Filips V (1683-1746) was de opvolger van de laatste Spaanse Habsburger, Karel II, en de eerste koning uit het huis van Bourbon dat nog altijd regeert in Spanje. Filips V abdiceerde in 1727, maar keerde terug op de troon toen zijn oudste zoon Louis I korte tijd na diens kroning overleed. Filips V is daarmee recordhouder: hij regeerde ruim 45 jaar over het Spaanse rijk.
De jonge koning
Filips van Bourbon, hertog van Anjou, werd geboren op 13 december 1683 te Versailles als tweede kind van dauphin (kroonprins) Louis van Frankrijk uit diens huwelijk met Maria Anna van Beieren. Op jonge leeftijd wekte Filips bij zijn grootvader Lodewijk XIV de indruk weinig getalenteerd te zijn wat de Zonnekoning ertoe bracht de prins met de beste leermeesters te omringen. Samen met zijn oudere broer kroonprins Louis, hertog van Bourgondiƫ en zijn jongere broer Karel werd hij grootgebracht onder volledige bescherming en in volstrekte afzondering. Naast sociale en morele educatie onder toezicht van een geestelijke kregen zij een militaire training.
Filips ontwikkelde zich – wellicht voor een groot deel juist door deze strenge opvoeding – tot een teruggetrokken persoon die zich bij zijn vertrek naar Spanje zwaarmoedig betoonde, een eerste teken van zijn later veelvuldig optredende depressiviteit. Net als zijn roemrijke voorganger Karel V werd Filips V tot koning van Spanje uitgeroepen op de jeugdige leeftijd van zeventien jaar en net als Karel sprak Filips nog geen woord Spaans en had hij geen notie van wat er zich op het Iberisch schiereiland afspeelde. Toch werd zijn intocht in Madrid op 14 april 1701 een ware triomf en zwoeren alle vertegenwoordigers uit CastiliĆ« en AragĆ³n trouw aan de nieuwe koning. Een uitnodiging om een auto de fĆ© bij te wonen werd door de Fransen afgeslagen, die afkerig waren van deze vorm van fundamentalisme. Een ander Spaans gebruik dat Filips totaal onbekend was, het stierenvechten, bleek echter bij de jonge koning in de smaak te vallen.
Al snel na de aankomst van het gevolg van Filips botsten de gewoonten en etiquette aan het Spaanse hof met de opvattingen van de Fransen. Dat leidde soms tot bizarre situaties. Koks die de opdracht kregen Franse gerechten te bereiden, weigerden en gingen in staking. Er zat voor Filips weinig anders op dan de complete Spaanse huishouding te vervangen door Fransen, wat onder meer betekende dat dwergen en paljassen, die een vaste onderdeel waren van de entourage der Habsburgers, definitief van het hof verwijderd werden. Na enige tijd van irritatie over en weer toonden de Fransen zich toleranter en wenden de Spanjaarden aan de nieuwe situatie. Op bestuurlijk niveau werd er door de Fransen hard ingegrepen. De in hun ogen volstrekt verouderde manier van regeren via de vele raden die de Spaanse koning adviseerden, werd afgeschaft en vervangen door een zogeheten Despacho universal ofwel Bureau voor algemene zaken, dat al bestond, maar nu een veel groter gewicht kreeg. In de Despacho zaten leidende Spaanse adviseurs, maar de meest invloedrijke figuur hierin was de Franse ambassadeur.
Natuurlijk was het ook Lodewijk XIV die een bruid koos voor zijn kleinzoon: Marie Louise, dochter van de hertog van Savoye. Maatregelen werden getroffen voor de huishouding van de nieuwe Spaanse koningin die onder leiding kwam te staan van de prinses van Ursins, Anna Maria van Tremouille, weduwe van de Italiaanse hertog Flavio Orsini. Deze camarera mayor, die de Spaanse taal beheerste, genoot het volste vertrouwen van de Zonnekoning en zou een belangrijke politieke rol spelen onder Filips V. Zij werkte nauw samen met de Franse financiƫle expert Jean Baptiste Orry, wiens taak het was orde te scheppen in de droevige staat waarin de Spaanse rijksfinanciƫn zich bevonden. Zijn doortastend optreden maakte hem weinig geliefd bij de Spanjaarden.
