Het dagboek wordt boek
Otto ontving vierhonderd gulden voor het manuscript, meer had de uitgeverij niet. Het jaar 1947 was voor Contact zoโn financieel rampjaar dat het zelfs โeen wonderโ was dat het dagboek nog gedrukt kon worden, aldus de letterkundige Lisa Kuitert. Zoโn wonder was het echter niet volgens Cor Suijk, de voormalige penningmeester, staflid van de Anne Frank Stichting en Ottoโs adviseur. Want, vertelde hij tijdens een interview, Otto zou geld aan Contact betaald hebben om de druk te kunnen bekostigen: โNaar mijn beste weten heeft Otto vijfentwintighonderd gulden ingebracht, wat toen een hoop geld was na de oorlog.โ Frank nam vervolgens ook minstens honderd exemplaren af.
De door Anne bedachte titel Het Achterhuis, namen van de onderduikers, de helpers, haar vrienden en vriendinnetjes en haar eigen naam (Anne Robin) die Anne had verzonnen in de door haar herschreven versie, werden gedeeltelijk gehandhaafd. Frank en zijn vriend Ab Cauvern veranderden namen, of voegden daar andere aan toe. Zo kregen in de uit te geven versie Annes schoolvriendjes Robby en Karel gangbare Nederlandse jongensnamen. Voor publicatie had hij deze jongens, in werkelijkheid Appy en Sally, opgezocht en hun om toestemming gevraagd, waarschijnlijk omdat immers alle namen van in het dagboek voorkomende personen werden veranderd. Dit tot verbazing van de jongens, die net de oorlog hadden overleefd en nooit hadden geweten dat Anne een dagboek bijhield, laat staan dat ze hierin voorkwamen.

Sommige brieven van Anne aan Kitty werden niet in het dagboek opgenomen. Er waren twintig paginaโs die de uitgever en Otto Frank niet geschikt achtten voor publicatie. Het betrof de passages over de relatie tussen Anne en haar moeder en het huwelijk van haar ouders. Ook Annes openhartige opmerkingen over ongesteldheid, schaamlippen, de โverschrikkelijke behoefteโ haar borsten te betasten en haar nieuwsgierige neiging het lichaam van haar vriendin te willen aanraken, werden gekuist. Deze ingreep zou vooral door Gilles de Neve zijn gedaan, die kennelijk preutser was geworden; in 1937 had hij nog het boek Het Sexueele Leven van den Mensch uitgegeven, dat geruime tijd vrij populair was. Vanwege die preutsheid dachten onderzoekers lange tijd dat De Neve katholiek was. Het schijnt dat zijn echtgenote, mevrouw De Neve-Kieft, die ook meelas, streng katholiek was. Al met al heeft mededirecteur Chris Blom in zijn niet-gepubliceerde memoires onthuld dat โGillesโ op verzoek van โde heer Frankโ hier en daar het manuscript bekortte met โenkele onnodige opsommingen, met passages en zinnen waarin Anne tegen haar moeder tekeer ging en met enige aandoenlijke en vroegwijze aantekeningen over de ontwakende liefde en sexualiteit van Anneโ.
Otto Frank was ervan overtuigd dat hij met zijn ingrepen in de geest van Anne had gehandeld, zei hij zoโn tien jaar later in een interview met Ernst Schnabel voor het boek Anne Frank, Spur eines Kindes.
“Natuurlijk wilde Anne dat bepaalde passages weggelaten werden. Ik heb daar bewijzen voor. Annes dagboek is voor mij een testament. Ik besloot me in te denken hoe Anne het gedaan zou hebben en zo deed ik het. Waarschijnlijk had ze het voor een uitgever net zo samengesteld als ik.”
Hoe Otto, Ab Cauvern en de uitgever daarin te werk gingen, gebruikmakend van zowel Annes originele als haar herschreven versie, is goed te volgen in de door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie uitgevoerde wetenschappelijke studie De Dagboeken van Anne Frank, die zes jaar na Otto Franks dood in 1986 verscheen.

