Het Duits Historisch Museum in Berlijn moet enkele duizenden posters teruggeven aan de familie Sachs. De posters werden eind jaren dertig door de nazi’s afgepakt van de Joodse verzamelaar Hans Sachs.
Peter Sachs, de zoon van de man die de grote posterzameling bijeenbracht, begon in 2005 een zaak tegen het Duits Historisch Museum in Berlijn. Dat museum bleek namelijk ruim vierduizend posters uit de verzameling van zijn vader in bezit te hebben.
In de jaren dertig had Hans Sachs de complete verzameling, bestaande uit ongeveer 12.500 posters af moeten staan aan de nazi’s. Het Federale Hof van Justitie in Karlsruhe heeft nu bepaald dat de posters inderdaad teruggegeven moeten worden aan de familie Sachs. Zou dit niet gebeuren, zo oordeelde het hof, dan zouden de misdaden van de nazi´s voortduren. Het Duits Historisch Museum heeft inmiddels laten weten zich bij de beslissing neer te leggen.
De posterverzameling is volgens kenners tussen de 4,5 en 16 miljoen euro waard. Hans Sachs begon de verzameling rond het begin van de twintigste eeuw. Hij verzamelde onder meer posters van tentoonstellingen, cabaretvoorstellingen en films. Uiteindelijk zou hij de belangrijkste posterverzamelaars van Duitsland worden. In 1938 werd de complete verzameling in opdracht van de Duitse minister van propaganda Joseph Goebbels in beslag genomen.
De Joodse Hans Sachs werd enige tijd later, tijdens de Kristallnacht, opgepakt en naar een concentratiekamp gebracht. Enkele weken later werd hij vrijgelaten. Sachs vluchtte kort hierna naar Amerika. Na de oorlog ging Hans Sachs er van uit dat de postercollectie vernietigd was. Het is de bedoeling dat een deel van de collectie over enige tijd in een Amerikaans museum zal worden tentoongesteld.