Op 11 september 1701 werd het huwelijk tussen Filips V en Maria Louise van Savoye ingezegend. Het was een huwelijk met de handschoen dat tegelijkertijd in Versailles en Turijn werd gesloten. Pas in november ontmoetten zij elkaar in Barcelona, waarbij Filips tot over zijn oren verliefd raakte op zijn dertien jaar jonge bruid. De koning vertrok vervolgens naar Italiƫ om de Spaanse bezittingen te bezoeken. Tijdens zijn bezoek aan het hertogdom Milaan, in 1702 in gevecht met de keizerlijke troepen, maakte Filips V voor het eerst kennis met oorlogvoering en legde daarvoor een groot enthousiasme aan de dag. Zijn dappere houding en het feit dat hij later zijn troepen zelf aanvoerde werd gewaardeerd en leverde hem de bijnaam El Animoso (de moedige) op. Begin 1703 keerde hij terug naar Madrid.
De Spaanse Successieoorlog
De troonsaanvaarding van Filips V werd elders in Europa met argusogen bekeken. Met het overlijden van zijn voorganger – Karel II – stierf de Spaans tak van Habsburgers uit en dat leidde tot claims op de troon van zowel de Zonnekoning – een BourgondiĆ«r als van de kant van de Duitse Habsburgers die aartshertog Karel van Oostenrijk naar voren schoven als Karel III van Spanje. Deze twist om de Spaanse troon ontaardde in de zogeheten Spaanse successieoorlog die duurde van 1701 tot 1713 en eindigde in een overwinning van Filips V. Over het verloop van deze oorlog is eerder op Historiek gepubliceerd.
Nueva Planta (nieuwe orde)
Het huwelijk van Isabella I van CastiliĆ« met Ferdinand II van AragĆ³n in 1469 smeedde twee grote rijken op het Iberisch schiereiland aaneen. Later, in 1516, het jaar waarin Ferdinand II overleed, werd daar ook het koninkrijk Navarra aan toegevoegd. Met de komst van de Habsburger Karel I (keizer Karel V), die in naam van zijn moeder Johanna van CastiliĆ« – de ‘Waanzinnige’ genaamd, dochter van Isabella en Ferdinand – regeerde, was voor het eerst sinds het eind van de Moorse overheersing sprake van eenwording van de Iberische rijken met uitzondering van Portugal. De geboorte van het moderne Spanje, maar van economische en juridische integratie was nog lang geen sprake.
De kroon van AragĆ³n – bestaande uit de koninkrijken AragĆ³n, Valencia en de graafschappen van CataloniĆ« – en Navarra lieten zich weinig vertellen door de Castilianen en elke vorst die de Castiliaanse troon besteeg, kon pas na een belofte om de oude rechten en privileges van deze gebieden – de fueros – te eerbiedigen, rekenen op erkenning als hun soeverein. Deze situatie werd zowel door Karel I als zijn zoon Filips II en kleinzoon Filips III intact gelaten. Het was voor het eerst rond 1625 tijdens de regeerperiode van Filips IV dat Olivares, de valido (gunsteling) van de koning en destijds feitelijke machthebber, een poging waagde om eenheid te brengen binnen het Spaanse rijk. Voornaamste reden was dat de gebieden buiten CastiliĆ« weinig of geen financiĆ«le bijdragen leverden om de kosten van de omvangrijke oorlogvoering der Habsburgers te dekken, terwijl zij wel profiteerden van de bescherming die de Spaanse legers hen boden. In feite draaide de Castiliaans belastingbetaler voor alle kosten op. Olivares slaagde niet in zijn poging om de dwarsliggers over de streep te trekken. Zijn enige succes lag in de oprichting van een gemeenschappelijk (met uitzondering van de Catalanen) gefinancierd leger: de Union de las Armas.
