De gemeente Roermond heeft excuses aangeboden voor haar betrokkenheid bij de roof van Joods vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit in reactie op de publicatie van een nieuw boek: Balans opmaken, een bittere noodzaak, waarin onder meer wordt beschreven hoe de gemeente tijdens de oorlog meewerkte aan de Jodenvervolging. Ook het rechtsherstel na de bevrijding in 1945 komt aan bod.
De excuses zijn vorige week officieel aangeboden door burgemeester Yolanda Hoogtanders, namens het college van burgemeester en wethouders en namens de stad Roermond.
Onderzoek toonde aan dat de gemeente een groot aantal anti-Joodse maatregelen zonder een spoor van protest uitvoerde. Vrijwel alle ambtenaren van de bij de vervolging betrokken gemeentelijke diensten zouden hun medewerking hebben verleend.
Hoofdverantwoordelijke voor de uitvoering en het ongestoord verloop ervan was de pro-Duitse burgemeester Paul Reijmer. Ook diens opvolger, NSB-er Jozef Lensing, bood als burgemeester volledige ondersteuning om de Roermondse Joden uit te roeien. Alle Joods-Roermondse bedrijfseigenaren en huisbezitters verloren in deze periode verder hun eigendommen.
Kille ontvangst
Joden die de Holocaust overleefden werden, zoals op veel plekken in het land, bij terugkomst veelal kil en harteloos bejegend. De gemeente Roermond:
Instanties die in het leven waren geroepen om de rechtspositie van de slachtoffers van het immense onrecht te herstellen, spanden wat dat betreft de kroon. Ook de gemeente Roermond bleef in gebreke om overlevenden de hand te reiken.
Een onderzoekscommissie heeft de gemeente een aantal aanbevelingen gedaan voor moreel rechtsherstel. Het gemeentebestuur besluit de komende tijd hoe dit vorm kan krijgen. Het gaat daarbij om middelen voor genoegdoening voor de Joodse gemeenschap Limburg, het wegwerken van achterstallig onderhoud aan de synagoge en het opzetten van educatieve projecten.