Hij is minder bekend dan zijn geestverwant Johan van Oldenbarnevelt, maar Gilles van Ledenberg (1548-1618) was een even markant en tragisch figuur. Vooral de gebeurtenissen rond zijn dood waren bijzonder. Van Ledenberg had zelfmoord gepleegd en lag inmiddels gebalsemd in een doodskist, toen een menigte zijn kist meesleepte en het houten gevaarte ophing aan een galg. Wie was Van Ledenberg en hoe wist hij de menigte zo kwaad te krijgen?
Rijk man in Utrecht

In 1588 trad Van Ledenberg aan als raadspensionaris van de Staten van Utrecht. Door drie huwelijken met rijke vrouwen wist Gilles veel rijkdom te vergaren en leefde hij als een prins, in een door hem zelf gebouwd luxueus pand aan de Drift bij het St. Janskerkhof in Utrecht. Gilles blonk uit in zijn werk: hij had durf, was energiek en bekwaam. Hiermee maakte hij zichzelf populair in de aristocratische kringen van de Staten van Utrecht. Maar niet bij het gewone volk, dat hem ‘Paus van Utrecht’ noemde. Toen op 31 januari 1610 in Utrecht een anti-aristocratische opstand uitbrak, zette Gilles alles op alles om deze opstand de kop in te drukken.
Conflict en zelfmoord
In het conflict tussen Johan van Oldenbarnevelt en prins Maurits – dat ging over de wapenstilstand met Spanje, religie en ook te maken had met een karakterbotsing – koos Van Ledenberg consequent partij voor Van Oldenbarnevelt. Dit zou hem zijn leven kosten. Eerst werd hij op 29 juli 1618 door Maurits ontslagen, naast veel andere Utrechtse notabelen, en vluchtte hij naar Gouda. Na een kort verblijf daar keerde hij naar Utrecht terug. Op 29 augustus 1618 pleegde prins Maurits een staatsgreep en liet Van Oldenbarnevelt, Van Ledenberg, Hugo de Groot en Rombout Hogerbeets arresteren op verdenking van hoogverraad.
Van Ledenberg was doodsbang dat zijn bezit verbeurd verklaard zou worden als hij veroordeeld werd. Daarom pleegde hij in de nacht van 28 op 29 september 1618 zelfmoord in zijn cel in Den Haag, met een keukenmes. Op 15 mei werd Van Ledenberg postuum ter dood veroordeeld. Een menigte sleepte zijn kist buiten Den Haag, waar Van Ledenberg in zijn doodskist aan een ‘halve galge’ werd opgehangen.

Kadaversynode van 897

Een bekend voorbeeld uit de Engelse geschiedenis is Oliver Cromwell. Deze staatsman werd in 1661, zo’n drie jaar na zijn dood, opgegraven om vervolgens postuum geëxecuteerd te worden. Zijn hoofd werd hierna op een staak gespietst en nog tot 1685 tentoongesteld bij Westminster Hall.
Boek: Het einde van Johan van Oldenbarnevelt
Bronnen ▼
Bronnen ▼
– Nico Slokker, Ruggengraat van de stedelijke samenleving. De betekenis van gilden in Utrecht, 1528-1818 (Amsterdam: Aksant, 2010) 157-164.