Filips V, de eerste vorst uit het huis van Bourbon na het uitsterven van de Spaanse tak van de Habsburgers, was door zijn grootvader Lodewijk XIV opgevoed in een centralistisch geregeerd Frankrijk dat de eenwording allang achter de rug had. Ook Filips V ontkwam niet aan de Spaanse traditie van het zweren op de fueros van de gebieden buiten CastiliĆ«. Pas in 1709, toen hij tijdens de Spaanse Successieoorlog AragĆ³n, dat zich achter de Oostenrijkse troonpretendent aartshertog Karel had geschaard, heroverde, zag hij zijn kans schoon en ontnam de Aragonezen al hun rechten. Filips verving de eeuwenoude fueros door de Nueva Planta (nieuwe orde). Vanaf 1716 heerste er in geheel Spanje een min of meer gelijke fiscale wetgeving en verdwenen de nog altijd bestaande douanemuren tussen CastiliĆ« en AragĆ³n wat een voor iedereen belangrijk economisch voordeel opleverde. Ook de regionale gerechtshoven verdwenen en nieuwe rechters werden voortaan door de Spaanse kroon benoemd. Voor de Spaanse regering betekende de Nueva Planta een enorme stijging van staatsinkomsten omdat van de belastingen die voordien geheven werden in AragĆ³n nu een flink deel in de Madrileense schatkist terechtkwam.
Door Aragonezen zijn de maatregelen die Filips V nam wel omschreven in vijf termen: centralisatie, castilianisatie, anti-AragĆ³n, straf en wraak. Begrijpelijk, maar slechts ten dele waar. Weliswaar nam Filips V centralistische maatregelen waarbij de Castiliaanse wetgeving die van de andere rijken verving, maar zij waren niet bedoeld als wraakoefening. Filips V had het belang van alle Spanjaarden voor ogen en maakte van de gelegenheid gebruik om onwilligen te corrigeren. Hij maakte daarbij gebruik van zijn recht als soeverein over de Aragonese gebieden, die tijdens de Successieoorlog tegen hem in opstand waren gekomen, tot de orde te roepen. Dat kan als een strafmaatregel worden beschouwd, maar dan een straf die heilzaam uitpakte voor Spanje en zeker verstandig was. Na meer dan twee eeuwen een samengesteld rijk te zijn geweest, veranderde Spanje aan het eind van de Successieoorlog in een eenheidsstaat, een belangrijk historisch moment. Spanje was toen niet het enige land dat deze stap nam, ook Groot-BrittanniĆ« werd een eenheid met het sluiten van de Union Act tussen Engeland en Schotland (1709).
Met de Nueva Planta trachtte Filips V tevens meer greep te krijgen op het bestuur van zijn rijk en wel door de benoeming van Intendencias (intendanten) die toezicht hielden op regionale bestuurders en alleen verantwoording schuldig waren aan de koning. Hun voornaamste taken lagen op het gebied van justitie, financiƫn, politie en de logistiek voor oorlogvoering. Het was graaf van Bergeyck, Jan van Brouchoven, een vooraanstaand edelman uit de Spaanse Nederlanden, die in 1711 als naaste medewerker van Filips V en onderminister van financiƫn, twaalf van deze functionarissen benoemde en zelf fungeerde als superintendant. Gaandeweg echter beperkte het gezag van de intendanten zich tot de organisatie van de oorlogvoering en verloor hun macht aan betekenis. Tekenend was dat intendanten voor het overgrote deel uit Castiliƫ afkomstig waren.
Vanaf het begin van zijn regeerperiode stelde Filips V pogingen in het werk om een modern leger op te bouwen dat in de ogen van de Bourbon bestond uit goed opgeleide en goed gevoede soldaten. In die tijd was er geen permanent leger dat ook wanneer er vrede heerste ter beschikking stond van de koning. Daar bestond eenvoudigweg nog geen belangstelling voor, maar Filips V wilde er in elk geval voor zorgen dat zijn soldaten door het rijk betaald zouden worden en gehuisvest in kazernes. De gebruikelijke inkwartiering bij particulieren, met alle nadelige gevolgen van dien, was daarmee van de baan. Soldaten kregen meer aanzien en door hun soldij te besteden buiten de kazerne, profiteerden de burgers van hun bestaan in plaats van dat zij eronder leden.
Een belangrijke rol was weggelegd voor de Antwerpse ingenieur markies Georges Prosper Van Verboom, die niet alleen een begin maakte met de bouw van kazernes, maar ook de grondlegger was van de Real Cuerpo de Ingenieros (een koninklijk geniekorps). Rekrutering van militairen vond destijds plaats onder degenen die door de bestuurders als nutteloos werden beschouwd, mensen zonder werk, maar ook edelen die geen economische bijdrage leverden aan het land. Dat was niet onlogisch, want zij die in de agrarische of industriƫle sector werkten konden daar moeilijk gemist worden. Toch introduceerde het regime van Filips V een vorm van algemene dienstplicht, gebaseerd op de nieuwe gedachte dat iedere man tot plicht had het koninkrijk te verdedigen. Voorlopig was dat geen succes. Vrijwel iedereen probeerde zich aan de dienstplicht te onttrekken, daarbij vaak geholpen door lokale bestuurders en werkgevers.