Annes beide versies staan nu bekend als versie a (het origineel) en b (de door haar herschreven versie). Otto gebruikte voor de eerste uitgave niet alleen Annes herschreven versie, maar putte vanaf 22 december 1943 grotendeels uit de originele versie omdat van de herschreven versie losse vellen ontbraken. Maar ook van die versie a werd niet alles uitgegeven. Ottoโs versie, het typoscript, is in feite versie c, waarin een aantal teksten door hem waren โgecorrigeerdโ. Hij zou zelfs vijf bladzijden โzoek makenโ. Otto schreef over deze bewuste vijf velletjes in een brief: โIk werd heel verdrietig toen ik las hoe Anne over haar moeder schreef (…) Het deed me pijn hoe slecht Anne de bedoelingen van haar moeder op waarde wist te schatten.โ
Otto was in tweestrijd. Moest hij zijn overleden vrouw beschermen? In hoeverre kon hij toegeven aan zijn puberende dochter? Hij zei: โAl geeft het een onbehaaglijk gevoel om deze dingen over haar moeder te publiceren, ik moet het toch doen. Sommige delen kan ik weglaten, bijvoorbeeld over hoe zij dacht over mijn trouwen met Edith, ons huwelijk.โ
โMโn vader, de liefste schat van een vader die ik ooit ontmoet heb, trouwde pas op zโn 36ste jaar met mโn moeder die toen 25 was,โ noteerde Anne in haar herschreven versie over het huwelijk van haar ouders. David Barnouw, tot 2014 onderzoeker en woordvoerder van het NIOD en dรฉ kenner van het dagboek, attendeert er in een interview op dat in versie c het begin: โde liefste schat van een vader die ik ooit ontmoet hebโ is weggelaten. Barnouw: โDus dat heeft hij zelf geschrapt. Waarom? Ik zou het niet weten.โ En hij wijst op Annes beschrijving van haar moeder als โverschrikkelijkโ โ een woord dat ze vaker gebruikt โ dat in versie c is vervangen door โlastigโ. Hij zegt hierover: โCensuur? Ja. Ingrijpen, ja. Maar op het vele aantal woorden is het weinig.โ Ottoโs bewerking vindt hij trouwens in zijn geheel โknap gedaan: Hij was natuurlijk geen โgeletterdeโ โ ik wil niet zeggen dat hij niet kon lezen โ maar hij was een koopman, dus hij maakte wel iets waarvan hij dacht: dit is een boek.โ

In het nawoord van de allereerste uitgave van Het Achterhuis, Dagboekbrieven 12 juni 1942 – 1 augustus 1944, staat:
“Hier eindigt Annes Dagboek. Op 4 augustus 1944 deed de Grรผne Polizei een inval in het Achterhuis. Alle onderduikers (…) werden gearresteerd en naar Duitse en Nederlandse concentratiekampen gevoerd. (…) Op enkele gedeelten na, die van weinig waarde voor den lezer zijn, is de oorspronkelijke tekst afgedrukt. (…) Van de onderduikers kwam alleen vader terug (…) In maart 1945 overleed Anne in het concentratiekamp Bergen-Belsen, twee maanden voor de bevrijding van Nederland.”
Ditmaal was het niet Jan maar zijn vrouw Annie Romein-Verschoor die zich over het dagboek ontfermde. Zij tekende voor een eenvoudig voorwoord waarin ze de schrijfster vergeleek met een doodgewone, maar altijd sterke bloeiende plant.
“Zoals die kleine dappere geranium daar heeft staan bloeien, en bloeien achter de geblindeerde ramen van het achterhuis. (…) In dit dagboek, dat niet het werk van een groot schrijfster is โ misschien had zij het kunnen worden, maar hoe zinneloos wordt deze vraag in haar weemoedigheid โ is zo zuiver, zo precies, zo zonder op- of omzien naar wie of wat ook het ontwaken van een mensenziel aangetekend als we het maar zelden in het herinneringsbeeld ook van de zeer groten aantreffen.”
Het paste bij Otto om Annie Romein-Verschoor een bedankbrief te sturen.
“Veel woorden hoef ik niet te zeggen, het door u geschreven voorwoord toont zoveel begrip voor Anneโs aard, dat het mij haast lijkt alsof u haar zelf kende. Ik dank u en uw man dan ook hartelijk voor de hulp en de steun, die ik door u ondervonden heb. Indien het boek ertoe bijdraagt het begrip der mensen onder elkaar te bevorderen โ dan heeft Anne niet tevergeefs geleefd.”
Het Achterhuis, Dagboekbrieven 14 juni 1942 – 1 augustus 1944. De titel refereerde aan een dagboekbrief aan โLieve Kittyโ:
โStel je eens voor hoe interessant het zou zijn, als ik een roman van het Achterhuis zou uitgeven. Aan de titel alleen zouden de mensen denken, dat het een detectiveroman was.โ 29 maart 1944
Boek: Geschiedenis van een dagboek – Sandra van Beek
Volg ons: