Grote brand Londen 1666 kon geen toeval zijn

13.200 huizen en 89 kerken weg; ruim baan voor complottheorieën
8 minuten leestijd
‘The Great Fire of London’, onbekende schilder, 17e eeuw. Rechts The Tower, die niet door het vuur werd getroffen.
‘The Great Fire of London’, onbekende schilder, 17e eeuw. Rechts The Tower, die niet door het vuur werd getroffen.

Op zondag 2 september 1666 (12 september in Nederland, want de Engelsen hadden nog geen kalenderhervorming) vergat bakker Thomas Faryner aan de Londense Pudding Lane het vuur in zijn oven te doven, voordat hij naar bed ging. Smeulende asresten zetten een stapel hout in brand. Faryner zelf wist met zijn gezin via een bovenraam aan het vuur te ontsnappen; een meid durfde niet het dak op, viel terug in de vlammen en werd het eerste slachtoffer.

Pamflet uit 1666 over de brand in Londen (Rijksmuseum RP-P-OB-82.017)
Pamflet uit 1666 over de brand in Londen (Rijksmuseum RP-P-OB-82.017)
Een uurtje later concludeerde de burgemeester, Sir Thomas Bludworth, dat het om een kleinigheidje ging: ’A woman might piss it out’(Een vrouw zou het uit hebben kunnen plassen). Drie dagen later was 80 procent van het oppervlak van de stad in vlammen opgegaan: 13.200 huizen en 89 kerken op een oppervlak van anderhalve mijl. Tachtigduizend mensen waren dakloos.

Dat is volgende week 350 jaar geleden. De meeste gebouwen in Londen waren uit brandbaar materiaal opgetrokken en stonden vlak bij elkaar. De zomer was heet en droog geweest. De rondvliegende vonken werden aangewakkerd door een felle oostenwind. De derde dag was er geen houden meer aan: het vuur verteerde alles tot aan de stadsmuur en sloeg daar overheen. Onder de kerken die in vlammen opgingen, was de St. Pauls Cathedral.

Tienduizenden mensen sloegen op de vlucht. In Whitehall werden hele straten met buskruit opgeblazen, zodat de vlammen niet verder oversloegen. Op 5 september, de vierde dag, doofde het vuur zichzelf bij gebrek aan brandstof. Maar nog weken lang was de bodem onbegaanbaar door resthitte en de keldervoorraden steenkool zouden nog maanden nasmeulen. Officieel waren er slechts zes slachtoffers, maar er was geen betrouwbare bevolkingsadministratie, zodat niet bekend is of, en dan hoeveel, er slachtoffers naamloos werden gecremeerd.

Getroffen gebied op een kaart uit 1667 (The National Archives)
Getroffen gebied op een kaart uit 1667 (The National Archives)

‘Wereld heeft dit nog nooit gezien’

John Evelyn was ooggetuige van het vurige spektakel. Zijn verslag is opgenomen in de Dagboeken van zijn vriend Samuel Pepys. Pepys (1633-1703) was een Britse ambtenaar in de zeventiende eeuw, wiens dagboeken een fascinerende combinatie bieden van soms zeer gedetailleerde persoonlijke onthullingen en ooggetuigenverslagen van belangrijke historische gebeurtenissen. Bovendien onderwierp Pepys de Engelse marine aan een grondige reorganisatie.

Op de tweede dag, 3 september, beschreef Evelyn hoe het vuur zich genadeloos uitbreidde over alles in de stad dat brandbaar was:

“De vuurzee was zo gigantisch, en de mensen zo opgewonden, dat ze vanaf het begin nauwelijks aanstalten maakten om het vuur te doven; ik weet niet of ze moedeloos waren of geloofden in het noodlot. De mensen schreeuwden en klaagden, liepen doelloos rond zonder zelfs pogingen te doen om hun goederen in veiligheid te brengen. Ze zagen verbijsterd toe hoe alles brandde om hen heen. Het was voor hen zo’n vreemde gewaarwording om alles in vuur te zien staan, in de breedte en de lengte: de kerken, openbare gebouwen, wisselkantoren, ziekenhuizen, monumenten en ornamenten. De vlammen sprongen op wonderbaarlijke wijze over van huis op huis en van straat naar straat op grote afstand van elkaar. Door de hete lucht, na een lange periode van fraai en warm weer, vloog alles wat ontvlambaar was in brand. [Een vuurstorm? – AH]. Het vuur verslond huizen, meubels en andere goederen op een verbijsterende manier.

