Het gezegde ‘een appelflauwte krijgen’ horen en lezen we niet zo vaak meer in de Nederlandse taal. En dat is best jammer, want over de betekenis en de oorsprong van deze zegswijze valt best wel het een en ander te schrijven. Wat betekent deze uitdrukking en wat is de herkomst van een appelflauwte krijgen?
Betekenis
Wie een appelflauwte krijgt, heeft een lichte bezwijming en voelt zich (al dan niet geveinsd) even ongemakkelijk. Het gaat om een geveinsd of echt gevoel van lichte zwakte. Een appelflauwte is dus (een stuk) minder ernstig dan écht flauwvallen of, nog erger, met een beroerte te maken krijgen. Een mooie definitie van ‘appelflauwte’ is te vinden op encyclo.nl, die dit gezegde als volgt definieert:
Een korte, niet ernstige of zelfs gespeelde aanval van bewusteloosheid…
Als gezegde gaat een appelflauwte krijgen terug tot minstens de vroegmoderne tijd. De oudste vermelding, die we tegenkomen op Etymologiebank.nl, gaat terug tot 1554. In dat jaar schreef Rembertus Dodonaeus (1517-1585), hoogleraar aan de Universiteit, in zijn befaamd geworden Cruydt-boeck:
“Alle appelen zijn goet den genen (‘voor degenen’) die haest in onmacht vallen oft flaeuw van herten zijn”
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal dateert de term als geheel in 1646: ‘appel-floute’.
Wat is de oorsprong van appelflauwte? De verklaring van de appel
Taalkundigen hebben in hun zoektocht naar een verklaring voor de uitdrukking een appelflauwte krijgen, hoofdzakelijk gezocht naar een connectie met het fruitstuk dat we kennen als de appel. Verklaarders namen aan dat er een connectie moest zijn met de appel. In het spreekwoordenboek van taalkundige H.C. van Hall, toen hoogleraar aan de Universiteit van Groningen, meldt deze hierover het volgende:
“Zenuwzwakke personen (…) bezwijmen wel eens, als de lucht door appelen of sommige andere vruchten ten gevolge van de vorming daaruit van koolzuur, bedorven is.”
Klaarblijkelijk waren (en zijn?) er mensen die een flauwte of toeval krijgen als ze de geur van rottende appels ruiken…
Andere mogelijke verklaring
De taalexpert Vercoullie bracht een andere woordverklaring te berde van appelflauwte. Volgens hem is er een relatie tussen dit begrip en het Griekse woord apoplḗxia (apoplexie), dat zoveel betekent als een beroerte, flauwte of hersenbloeding. De vergelijkbare klank van deze term met appelflauwte zou volgens hem de relatie tussen beide woorden aantonen. Vercoullie stelde namelijk dat de Engelse variant van apoplexie, appleplexie, in de loop van de tijd verbasterde tot ‘appelplexie’ en daarna tot ‘appelflauwte’. Wie de juiste verklaring weet, mag het zeggen!
Lees ook: Is de bolus een Zeeuws of Joods gebakje?
…of: De eigenheimer – Een aardappel én een persoonstype
Boek: Van Appelbol tot Zeeuwse bolus. Gebakwoordenboek – René Dings
Bronnen ▼
Boeken
-Riemer Reinsma, Roeien en ruiten. Waar komen onze gezegden vandaan? (Den Haag: Sdu, 2003) 22.
-H.C. van Hall, Spreekwoorden en voorschriften in spreuken, betreffende landbouw en wêerkennis (Groningen 1872).
Internet
-https://www.ensie.nl/betekenis/een-appelflauwte-krijgen
-https://www.encyclo.nl/begrip/appelflauwte
-https://etymologiebank.nl/trefwoord/appelflauwte
-https://www.ru.nl/ubn/bibliotheek/bijzondere-collecties/uitgelicht/kruidboek-dodonaeus/