Op 10 oktober 1944 liep een Duitse soldaat bij de vlasfabriek in het dorp Rhoon tegen een losgeraakte bovengrondse stroomdraad. De soldaat raakte dodelijk gewond. Deze gebeurtenis had grote gevolgen. Of het ging om een ongeluk of dat er sprake was van sabotage, was niet duidelijk, maar de Duitsers namen toch op brute wijze wraak.
Een dag na de dood van de soldaat werden zes mannen uit het dorp opgepakt om te worden geëxecuteerd. Sommigen van hen waren überhaupt niet ondervraagd en toen vlak voor de executie de directeur van de vlasfabriek de Duitsers verzocht zijn dorpsgenoten vrij te laten kreeg hij nul op rekest en mocht hij ook plaatsnemen in de rij. Het slachtofferaantal kwam daarmee op zeven. Nadat de mannen van Rhoon waren gedood, werden er nog enkele huizen in het dorp platgebrand. Een traumatische ervaring voor het hele dorp.
Schrijver en historicus Jan Brokken woonde het grootste deel van zijn jeugd in Rhoon. In zijn nieuwste boek, De Vergelding, beschrijft hij bovenstaande gebeurtenissen en probeert hij antwoord te vinden op de vraag of er sprake was van sabotage. Raakte de stroomdraad bij toeval los of had iemand hem bewust losgemaakt zodat een Duitser er later die avond tegenaan zou lopen?
Brokken is ervan overtuigd dat het om sabotage gaat. Maar wie die sabotagedaad precies pleegde(n) is nog altijd onduidelijk. De auteur doet in zijn boek een serieuze poging om antwoord te geven op de schuldvraag en heeft de hele geschiedenis daarvoor zeer nauwgezet gereconstrueerd. In het eerste hoofdstuk erkent hij dat het gaat om een verhaal dat “heen en weer slingert tussen feit en veronderstelling”. In het boek passeren een groot aantal inwoners van Rhoon de revue. Brokken beschrijft hun achtergrond en plek in het dorp uitvoerig en poneert vervolgens theorieën rond de vraag wie de stroomdraad losmaakte.
Het verzet deed tijdens en na de oorlog zijn best om aan te tonen dat het nÃet om een verzetsactie ging. Brokken schrijft hierover:
“De ondergrondse wenste nadrukkelijk aan te tonen dat hen geen enkele blaam trof. Storm was de oorzaak van de kabelbreuk. […] Die verklaring namen de dorpelingen maar al te graag over. Als storm de oorzaak was, kon je alleen de hemel iets verwijten.”
Nu, decennia later, lijkt het interessanter om het antwoord op de schuldvraag te vinden dan in 1944.
Bang voor het verzet
Wat badinerend wordt wel eens gezegd dat na de oorlog heel Nederland in het verzet had gezeten. Volgens Brokken was het verzet tijdens en na de oorlog echter helemaal niet zo populair. Aan het eind van de oorlog, vooral na Dolle Dinsdag, was het voor iedereen duidelijk dat je door een Duitser te doden een paar landgenoten voor het vuurpeloton sleepte.
Het ontzag voor het verzet begon pas in de jaren zestig, onder meer door de populaire televisieserie De bezetting. Tijdens de oorlog waren veel burgers zelfs bang voor het verzet. Op een moedige verzetsactie volgde namelijk vrijwel altijd een vergelding van de bezetter. De gevangenissen zaten vol met zogenaamde todeskandidaten, arrestanten die in een cel wachtten totdat de Duitsers hen konden gebruiken voor een vergeldingsactie. Als er een verzetsactie gewroken moest worden werden deze personen uit de cel gehaald en gefusilleerd. In Rhoon had de dood van de soldaat eigenlijk gewroken moeten worden door tien van deze todeskandidaten maar een overijverige en verbeten Duitse commandant besloot anders en liet enkele uren na de sabotage-actie zeven inwoners van het dorp in het openbaar executeren.
Moet de persoon die met de stroomdraad een eind maakte aan het leven van de Duitse soldaat gezien worden als verzetsheld? Dat anno 2013 nog altijd niet duidelijk is wie de sabotage pleegde, maakt wel duidelijk dat het antwoord op die vraag waarschijnlijk ontkennend moet worden beantwoord. Het lijkt soms inderdaad makkelijker als alleen de hemel wat te verwijten valt. Over het verzet schrijft Brokken:
“Te veel en te vaak vonden lukrake afrekeningen plaats door wilde knokploegen of individueel opererende verzetsstrijders. De scheidslijnen tussen illegaliteit, persoonlijke afrekening, economisch delict en criminaliteit vervaagden.”
De Vergelding is een fascinerend boek vol mooie zinnen dat duidelijk maakt hoezeer de oorlog ook ingreep in het leven van ‘gewone burgers’. Ook maakt het boek duidelijk hoe subjectief begrippen als held, dader en slachtoffer kunnen zijn. Brokken:
“Oorlog haalt niet alleen het slechtste en het beste in de mens naar boven, het laat ook op een wonderlijke manier goed en kwaad door elkaar lopen. Oorlog is een permanente uitzondering op voorspelbaarheden.”
De auteur stelt in een groot aantal inwoners van Rhoon voor. Zoveel dat je je soms misschien afvraagt of je van al die persoon wel per se moet weten hoe ze opgroeiden en wat voor relatie ze met hun ouders hadden. Wie doorleest moet concluderen dat het juist deze degelijkheid is die van dit werk zo’n waardevol document maken. Brokken duikt diep in het verhaal en gaat in zijn zoektocht naar antwoorden soms ver in zijn theorieën en beschrijvingen, maar hij heeft respect voor de waarheid en heeft zich er dus niet makkelijk van af gemaakt.
Mannen van Putten
Op ongeveer twee kilometer hier vandaan staat een monument ter herinnering aan de honderden mannen die op 1 oktober 1944, enkele dagen voor de vergelding in Rhoon, uit Putten werden afgevoerd naar diverse concentratiekampen. Van hen kwamen er 552 om het leven. Ook hier ging het om een vergeldingsactie. Een dag eerder hadden enkele verzetsleden vanuit een hinderlaag een Duitse officier gedood. Wikipedia schrijft:
“Het is nog steeds onduidelijk waarom men deze verzetsdaad uitvoerde en in wiens opdracht.”
Brokken haalt deze Puttense geschiedenis in zijn boek kort aan en bij het lezen van De Vergelding dacht ik geregeld: “Wat zou het mooi zijn als Putten een Jan Brokken had”.
Boek: De Vergelding – Jan Brokken