Het water van de Thames was overdekt met goederen; schuiten en scheepjes, beladen met huisraad dat naar de overkant werd gebracht, waar de oever mijlenver werd bedolven onder de meest uiteenlopende goederen en tenten werden opgesteld door bewoners die dakloos waren geworden. Het was een rampzalig schouwspel, zoals de wereld dat gelukkig nog nooit eerder had gezien. De hele horizon stond in brand, als een brandende oven, en het vuur bleef nog nachtenlang zichtbaar vanaf een afstand van veertig mijlen.”

Philippe-Jacques de Loutherbourg - De grote brand van Londen, 1666
Philippe-Jacques de Loutherbourg – De grote brand van Londen, 1666

Voorspelling in 1651

Intrigerende illustratie in boek uit 1651 van een brandende stad met een omgekeerde tweeling; later gezien als een voorspelling.
Intrigerende illustratie in boek uit 1651 van een brandende stad met een omgekeerde tweeling; later gezien als een voorspelling.
Achteraf was het intrigerend dat een Engelse astroloog, William Lilly, de brand voorspeld leek te hebben. In 1651 publiceerde hij een boek, Monarchy or no Monarchy in England (Google Books) met een aantal intrigerende voorspellingen, onder meer over de pestepidemie en de brand die Londen zouden treffen. Hij illustreerde ze (na pagina 120) met een aantal illustraties, waarbij op afbeelding 11 een omgekeerde tweeling stond afgebeeld, boven een grote brand. Gemini (Tweelingen) is het sterrenbeeld voor Londen.

Na de brand werd Lilly op 25 oktober 1666 opgeroepen om zijn visioenen uit te leggen voor de commissie van het Lagerhuis die de oorzaak van de ramp moest onderzoeken, omdat men vermoedde dat hij bij ‘het complot’ betrokken was. Lilly koos voor zijn vrijheid in plaats van voor eeuwige roem. Hij zei dat hij geen datum had genoemd en mocht vertrekken.

Volgens de Britse astroloog Maurice McCann (1938-2011) zijn sterrenwichelaars sindsdien drie eeuwen lang tevergeefs bezig geweest om de geheimen van Lilly te ontraadselen. Zijn uitleg zal niet-astrologen boven de pet gaan, maar de uiteindelijke oplossing bleek er volgens hem in te liggen dat Lilly met de tweeling-op-zijn-kop bedoelde dat de tekening moest worden omgedraaid. Dan kwam het exacte tijdstip tevoorschijn dat de vonk uit de kachel van Faryner in het huisje aan Pudding Lane oversloeg naar de stapel hout:

“Finally, by suspending the two babies upside down Lilly showed that the drawing, or rightly the horoscope, should be inverted, which would time it for the early hours of the morning. By inverting the horoscope the 14th degree of Gemini appears at the all important Midheaven. We may therefore infer that Lilly predicted that the time of the blaze would be about 5.26 am on the 2nd September 1666“.

Gerechtelijke dwaling

Niemand geloofde dat zo’n kleine oorzaak zulke enorme gevolgen kon hebben. Daar moesten hogere machten achter zitten. Was het een goddelijke straf, na de pest die met 100.000 slachtoffers al zo vernietigend huisgehouden had? Nee, de buitenlanders (bloody foreigners!) zaten er achter! De eerste arrestant was een Nederlandse bakker; later volgden Fransen en Walen die in de Tweede Brits-Nederlandse Oorlog immers de kant van de Republiek hadden gekozen. En hadden de Hollanders niet een appeltje met de Engelsen te schillen, na de plundering van West-Terschelling, een maand geleden, waarbij bijna alle huizen in vlammen op waren gegaan?

Toen arresteerde de politie een Fransman, Robert Hubert, die grif bekende dat hij de brand had aangestoken. Na een kort proces werd hij op 27 oktober opgehangen. IsGeschiedenis (24 augustus 2013) maakt duidelijk dat hier sprake was van een bewuste gerechtelijke dwaling.

