Detail van een portret van keizer Karel V, met een flinke 'kul' (geen flauwekul dus)
Dat met ‘flauwekul’ onzin wordt bedoeld is algemeen bekend. Veel minder bekend is dat het woord ‘kul’ afkomstig is uit het Oudnederlands, als benaming voor de ’teelbal’ of ‘zaadbal’. We duiken kort in de historische achtergrond.
Hendrik VIII was ook niet van de ‘flauwekul’In de vijftiende en zestiende eeuw raakte bij vooraanstaande figuren in Europa de zogenaamde braguette in de mode. Dit was een soort zak of buidel – ook wel kulzak – genoemd, die in de loop der tijd steeds grotere vormen begon aan te nemen. Hoe groter de kul, hoe mannelijk de uitstraling. Naarmate de omvang groeide werden in de zak steeds meer spullen bewaard, zoals geld, zakdoeken of zelfs etenswaren. De braguette-mode werd uiteindelijk zelfs doorgevoerd in harnassen. Vaak werd de kulzak, teneinde deze extra vorm te geven, ook opgevuld met paardenhaar. Wie rondliep met een kleine en maar matig opgevulde braguette, had dus in letterlijke zin een ‘flauwe kul’.
Lederen zak
Het woord kul vindt zijn oorsprong in het Latijnse woord ‘culleus’, wat ‘lederen zak’ of ‘scrotum’ betekent. Vanaf wanneer ‘flauwekul’ precies gebruikt wordt als benaming voor onzin of lariekoek, is niet helemaal duidelijk. Aanvankelijk werden de woorden los geschreven (flauwe kul). Vanaf ongeveer begin twintigste eeuw komt het woord in schriftelijke bronnen als samenstelling voor.
Portret van Antonio Navagero uit 1565 van de Italiaanse schilder Giovanni Battista MoroniDe Nestenrover, Pieter Brueghel de Jonge, 1568Harnas met kulzak – Lucas Cranach
Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken.
Maak Historiek mede mogelijk
Onze missie: geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken voor een breed publiek, zonder politieke kleur en betaalmuur. Uw steun maakt dat mede mogelijk.