Italianisering van het Spaanse hof en de ambities van Alberoni
Begin 1714 overleed Filips’ vrouw, Maria Louise van Savoye, die vier mannelijke nakomelingen had gebaard, waarvan er twee, Louis en Ferdinand, hun vader zouden opvolgen als koning van Spanje. De andere twee prinsen stierven op jeugdige leeftijd. Een nieuwe echtgenote voor de koning was snel gevonden: prinses Elizabeth (ook wel Isabella genoemd) van Farnese, een nicht van de hertog van Parma en Piacenza, met wie de koning eind van datzelfde jaar in het huwelijk trad. Elizabeth was een krachtdadige vrouw die haar man gedurende dertig jaar zou steunen en hem soms gedurende zijn veelvuldig optredende periodes van zware depressiviteit verving. Daarbij volgde zij echter steeds de weg die haar man gekozen had en drukte maar zeer ten dele haar eigen stempel op de Spaanse politiek. Waar zij wel invloed op deed gelden was de samenstelling van de hofhouding die grotendeels uit Fransen bestond.
Eerste slachtoffer was de prinses van Ursins, camarera mayor (hoofd van de koninklijke huishouding) en vertrouwelinge van Filips’ grootvader koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Bij aankomst van Elizabeth ontstond er onmiddellijk een knallende ruzie tussen beide vrouwen over de vraag wie nu eigenlijk het hof bestierde, wat ertoe leidde dat de nieuwe koningin Ursins sommeerde het land te verlaten. Elizabeth maakte een eind aan de invloed die de Fransen hadden op het hof en omringde zich met Parmezaanse hovelingen onder wie Giulio Alberoni die zich ontwikkelde als de politieke rechterhand van Filips V. Samen met de Spanjaard JosĆ© PatiƱo, die de opbouw van een nieuwe Armada voor zijn rekening nam, maakte Alberoni zich sterk om de bij de vrede van Utrecht (sluitstuk van de Spaanse Successieoorlog) voor Spanje verloren gegane Italiaanse gebieden te heroveren.
In mei 1717 vertrok vanuit Barcelona een Spaanse vloot richting Sardiniƫ. Het eiland werd zonder veel moeite door de troepen van Filips V bezet, waarmee de eerste schending van het verdrag van Utrecht een feit was. De andere Europese mogendheden sloten daarop de zogeheten CuƔdruple Alianza, een pact van Groot-Brittanniƫ, de Republiek der Nederlanden, Frankrijk en Oostenrijk met als oogmerk om Filips V tot inkeer te bewegen. De Spanjaarden zetten echter door en veroverden in 1718 het tweede grote eiland in de Middellandse Zee: Siciliƫ, waar zij door de bevolking, die niets moest hebben van de Oostenrijkse bezetters, hartelijk werden ontvangen.
Niet lang daarna raakte de Spaanse vloot slaags met een Engels flottielje nabij kaap Passera, het meest zuidelijke punt van SiciliĆ«. Zonder dat Engeland een oorlogsverklaring had afgegeven viel de Engelse vloot aan en vernietigde de Spaanse schepen. Spanje protesteerde in Londen, maar dat was tevergeefs, de Engelsen verklaarden Filips V de oorlog. Alberoni reageerde door in 1719 een kleine vloot vanuit CĆ”diz richting Schotland te dirigeren om opstandelingen tegen het Engelse bewind van George I te steunen. Deze actie mislukte en lokte weer een tegenreactie uit van Engeland dat schepen uitzond om de Noordwestkust van Spanje te attaqueren. Ook Frankrijk keerde zich tegen Spanje. Aanleiding was het geĆÆntrigeer van de Spaanse ambassadeur, de Italiaanse prins van Cellamare in Versailles, waar destijds een regent het Franse rijk bestuurde. Dat was Filips van OrlĆ©ans die de italianisering van het Spaanse hof sterk afkeurde en Franse intriges aan het Spaanse hof gericht tegen Alberoni steunde.
Een door Cellamare geĆÆnitieerde samenzwering tegen Filips van OrlĆ©ans werd ontdekt en dat betekende oorlog tussen het Spanje van Filips V en diens geliefde vaderland Frankrijk. In 1719 zond Frankrijk troepen richting CataloniĆ« en de Baskische provincies.
