Het is 1978. De Belgische Veerle Frion, net afgestudeerd, vertrekt naar Polen. Ze gaat daar Nederlandse les geven aan studenten aan de universiteit in Wrocław. In haar omgeving verklaart iedereen haar voor gek. Wie gaat er nu naar een land achter het IJzeren Gordijn, naar een land waar het communisme aan de macht is? Maar Veerle zet door en rijdt met haar Renault 5 de onbekende wereld tegemoet. In Liefste Clara vertelt journalist Rita Depestel-Martynowski haar verhaal. Zelf werkte de auteur, net als hoofdpersoon Veerle, jarenlang in het communistische Polen.
Vreemde wereld
In het prettig leesbare boek buitelen de ervaringen van Veerle over elkaar heen. In Polen komt Veerle in een totaal andere wereld terecht; een wereld waarin je het met weinig luxeproducten moet stellen, een wereld waar je urenlang in de rij moet staan om vlees of andere levensmiddelen te bemachtigen. Liefste Clara vertelt hoe Veerle probeert om in Polen mensen te leren kennen, Pools te leren, haar vak te doceren en ondertussen te leren omgaan met de uitdagingen van het leven onder het communisme. Sommige van haar vrienden proberen via haar een visum te regelen voor België, om zo het land uit te kunnen komen. Terwijl haar verloofde Karel in Amerika aan een vooraanstaande universiteit werkt, ontdekt Veerle in Polen wat echte liefde is. Ze ontmoet de Poolse Stefan, met wie ze een hechte relatie opbouwt.
Boeiende tijden
Veerle leeft in Polen in boeiende tijden. ‘Polen wordt wakker uit zijn communistische lethargie’, schrijft de auteur (183). De oppositie wordt sterker, onder studenten en arbeiders broeit het verlangen naar een nieuwe tijd, meer openheid en vrijheid. Veerle ontmoet vrienden, die in het geheim bijeenkomsten organiseren om de ‘officieren van Katyn’ te herdenken – iets wat absoluut verboden is in het openbaar. Voor hen moet ze af en toe een dikke envelop bezorgen op een onbekend adres; dat blijken achteraf pamfletten te zijn gericht tegen de regering. Veerle gaat helemaal op in de opwinding en spanning die de ondergrondse protesten met zich meebrengen. Ze gaat aan het werk als journalist en schrijft over het snel veranderende Polen.
Gelaagdheid geschiedenis
Het boek maakt op een fraaie manier de zichtbaar hoe gelaagd de geschiedenis van Europa is. Veerle komt er in de loop van haar verblijf in Polen telkens weer achter hoe ingewikkeld de geschiedenis van Polen in elkaar steekt, hoe de oorlog grote groepen mensen op de vlucht joeg en hen deed zoeken naar nieuwe woonplaatsen. Ook de ouders van Stefan, haar geliefde, blijken te zijn gevlucht voor het Rode Leger. Stefan was er nog steeds boos over:
‘Alles hebben ze moeten achterlaten. Vraag de foto’s van vroeger maar eens aan mama. Of misschien liever niet, want dat doet haar alleen maar pijn.’ (157)
Stefans vader had een haast obsessieve relatie met oude landkaarten, waarop hij Veerle voortdurend liet zien hoe gebieden waren overgegaan van land naar land en hoe de plaatsnamen waren veranderd. Die kaarten blijken ook de sleutel tot een ander geheim, namelijk waar het plaatsje Reudchen ligt.
Het mysterie van Etienne
Veerle is in Polen namelijk niet alleen op zoek naar het avontuur, maar ook naar een voor haar onbekend deel van haar familiegeschiedenis. Voor vertrek ontdekte ze dat haar Franse grootvader, Etienne Frion, in 1945 in Reudchen sneuvelde. Waar dat plaatsje ligt, weet ze niet, evenmin hoe haar grootvader overleed. De zoektocht naar haar opa vormt een rode draad in het boek. Als ondersteuning van deze zoektocht, heeft de auteur tussen de hoofdstukken soldatenbrieven van nonkel Marcel opgenomen, brieven van de oudoom van Veerle aan zijn geliefde. In het eerste deel van het boek is de link tussen de brieven en het verhaal van Veerle nauwelijks aanwezig, waardoor je als lezer niet echt meekrijgt waarom deze brieven zijn opgenomen in het verhaal. En inhoudelijk zijn de brieven ook niet echt spannend. Pas in de tweede helft van het boek komen de verhaallijnen van Veerle in Polen en haar opa Etienne Frion bij elkaar. En dan ontstaat ook een spanning in de zoektocht: waar is haar opa gestorven en begraven? Wie heeft hem gekend? Wat is er bekend over zijn laatste levensjaren? Het leidt uiteindelijk tot een spannende, maar ook uiterst tragische, afloop van de zoektocht.
Waarheid en fictie
Liefste Clara is een fraai geschreven verhaal over een bijzondere vrouw. Haar avonturen zijn de moeite waard en bieden een prachtig tijdsbeeld van het ‘gewone’ leven onder het communisme in de tweede helft van de twintigste eeuw. Haar persoonlijke zoektocht bieden tegelijk aanknopingspunten naar de bredere Europese geschiedenis. Toch blijft er bij mij een onbestemd gevoel over na lezing van dit boek. Het boek wordt, zo lezen we op de achterflap, gepresenteerd als literaire non-fictie. Waargebeurd dus, maar verteld als een mooi verhaal. Aanvankelijk denk je als lezer dan ook een autobiografie te lezen. De auteur beschrijft zoveel persoonlijke details, gevoelens en gedachten van de hoofdpersoon op, dat het bijna niet anders kan dan dat de hoofdpersoon en auteur samenvallen. Maar in het nawoord schrijft Rita Depestel-Martynowski: ik ben niet Veerle Frion. Voor mij werkte dit zeer verwarrend: wat voor boek had ik nu precies in handen? Was het dan toch een roman? Wat was nu waarheid, en wat fictie? Een stevige
verantwoording ontbreekt. Meer duidelijkheid daarover had de lezer echter wel geholpen.