Bij uitgeverij Atheneum verschijnt volgende week het boek De Ritchie-boys. Hierin vertelt Bruce Henderson het onbekende verhaal van een groep jonge Duitse Joden, de Ritchie-boys, die nazi-Duitsland ontvluchtten, volwassen werden in de jaren dertig en als soldaten terugkeerden om hun oude vaderland te bevrijden. Vanaf 1942 namen zij, in kleine groepen, deel aan elke belangrijke slag in Europa. Ze spraken Duits en kenden de geschiedenis en gebruiken van het land. Op Historiek de inleiding van het boek.
De Ritchie-boys
Toen Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam, verklaarde hij de oorlog aan zijn Joodse medeburgers, zo’n half miljoen mensen. De meest fundamentele rechten werden hun ontnomen. Jodendom werd gedefinieerd als ras, niet als religie, en Joden konden geen Duits staatsburger meer zijn. De beperkende maatregelen die de nazi’s invoerden troffen Joden van alle leeftijden in alle rangen en standen. Zelfs Joodse kinderen werden van openbare scholen verdreven.
Een harde realiteit voor de Duitse Joden was het groeiende besef dat zij en hun kinderen geen toekomst in het land hadden. Hun bezorgdheid bereikte in november 1938 een hoogtepunt met de Kristallnacht (zo genoemd vanwege de vele glasscherven), toen synagogen en huizen en bedrijven van Joden door nazi’s werden geplunderd. Honderden Joden werden gedood en duizenden werden gearresteerd en afgevoerd naar concentratiekampen. Daarvóór waren al tienduizenden Duitse Joden naar de Verenigde Staten geëmigreerd, maar dit was voor iedereen de definitieve bevestiging dat het in Duitsland niet meer veilig was voor Joden.
Maar vertrek betekende afscheid nemen van je vertrouwde omgeving, je familie, je vrienden en je spaargeld, terwijl je geen garantie had dat je geen problemen zou krijgen als gevolg van de strenge immigratiequota in de Verenigde Staten en andere landen, die de toestroom van grote aantallen Joden bemoeilijkten.
Het was vaak onmogelijk om met het hele gezin Duitsland te verlaten, en veelal werden ouders, als ze merkten dat ze ondanks inspanningen van Amerikaanse en Engelse hulporganisaties slechts één kind onder de zestien jaar in veiligheid konden brengen, met de kwellende beslissing geconfronteerd om dan maar uit elkaar te gaan. Vertrekken of blijven betekende vaak het verschil tussen leven en dood. Tegen de tijd dat Duitsland in 1941 met de Verenigde Staten in oorlog raakte, hadden de nazi’s met hun keuze om een Arisch Duitsland te creëren afscheid genomen van een beleid van gedwongen emigratie van Joden en, ter oplossing van wat Hitler het ‘Jodenprobleem’ noemde, gekozen voor massavernietiging van de Joden die nog in het land waren en van de miljoenen andere Joden in de door de nazi’s bezette gebieden.
De meeste ouders kozen ervoor om hun oudste zoon weg te sturen, zodat die zou kunnen zorgen dat de familienaam bleef voortbestaan. Overal speelden zich op stations en in zeehavens hartverscheurende taferelen af van moeders en vaders die afscheid namen van hun zoons. De Duitse Joodse jongens die in de jaren dertig in Amerika arriveerden zonder hun ouders of broers en zussen moesten zich in hun eentje zien aan te passen aan het leven in een nieuw land. Ze werden ondergebracht bij verre familieleden of pleeggezinnen, gingen er naar school en werden ondergedompeld in een taal, een cultuur en een wereld die ze niet kenden. Maar met de hulp van toegewijde leraren en nieuwe vrienden veramerikaniseerden ze al snel, alhoewel aan hun accent nog wel te horen was waar ze vandaan kwamen.
Wel hadden ze voordeel van de waarden van de oude wereld die hun door hun ouders waren bijgebracht, die veel belang hechtten aan scholing en hard werken. Tegen de tijd dat de Verenigde Staten aan de oorlog gingen deelnemen hadden deze geliefde zoons die door hun wanhopige familie naar Amerika waren gestuurd zich ontwikkeld tot robuuste jongemannen die grote waarde hechtten aan de Amerikaanse democratie en vrijheid. Bovendien wilden ze dolgraag terug naar Europa om daar met het Amerikaanse leger tegen Hitler te vechten, niet alleen uit liefde voor hun nieuwe land, maar ook omdat ze persoonlijk nog een rekening te vereffenen hadden. Anders dan veel andere slachtoffers van de nazi’s hielpen de Duits-Joodse vluchtelingen die in Amerika in dienst gingen bij de vernietiging van een regime dat hen en hun familie vervolgd had.