De weg die Spanje had gekozen, veroorzaakte overal heftige protesten waarbij Alberoni als kop-van-jut fungeerde. Voor Filips V zat er weinig anders op dan hem te ontslaan. Het verdrag van den Haag in 1720 maakte een eind aan de oorlog tussen Spanje en de Cuadruple Alianza. De Spaanse koning moest zijn troepen terugtrekken uit SardiniĆ« en SiciliĆ«, maar kreeg compensatie met de – enigszins vage – toezegging dat zijn zonen de hertogdommen van Parma/Piacenza en Toscane zouden erven.
Filips V maakte zich na zijn Italiaanse avontuur op om de band met Frankrijk te herstellen via het sluiten van een drietal huwelijken tussen prinsen en prinsessen van beide koningshuizen, waarvan er slechts ƩƩn doorging, dat van de Spaanse kroonprins Louis met Louisa Isabella van OrlƩans, dochter van de Franse regent die inmiddels had plaatsgemaakt voor koning Lodewijk XV. Ook zocht Spanje toenadering tot Groot-Brittanniƫ met als resultaat een overeenkomst in 1721 die een eind maakte aan de oorlog na de Slag bij Passera.
Abdicatie
Gedurende de relatief rustige periode na de Successieoorlog verbleven Filips V en Elizabeth geregeld in de bossen rond Segovia om er te jagen, een passie van Filips. In 1717 liet het koningspaar het ooit fraaie, maar in 1686 afgebrande paleis van ValsaĆn – dat een geliefde verblijfplaats was van Filips II – herbouwen, maar gaven twee jaar later de opdracht tot de constructie van het paleis van La Granja de San Ildefonso, nabij Segovia. Het werd een monumentaal en duur paradepaardje van Filips V dat door het koningspaar in 1723 betrokken werd. De koning vertoefde er graag, maar leden van zijn hofhouding waren er niet gelukkig en omschreven het verblijf aldaar als het wonen in een woestijn. Rond die tijd werd Filips geplaagd door een periode van zware depressiviteit waaraan het overlijden van zijn biechtvader Daubenton zeker debet is geweest. Ook miste hij zijn vertrouweling Alberoni. Al enige tijd had Filips abdicatie overwogen, maar nu, op een dieptepunt, besloot hij het koningschap over te dragen aan prins Louis, zoon uit zijn eerste huwelijk met Maria Louise van Savoye, die op zeventienjarige leeftijd in januari 1724 gekroond werd tot Louis I van Spanje. Aan diens regeringsperiode kwam al na zeven maanden een einde: Louis stierf aan de pokken.
Zijn dood bracht de kroon in een lastig juridisch parket want terwijl Filips V te kennen had gegeven dat hij terug wilde keren als koning, was Louis’ halfbroer Ferdinand – oudste zoon uit Filips’ tweede huwelijk met Elizabeth van Farnese – benoemd tot prins van AsturiĆ« en troonopvolger. Maar Ferdinand, favoriet van de Spaanse Grandeza (hoge adel) was toen pas elf jaar oud en in de ogen van de koningin niet meer dan een speeltje in hun handen. Als altijd verzette Elizabeth zich tegen al teveel invloed van de Grandeza en steunde Filips V in zijn poging om terug te keren op de Spaanse troon.
Johan Willem Ripperda
Na het tekenen van de vredesverdragen van Utrecht in 1714 knoopten Spanje en de Republiek der Nederlanden normale diplomatieke betrekkingen aan. Als gezant en later ambassadeur zond de republiek Johan Willem baron van Ripperda naar Madrid. Ripperda, een telg uit de rooms-katholieke tak van een Fries-Gronings adellijk geslacht, had zich via allerlei manipulaties en omkoperijen opgewerkt tot lid van de Staten-Generaal. Hij greep de kans om in Spanje diplomatieke carriĆØre te maken met beide handen aan.
Ripperda was fantasierijk en ontvouwde aan het Spaanse hof tal van innovatieve ideeƫn over militaire en economische onderwerpen. Met zijn voorstellen om de handel op de Filipijnen en de Indiƫn te schoeien op Hollandse leest en de modernisering van de Spaanse technologie ter hand te nemen, wist hij de aandacht te trekken van de koning die hem eerst benoemde tot directeur van de Koninklijke textielfabriek in Guadalajara en vervolgens tot opvolger van Alberoni in de functie van superintendant. In 1725 stuurde Filips V de Hollander op een diplomatieke missie naar de Oostenrijkse hoofdstad die leidde tot het verdrag van Wenen.
