Denk aan elfachtige wezens, waternimfen en natuurlijk ook zeemeerminnen. Nederland kent diverse zeemeerminverhalen, waarvan sommige meer in de sprookjesachtige sfeer zitten en enkele andere waarschijnlijk wel op een echte gebeurtenis zijn gebaseerd.
Magische thema’s die je verder door heel Nederland kunt vinden zijn wonderdokters, duivelbanners, duivels, heksen, heiligen en wonderen. En wat fysieke plaatsen betreft hebben we grafheuvels, hunebedden, heilige bronnen, oude kerken die vaak zijn gebouwd op nog oudere heiligdommen en natuurlijk gebouwen waar het zou spoken.
Heksen
De benaming heks en het beeld van de heks zoals we dat nu nog kennen, hebben niet altijd bestaan. Het huidige heksbeeld ontstond in de zestiende eeuw. In de vroege dagen van het christendom werd er nog een duidelijk onderscheid gemaakt tussen allerlei vormen van magie, waarvan vele vormen door iedereen beoefend konden worden. Pas later werd het allemaal op één hoop gegooid en dan ook nog als iets negatiefs bestempeld. Men gebruikte in de vijftiende en zestiende eeuw ook magie om zich te beschermen tegen heksen, waarmee diegenen zelf in feite volgens de kerk in ieder geval aan hekserij deden, paradoxaal genoeg.
De kerk was ook nogal ambivalent over magie. Enerzijds geloofde ze dat demonen en de duivel mensen konden verleiden en dingen laten doen die tegen het geloof ingingen, aan de andere kant ageerde de kerk sterk tegen ‘bijgeloof’ en werd het bestaan van bepaalde wezens ontkend. Redding kon sowieso alleen komen via Jezus Christus en de kerk. Je moest je dus verre houden van alles wat met magie te maken had. Dat is nu soms nog zo. Het verhaal van de Witte Wieven was onlangs nog reden voor een aantal christelijke scholen om het sinterklaasjournaal te boycotten en de tentoonstelling De Heksen van Bruegel in het Catherijneconvent in Utrecht was ook reden voor dezelfde scholen om het jaarlijks uitje naar dit museum voor christelijk erfgoed dit jaar over te slaan.
Wat de heksenvervolgingen betreft: had dit nu te maken met concurrentie voor de kerk, het uitroeien van ketterij of misschien toch ook van de laatste ‘heidense’ elementen? Tenminste, voor zover heidense kennis en rituelen echt nog werden toegepast. Of moesten er puur zondebokken worden gezocht en hadden vrouwen die toch al wat laag in aanzien stonden daarbij vaak de pech als ‘heks’ aangewezen te worden? In Nederland lijkt het vooral te gaan om dat laatste: om arme vrouwen, met weinig geld, macht of aanzien, waarvan een deel zich waarschijnlijk wel bezighield met kruidengeneeskunde, hulp bij bevallingen en ook hulp bij het afbreken van zwangerschappen. Net als Witte Wieven overigens, die in de verhalen ook vaak werden geassocieerd met hulp bij zwangerschap en bevalling. Maar er is nog een connectie tussen heksen en Witte Wieven.
Grafheuvels, de woonplaatsen van Witte Wieven, werden ook vaak gezien als een toegangspoort naar een andere wereld. Volgens sommige auteurs was deze andere wereld dezelfde wereld waar sommige vermeende heksen van beweerden dat ze er waren geweest. Althans, tijdens heksenprocessen zijn er vele bekentenissen geweest, onder ernstige foltering weliswaar, maar de verhalen die de vrouwen dan vertelden leken heel erg op elkaar. Een theorie is dat de verhalen die deze ‘heksen’ — vrouwen meestal — vertelden, gebaseerd waren op wat ze uit overlevering wisten over heidense ideeën over een andere wereld, een geestwereld, en wat ze zelf hadden meegemaakt onder invloed van hallucinogene middelen zoals vliegenzwam en het beruchte ergot oftewel moederkoorn. Dit is een schimmel die op rot graan, vooral rogge, voorkomt.
Oude tradities
Wat aan dit verhaal vooral opmerkelijk is, is de vraag of mensen in de vijftiende en zestiende eeuw nog steeds geloofden in verhalen en tradities uit de voorchristelijke en zelfs voorhistorische tijd, tradities die wellicht zelfs rechtstreeks waren overgeleverd, inclusief bijvoorbeeld sjamanistische kennis. In het verleden zijn er diverse pogingen geweest om deze overlevering aan te tonen, maar sluitend bewijs is er (nog) niet. In ieder geval waren dergelijke verhalen voor autoriteiten het bewijs voor wat in die tijd een misdaad was; een pact met de duivel.
In het begin van de vervolgingen werd er nog onderscheid gemaakt tussen kwalijke en niet-kwalijke toverij, maar later maakte dat niet meer uit; hekserij, toverij, magie, het werd nu allemaal op een hoop gegooid met duivelse praktijken. En daar stond de doodstraf op.
Rationeel denken
Niet lang na de laatste executies van vermeende heksen was er een sterke opkomst van rationeel denken. Wetenschappelijke ontdekkingen verdrongen bovennatuurlijke verklaringen en men keek met schaamte en minachting terug op de domheid van eerdere generaties. Dit begon al in de zeventiende eeuw, met het zeer invloedrijke boek De betoverde wereld van Balthasar Bekker. De latere ontkerkelijking in Nederland ging deels ook gepaard met minachting voor alles wat met magie en spiritualiteit te maken had, maar anderzijds gingen mensen zich richten op alternatieven als new age en spiritualiteit.
De hang naar het bovennatuurlijke is dus eigenlijk nooit echt weggeweest. Daar maken erfgoedinstellingen en historische platformen nu dankbaar gebruik van.
Boekentip: Toverij & Toveressen – Ruud Borman
– Onder onze voeten (2009), de archeologie van Nederland. Evert van Ginkel en Leo Verhart. Uitgeverij Bert Bakker.