Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken die door middel van het naar hem vernoemde Marshallplan de West-Europese economie na de Tweede Wereldoorlog een impuls gaf. Hiervoor ontving hij in 1953 de Nobelprijs voor de vrede.
Voer voor de communisten
Het voorstel voor het Marshallplan deed George Marshall, toen Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken in de regering van Harry Truman , op 5 juni 1947 op de Harvard universiteit in Massachusetts. Hij ontving daar een eredoctoraat en hield een opvallende rede. In zijn toespraak stond hij stil bij de slechte economiën van de net bevrijde landen van West-Europa. De strateeg stelde dat deze landen voer voor het communisme zouden zijn als er geen ecnomische hulp kwam. Er moest dus een grootscheepse hersteloperatie op gang worden gebracht. De landen moesten dan echter wel zelf een plan maken voor de besteding van het geld en goederen dat Amerika zou financiëren. Groot pluspunt voor Amerika zou zijn, naast het feit dat het communisme bestreden werd, dat het land er gezonde handelspartners bij zou krijgen.
Britse en Franse beleidsmakers organiseerden een overleg in Parijs, waar niet alleen de West-Europese landen maar ook Oostblok-landen en de Sovjet-Unie aanwezig waren. Marshall had deze landen bewust laten uitnodigen omdat hij niet de suggestie wilde wekken uit te zijn op een scheuring tussen oost en west. Na vijf dagen overleg stapten de Sovjet-Unie en de Oostblok-landen echter al op. De Sovjets wilden onder meer niet toestaan dat Amerika controle zou uitoefenen op de besteding van uitgekeerde gelden. Moskou besloot hierop een zogenaamd Molotov-plan te starten (vernoemd naar minster Molotov van de Sovjet Unie) voor de landen in Oost-Europa. Dit plan liep echter op niets uit.
Economische samenwerking
Er bleven zestien landen over die in aanmerking kwamen voor Amerikaanse steun. Deze dienden gezamenlijk een steunverzoek ter waarde van 22,4 miljard euro in. Na een hevige publiciteitscampagne en maandenlang intensief overleg stemde het Amerikaans Congres in april 1948 in met het plan. Hierop werd de Economic Cooperation Administration opgericht. Deze keerde in de daaropvolgende vier jaar dertien miljard euro uit.
Alle landen die voor hulp in aanmerking kwamen, kregen bezoek van een soort van examencommissie die moest bepalen hoe hoog de nood in het land was. Het verhaal gaat dat deze commissie op een zondag in Nederland op bezoek kwam en door Willem Drees in zijn bescheiden burgerwoning werd ontvangen met een kop thee en kaakje. Of dit er mee te maken heeft staat niet vast, maar feit is dat Nederland gedurende het eerste jaar van het Marshallplan het hoogste bedrag per hoofd van de bevolking ontving.
De eerste Marshall-goederen (1948)
In vier jaar tijd ontving Nederland ongeveer één miljard Amerikaanse dollars. Vanaf 1952 werd het Marshallplan geleidelijk afgebouwd. Even kleek het erop dat de Marshallhulp aan Nederland in 1950 al zou eindigen. Amerika begon toen de Koreaanse oorlog tegen het communisme en vroeg Nederland tevergeefs om ook troepen te sturen. De Amerikanen dreigde de hulp stop te zetten maar zover kwam het uiteindelijk niet.