Keizer Karel VI – die het verdrag van Utrecht niet getekend had en tot dan toe nog altijd pretendent was van de Spaanse troon als Karel III – erkende Filips V als legitieme koning van Spanje. Van zijn kant zag Filips V af van zijn aanspraken op de Franse troon en accepteerde hij de overwinningen die de keizer sinds 1714 op de Spanjaarden had geboekt. Ook verleende hij de Oostenrijkers belangrijke handelsrechten waardoor zij via Oostende commerciĆ«le activiteiten konden ontplooien in Amerika. Wenen beloofde Spanje te steunen in zijn eisen aan de Britten om Gibraltar en Menorca terug te geven aan Filips V. Tenslotte sprak Ripperda in de Oostenrijkse hoofdstad over mogelijke huwelijken tussen de dochters van keizer Karel VI en de Spaanse prinsen Ferdinand en Karel en over hun recht op het erven van de hertogdommen Parma/Piacenza en Toscane.
Ripperda wist het Spaanse hof ervan te overtuigen dat alles in kannen en kruiken was, maar toen bleek dat de voorgenomen huwelijken niet te realiseren waren, schoof Filips V de Hollander aan de kant. Ripperda trad later in dienst van de sultan van Marokko, vocht met hem tegen de Spanjaarden om Ceuta en zou nog een gooi hebben gedaan naar de troon van Corsica. Berooid overleed hij in 1737 in TĆ©touan.
Gibraltar
Zoals te verwachten viel het verdrag van Wenen bij andere Europese mogendheden niet in de smaak. Weer werd een Europese alliantie gesmeed, dit keer bestaande uit Groot-BrittanniĆ«, Frankrijk, Pruisen, Denemarken, Zweden en de Republiek der Nederlanden met als doel ervoor te zorgen dat de afspraken van het verdrag van Utrecht werden nagekomen. Gedurende 1726 en 1727 liep het geschil tussen Spanje en Groot-BrittanniĆ« over Gibraltar hoog op. De Spanjaarden beschuldigden de Engelsen ervan de afspraken over het garanderen van godsdienstvrijheid voor de rooms-katholieke inwoners van Gibraltar niet te zijn nagekomen. Het Engelse parlement beschikte negatief over teruggave van Gibraltar en verklaarde begin 1727 aan Spanje de oorlog. Filips V trachtte vervolgens te land en ter zee Gibraltar te heroveren, maar was niet opgewassen tegen de Engelse verdediging. Onder druk van Frankrijk en het Vaticaan tekenden de Spanjaarden het verdrag van El Pardo, waarmee zij hun pogingen Gibraltar terug te krijgen opgaven. Een concessie die te verklaren valt door de depressieve toestand waarin Filips V zich op dat moment bevond, waardoor de praktisch ingestelde nieuwe eerste minister JosĆ© PatiƱo zijn stempel kon drukken op het beleid. Hij wilde voor alles de verhoudingen met Frankrijk – die door de koning in de waagschaal waren gesteld – verbeteren met het oog op de nog altijd bij Filips V sluimerende wens de Franse troon te verkrijgen. Filips zou daar zelfs de Spaanse troon voor hebben willen opgeven.
Koningin Elizabeth die haar zieke man verving drukte eveneens een stempel op de onderhandelingen en ook zij neigde ertoe Frankrijk tegemoet te komen. Tevens wenste zij de relaties met de Engelsen te verbeteren en huwde prins Ferdinand – de latere koning Ferdinand VI – uit aan prinses Maria Barbara van Portugal, waardoor een verbinding werd gelegd tussen Spanje en deze Britse bondgenoot.
De echtverbintenis vond plaats in januari 1729 te Badajoz. Ferdinand schrok toen hij zijn bruid zag, want zij was bepaald geen schoonheid, maar het werd een goed huwelijk dat zou duren tot aan Barbara’s overlijden in 1758. Eind 1729 tekenden Frankrijk, Engeland en Spanje de overeenkomst van Sevilla waarmee Filips V en zijn echtgenote zich verzekerden van het recht op erfopvolging van prins Karel van het hertogdom van Parma, het geboorteland van zijn moeder. In 1731 begaf prins Karel zich, begeleid door een Spaans-Engelse vloot, naar ItaliĆ« waar hij werd verwelkomd als hertog van Parma.
