Een dertien meter lang fossiel dat vorige week in een kalksteengroeve bij de cementfabriek ENCI in Maastricht werd gevonden, blijkt van een zogenaamde mosasaurus te zijn. ENCI en het Natuurhistorische Museum in Maastricht hebben dat donderdag bekendgemaakt.
Groevemachinist Carlo Brauer ontdekte het fossiel begin vorige week. In de laadschop van zijn graafmachine zag hij wart glinsteren. Het bleken de reusachtige tanden van het fossiel te zijn. De graafwerkzaamheden werden hierna stilgelegd en het Natuurhistorisch Museum werd ingeschakeld. Inmiddels is een groot deel van het fossiel, waaronder de schedel en een deel van buik en staart, geborgen.
De botten liggen verspreid over een vrij groot oppervlak en dat betekent volgens de onderzoekers dat haaien of andere aaseters zich aan de mosasaurus tegoed deden voordat het dier door de kalkmodder werd bedekt. De gevonden mosasaurus had een kop van ongeveer 1,37 meter lengte.
Brauer, de ontdekker van het fossiel:
Ik werk al 23 jaar bij ENCI en heb altijd gehoopt om nog een keer een groot fossiel als dit te vinden. Ik vind het fantastisch en ben er echt opgetogen over. Vooral omdat onze groeve-activiteiten nog maar zes jaar zullen duren. De kans op een vondst als deze wordt dus steeds kleiner…
De mosasaurus, een reusachtig uitgestorven zeereptiel, leefde aan het eind van het dinosaurustijdperk, ongeveer 65 miljoen jaar geleden. De zeeroofdieren konden tot zeventien meter lang worden. Het gebied rond het huidige Maastricht was in de tijd van de mosasaurus bedekt door een ondiepe zee. Op de bodem van die zee ontstond een pakket kalk waarin de skeletten van de zeereptielen bij hoge uitzondering als fossiel bewaard bleven.
Uit wat tot dusver tevoorschijn is gekomen lijkt het te gaan om de oudst bekende vertegenwoordiger van de soort Mosasaurus hoffmanni of een sterk verwante soort. Deze mosasaurus leefde ongeveer 67,8 miljoen jaar geleden, en daarmee is dit dier zo’n anderhalf miljoen jaar ouder dan Bèr, de andere soort mosasaurus die hier in 1998 werd ontdekt.
Erg zeldzaam
Losse botten van mosasauriërs worden met enige regelmaat gevonden, maar meerdere botten bij elkaar, laat staan relatieef complete skeletten, zijn erg zeldzaam. In 1953 werd voor het laatst een relatief compleet skelet ontdekt, bij Bemelen. Het skelet van de grote mosasaurus Bèr, in 1998 gevonden in de ENCI-Âgroeve, is voor ongeveer veertig procent compleet. Van dat fossiel is vooral de schedel goed bewaard gebleven. Het is op dit moment nog niet mogelijk te zeggen hoeveel er van de nieuwe mosasaurus bewaard gebleven is, omdat de opgraving nog in volle gang is.
In de achttiende eeuw werd voor het eerst een fossiel van de mosasaurus gevonden. De uitgestorven sauriër dankt zijn naam aan de rivier de Maas, mosa is Latijns voor Maas. Het eerste fossiel, een schedel, werd gevonden bij Maastricht, in de ondergrondse kalksteengroeves in de Sint-Pietersberg.
Mosasauriërs waren overigens géén dinosauriërs, hoewel ze wel in het “dinosaurus-tijdperk” leefden. Dinosauriërs waren landdieren; mosasauriërs leefden in de zee. Ze zijn nauw verwant aan de slangen en de hagedissen.
Het ontdekte fossiel van de mosasaurus wordt in de komende maanden in het museum verder geconserveerd, geprepareerd en onderzocht. Het is naar verwachting vanaf de kerstvakantie voor het publiek te zien.