Het Fries Verzetsmuseum laat de namen van twee verzetsvrouwen toevoegen aan een monument in Leeuwarden waarmee personen worden geëerd die tijdens de Tweede Wereldoorlog overleden ten gevolge van hun verzetswerk in Friesland. Het gaat om de verzetsvrouwen Wieke Bosch (1882-1945) en Esmée van Eeghen (1918-1944).
De toevoeging volgt na nieuw historisch onderzoek door auteur Hessel de Walle, die deze week het boek Vrouwen van het Friese verzet: gevecht op vele fronten presenteerde. In dit boek worden de verhalen van tweeëndertig vrouwen beschreven die gedurende de oorlog als koerierster, pilotenhelper, chauffeur, spion of anderszins een rol in het Friese verzet speelden. Drie van deze vrouwen kwamen tijdens de oorlog door hun verzetswerk om het leven: Cornelia van der Vlis, Wieke Bosch en Esmée van Eeghen.
Op het monument in het Fries Verzetsmuseum staan in totaal de namen van 291 omgekomen verzetsleden, waarvan één vrouw: Cornelia van der Vlis. De namen van de andere twee vrouwen worden binnenkort alsnog toegevoegd. Wanneer precies is nog niet bekend. Het Verzetsmuseum is nog in gesprek met familieleden van de twee verzetsvrouwen.
Esmée van Eeghen
Het verhaal van Esmée van Eeghen is vrij bekend bij het grote publiek. Als lid van het Friese verzet hielp ze onder meer Joodse kinderen onderduiken en gaf ze hulp aan gestrande piloten. Ook smokkelde ze wapens. Van onbesproken gedrag was de verzetsvrouw echter niet. Het museum:
Ze stond onder tijdgenoten bekend als onverschrokken en avontuurlijk, maar deed veel stof opwaaien door haar verhouding met een Duitse militair. Vanwege haar omgang met Duitsers werd ze door het verzet op enig moment zelfs verbannen uit Friesland. 
Toen enkele verzetsleden werden opgepakt, werd even gedacht dat de verzetsvrouw een dubieuze rol had gespeeld. Later bleek dat ze onschuldig was, maar het verzet bleef haar wantrouwen. Zowel het verzet als de Duitsers dachten uiteindelijk dat ze voor de tegenpartij actief was. In augustus 1944 werd Van Eeghen, na verraad van een voormalige vriendin, door de Duitsers opgepakt. De SD’ers Ernst Knorr en de broers Johan Pieter Faber en Klaas Carel Faber schoten haar kort hierna dood bij het Groningse Starkenbroghkanaal en gooiden haar lichaam in het water.
Vanwege de vraagtekens over haar loyaliteit kreeg de verzetsvrouw na de oorlog nooit een plaats op de erelijst der gevallenen of een vermelding op monumenten of straatnamen. Omdat er nooit bewijs is gevonden dat ze haar medeverzetsstrijders daadwerkelijk verraadde wil het museum haar naam nu alsnog aan het monument laten toevoegen.
Het personage Rachel Stein in de bekende film Zwartboek is losjes gebaseerd op het verhaal van Esmée van Eeghen.
Wieke Bosch
De tweede verzetsvrouw die alsnog een vermelding krijgt op het Friese oorlogsmonument is Wieke Bosch, die een rol speelde in het socialistisch verzet. Haar verzetsdaden stonden nooit ter discussie, maar om de een of andere reden is zij eerder waarschijnlijk over het hoofd gezien. Tijdens de oorlog zette Bosch in haar geboorteplaats Leeuwarden een afdeling van het linkse illegale blad De Vonk. Daarnaast was ze betrokken bij de hulp aan de onderduikers
In november 1942 werd de verzetsvrouw gearresteerd. Na enkele maanden opsluiting in Leeuwarden werd ze gedeporteerd naar concentratiekamp Ravensbrück. Daar werd ze op 17 februari 1945 samen met negen andere Nederlandse vrouwen geselecteerd voor vergassing. De installatie weigerde echter. Een dag later werden de vrouwen, die zich voor tijd geheel moesten ontkleden, met mitrailleurs alsnog gedood.