Los Pactos de Familia
Gedurende de volgende decennia werden drie verdragen (1733, 1743 en 1761) gesloten tussen de monarchen uit het huis van Bourbon, de zogeheten Pactos de Familia (familieverdragen). Dat deden zij niet omdat de familiebanden zo hecht waren – de Franse Bourbons keken gewoon neer op de aan hen geparenteerde Spaanse vorsten – maar vanwege de door hun regeringen ingeschatte gemeenschappelijke belangen. Als het erop aankwam stonden Frankrijk en Spanje in hun ogen samen sterker dan dat zij allianties sloten met andere mogendheden.
Het eerste Pacto de Familia, ofwel het verdrag van El Escorial, werd gesloten tussen vertegenwoordigers van Filips V en Lodewijk XV en had te maken met de opvolgingskwestie in Polen, het enige land in Europa dat geen erfopvolging kende, maar waar de koning gekozen werd door het parlement. Met de dood van koning August II brandde de strijd los tussen diens zoon August III van Saxen en Stanislas Leszcynski, de schoonvader van Lodewijk XV. August kreeg steun van Oostenrijk en Rusland, terwijl zijn opponent Frankrijk als bondgenoot had.
De Fransen achtten het verstandig om met het oog op de komende Poolse Successieoorlog de Oostenrijkers te omsingelen en zochten daarvoor steun bij Spanje dat belang had bij het opzetten van een zuidelijk front in ItaliĆ«. Nadat Stanislas Leszcynski gekozen was als koning van Polen openden de Russen en Oostenrijkers de vijandelijkheden waarop Frankrijk in het zuiden een tegenaanval lanceerde. Zo raakten de troepen van Filips V betrokken bij de Poolse Successieoorlog zonder ook maar een voet op Poolse bodem te zetten. Vanuit het noorden van ItaliĆ« trok het Spaans-Franse leger onder aanvoering van Karel, hertog van Parma, op richting het door de Oostenrijkers beheerste koninkrijk Napels dat gemakkelijk in handen kwam van Filips’ zoon die werd uitgeroepen tot koning van dit Italiaanse rijk. Een belangrijke rol in deze strijd speelde de militaire leider ZenĆ³n de Somodevilla, een protegĆ© van JosĆ© de PatiƱo die als dank voor zijn verdiensten tot Markies van Ensenada werd benoemd en in dienst zou treden van Filips’ opvolgers.
In 1735 begonnen de Fransen en Oostenrijkers vredesonderhandelingen te voeren zonder daarbij Spanje te betrekken. Dat was tegen het zere been van de Spanjaarden die ook in ander opzicht ervoeren dat de Fransen niet op elk moment het eerste Pacto de Famila serieus namen. Daarbij ging het om een conflict tussen Spanje en Portugal dat ontstond in 1735 naar aanleiding van een diplomatiek incident, maar waarachter een belangenverschil schuilging over de Poolse opvolging tussen de Portugese koning Johan V, een zwager van de Oostenrijkse keizer en Filips V. Spanje en Portugal stonden op punt van oorlogvoering tegen elkaar toen Frankrijk en Engeland besloten te interveniƫren. Schrikbeeld voor hen was een zich uitbreidende oorlog tussen de Iberische rijken die opnieuw een bedreiging zou zijn voor de stabiliteit in Europa.
De Poolse Successieoorlog eindigde met het verdrag van Wenen in 1738 waarbij Frankrijk de Poolse troon aan de Oostenrijkse pretendent August III liet en prins Karel van Bourbon erkend werd als koning van Napels en Siciliƫ in ruil voor opgave van zijn rechten op het hertogdom van Parma.