Maar er was een klein probleem. Toen Duitsland in december 1941 de oorlog verklaarde aan de Verenigde Staten werden Duitse staatsburgers die in Amerika woonden automatisch beschouwd als ‘vijandelijke buitenlanders’. Zelfs nadat het Congres de wetten had goedgekeurd die het voor deze zogenaamde vijandelijke vreemdelingen mogelijk maakten om dienst te nemen in het leger, merkten sommigen dat ze op de Amerikaanse bases waar ze geplaatst waren werden gewantrouwd en dat hun accent belachelijk gemaakt werd.
De beleidsmakers in het Pentagon realiseerden zich al snel dat de Duitse Joden die al in dienst waren het beste op de hoogte waren van de taal, de cultuur en de manier van denken van de vijand en het meest gemotiveerd waren om Hitler te verslaan. Vanaf de zomer van 1942 begon het leger hen in het diepste geheim voor te bereiden op een belangrijke rol bij het beslechten van de oorlog in Europa. In de drie jaren daarop werden dertig cursussen van acht weken gehouden in Camp Ritchie in Maryland met veel theoretische en praktische lessen. De grootste groep van degenen die aan deze cursussen deelnam bestond uit 1985 in Duitsland geboren Joodse jongens, die speciaal werden geschoold in het verhoren van Duitse krijgsgevangenen. Ze kregen met voorrang het Amerikaans staatsburgerschap en werden toegevoegd aan alle eenheden die aan het front tegen de Duitsers vochten. De Ritchie-boys, zoals ze bekend kwamen te staan, hadden geen idee wat hun bij terugkeer in Europa te wachten zou staan. Velen wisten dan nog altijd niet hoe het hun familieleden was vergaan die hen omwille van hun veiligheid naar Amerika hadden gestuurd.
In De Ritchie-boys wordt een aantal van deze jongens gevolgd vanaf hun jongensjaren in Duitsland en hun vlucht naar Amerika tot aan hun terugkeer naar Europa als Amerikaanse soldaten om te strijden in een oorlog die voor hen een zeer persoonlijk stempel droeg. Ze werden op D-Day door de luchtmacht geparachuteerd op Omaha Beach, raceten met Pattons tanks door bezet Frankrijk en namen deel aan het Ardennenoffensief, Hitlers laatste wanhoopspoging om de oorlog te winnen. Vervolgens staken ze met de geallieerde strijdkrachten de grens over naar Duitsland en maakten deel uit van de legereenheden die de concentratiekampen van de nazi’s binnengingen, waar ze met eigen ogen getuige waren van de gruwelen van de Holocaust. En toen aan de strijd eindelijk een einde kwam, konden deze zoons op zoek gaan naar de familieleden die ze achter hadden moeten laten.
Tot nu toe was maar weinig bekend van de acties en het strategisch belang van de Ritchie-boys. Ze namen in de oorlog deel aan alle grote veldslagen en andere militaire operaties in Europa, ze wisten waardevolle informatie te verkrijgen aangaande de sterkte van de vijandelijke legers, de troepenverplaatsingen, de defensieve posities die werden ingenomen en het moreel van de troepen. In de loop van de oorlog werden tienduizenden gevangengenomen soldaten van het Derde Rijk ondervraagd door teams samengesteld uit Duits-Joodse soldaten. Uit een geheim legerrapport van na de oorlog bleek dat bijna zestig procent van de als geloofwaardig beschouwde inlichtingen die in Europa waren verzameld, verkregen was dankzij de Ritchie-boys. Toch is er geen enkele publicatie verschenen waarin verslag werd gedaan van hun werk, net zomin als er een compleet overzicht bestaat van de aan hen verstrekte opdrachten. Ze hadden door hun werk voor de militaire inlichtingendienst het consigne om niet te praten over hun legeronderdeel en hun opleiding, en deze plicht tot geheimhouding bleef wat betreft documenten, rapporten en notities nog tot lang na de oorlog van kracht. Ze organiseerden geen reünies en waren niet geneigd zich aan te sluiten bij veteranenorganisaties omdat ze door hun Duitse accent niet welkom waren in kringen van gewone Amerikaanse veteranen. Het verhaal van hun wederwaardigheden in de Tweede Wereldoorlog is een van de laatste nog niet voor het voetlicht gebrachte geschiedenissen van die periode.
Boek: De Ritchie-boys – Bruce Henderson