De Oostenrijkse Successieoorlog
Het overlijden van de Oostenrijkse aartshertog en keizer van het Heilige Roomse Rijk Karel VI in 1740 veranderde de Europese verhoudingen en betrok vrijwel alle landen van het continent in de Oostenrijkse Successieoorlog. Rechtmatige opvolgster van Karel VI was zijn dochter Maria Theresia van Habsburg. Dat een vrouw Karel VI kon opvolgen – in afwijking van de Salische wetten die opvolging in mannelijke lijn voorschreven – als heerser over de Oostenrijks-Habsburgse bezittingen was vastgelegd in de Pragmatieke Sanctie, opgemaakt door Karel VI in 1713. In dit document was tevens bepaald dat de Habsburgse bezittingen onverdeeld zouden worden overerfd. Maar aan tal van Europese hoven werd daar anders over gedacht en achtte men Maria Theresia te zwak om haar vader op te volgen. Spanje raakte in eerste instantie betrokken bij de Oostenrijkse Successieoorlog vanwege de steun die Madrid wilde geven aan August III van Polen en keurvorst van Saxen, die aasde op de keizerlijke troon en geparenteerd was aan het Spaanse koningshuis via het huwelijk van zijn dochter met koning Karel van Napels.
Frankrijk wist Spanje langs diplomatieke weg er in 1741 echter toe te bewegen om de steun aan August in te trekken ten gunste van de andere pretendent, Karel Albert, keurvorst van Beieren. Later sloot Pruisen, dat inmiddels het door de Habsburgers geregeerde Sileziƫ was binnengevallen, zich aan bij deze coalitie via het verdrag van Breslau. Eind 1743 werden de banden tussen Frankrijk en Spanje nog eens stevig aangehaald met een tweede Pacto de Familia, het verdrag van Fontainebleau, waarin Filips V in ruil voor militaire hulp steun kreeg toegezegd om al zijn ambities voor wat betreft Italiaanse gebieden en Gibraltar te verwezenlijken. Niet lang daarna sloten Engeland, Oostenrijk, Sardiniƫ, Saxen en de Republiek der Nederlanden zich aaneen in het pact van Worms. In 1745 wisten de Spaanse troepen Parma/Piacenza en Milaan te veroveren, gebieden die slecht verdedigd werden door de Oostenrijkers aangezien die hun troepen nodig hadden in Centraal-Europa in hun strijd tegen Pruisen.
Nadat Oostenrijk en Pruisen de vrede hadden getekend (waarbij Sileziƫ in Pruisische handen bleef) vielen de Habsburgers in Italiƫ aan, daarbij gesteund door de Engelse vloot die de Spaanse aanvoerlijnen in de Middellandse Zee blokkeerde. Opnieuw lieten de Fransen het afweten ten gevolge waarvan Spanje diverse nederlagen leed en min of meer gedwongen was vrede te zoeken.
De dood van Filips V droeg daartoe bij, want diens opvolger Ferdinand VI was veel meer dan zijn vader geneigd tot vredesonderhandelingen. Geholpen door de markies van Ensenada wisten de Spanjaarden via het verdrag van Aken, dat een einde maakte aan de Oostenrijkse Successieoorlog, zich te verzekeren van het koningschap van Karel van Bourbon over Napels en Siciliƫ en van het hertogdom Parma/Piacenza dat toeviel aan prins Filips. Laatstgenoemde was de grondlegger van de dynastie Bourbon-Parma en voorvader van Carel Hugo, de echtgenoot van prinses Irene van Oranje.
Het overlijden van Filips V
Filips V was manisch-depressief waardoor hij zich in manische perioden soms roekeloos gedroeg tijdens veldslagen. Eigenlijk onverantwoord, maar het maakte hem in de ogen van de bevolking tot een held. Zijn ziekte leidde ook tot bizar gedrag in zijn latere leven waarbij hij er een dagindeling op nahield die zijn medewerkers en zijn vrouw vaak tot wanhoop bracht. Hij dineerde om vijf uur ’s morgens, ging om zeven uur naar bed en ontbeet rond het middaguur. Pas om twee uur ’s nachts ontbood hij zijn ministers voor overleg.
Tijdens inzinkingen bleek hij helder van geest te zijn en een goed dossierkennis te hebben, maar kon hij zich onhebbelijk gedragen en ook verwaarloosde hij zich. Toch bleef zijn vrouw Elizabeth aan zijn zijde en steunde zij hem door dik en dun. Filips V overleed in de ochtend van 9 juli 1746 en had langer geregeerd dan welke Spaanse koning ooit: 45 jaar en 21 dagen.
Overzichtspagina Spaanse geschiedenis
Overzicht van boeken over de geschiedenis van Spanje
Lees ook: Ferdinand VI van Spanje (1713-1759) ā El Prudente