De executie van Robert Hubert, die later onschuldig bleek te zijn. (Greatfireoflonden.net)
De executie van Robert Hubert, die later onschuldig bleek te zijn. (Greatfireoflonden.net)

Hubert bekende dat hij een Franse spion was die ook werkte in opdracht van de Paus tegen de protestantse Engelsen. Maar Westminster, waar hij de brand had gesticht, was nu juist behouden gebleven. Geen probleem voor Hubert: hij had een vuurgranaat door het raam van Faryner’s bakkerij op Pudding Lane gegooid. Maar dat pand had geen ramen en Hubert was zo kreupel dat hij daar niet toe in staat zou zijn geweest. Omdat de ‘spion’ bleef volhouden schuldig te zijn veroordeelde de jury hem tot de doodstraf, maar drie van de leden behoorden tot de bakkerijfamilie die er alle baat bij had dat een ander de schuld zou krijgen. Overigens haalde een woedende menigte het lichaam van Hubert van de galg en trok het uiteen (zoals zes jaar later ook de gebroeders De Witt in Nederland zou overkomen). Hij werd definitief vrijgepleit toen de kapitein van het Zweedse schip ‘Maagd van Stockholm’ verklaarde dat hij Hubert op 4 september had afgezet, twee dagen na het begin van de brand.

Het voorstel van een Labadist aa Johan de Witt om Londen in brand te steken, uit wraak voor de overval van West-Terschelling.
Het voorstel van een Labadist aan Johan de Witt om Londen in brand te steken, uit wraak voor de overval van West-Terschelling.
Geschiedeniswebsite IsGeschiedenis veronderstelt dat Hubert zichzelf een plaats in de geschiedenisboeken wilde garanderen. Dat is gelukt.

Johan de Witt

Eén van de geruchten in Engeland was dat raadspensionaris Johan de Witt achter de brand zat. Hij zou, stelt Wikipedia, door ‘buitenlandse agenten’ zijn benaderd om zo’n plan goed te keuren, maar had dat van de hand gewezen. De ‘Byvoegzels op het Vaderlandsch woordenboek’ (Google Books, deel 4, 1794) bevestigen dat min of meer:

“Een persoon, behoorende tot de gezinte der Labadisten, deedt hem den voorslag, eenige tijd te vooren [voor de brand], en kort nae de bekende landing der Engelschen op het Eiland Ter Schelling, om Londen in brand te steeken. Doch de Raadspensionaris wees diens voorslag van de hand, voor reden geevende, ‘dat hij de breuk, tussen de twee volken, niet wijder en geheel ongeneezelijk wilde maaken’.”

Toen Londen brandde wilde De Witt die Labadist arresteren, maar hij was onvindbaar. De sekte van de Labadisten was nog op zoek naar een vaste verblijfplaats en vond die later in het Friese Wieuwert, waar vier van hen nog voortleven. Als mummies. Ze werden na hun overlijden bijgezet in de grafkelder van de kerk. De lijken droogden uit, maar vergingen niet en trekken jaarlijks zo’n 10.000 belangstellenden.

Het Getal van het Beest

Of lag er een doem op het jaar 1666; daar zat 666 in, het Getal van het Beest. Mr. Adriaan van der Goes uit Den Haag had in december 1665, nadat door de bliksem huizen en kerken van Haarlem tot Delft in brand waren geraakt, al voorspeld dat het volgende jaar nog zwaarder zou worden:

“t’Sal goet zyn, soo het jaer 1666, dat men seyt Numerus Bestiae te zyn (Openbaringen 13, 18), niet meer quaets doet; d’apparentien loopen daer wel naer toe, die door de sterren met de staerten af schynen voorseyt te syn.”

Je hoefde er niet bijgelovig voor te zijn om in dat onheil te geloven. Op 17 december 1665 schreef Van der Goes (Jan Buisman: Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen, deel 4, pag. 602) dat geheel Waterland was overstroomd en veel vee en mensen verdronken. Het jaar 1666 werd gekenmerkt door zeeslagen tegen Engeland: in mei onbeslist bij Duinkerken, vier dagen in juni met een overwinning voor admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter, een nederlaag na twee dagen bij Duinkerken in juli en als klap op de vuurpijl de landing van de Engelsen op Terschelling, waar ‘slechts ongewapende mensen wonen en 350 huizen in vlammen opgaan’ (Buisman).

De Stichting Skepsis laat niets heel van de interpretaties van het meest mysterieuze bijbelboek dat tot vandaag toe tot tal van opmerkelijke conclusies heeft geleid, maar intrigerend was het wel dat het op zich al opmerkelijke getal 1666 in Romeinse cijfers in een aflopende reeks wordt weergegeven: MDCLXVI.

Leedvermaak

Uit dit gedicht blijkt weinig mededogen met de getroffen bevolking van Londen.
Uit dit gedicht blijkt weinig mededogen met de getroffen bevolking van Londen.
Na de brand van West-Terschelling was er in de Republiek weinig mededogen te bespeuren met de zwaar getroffen bewoners van de Engelse hoofdstad. In Londens Puyn-hoop, ofte Kort en Waerachtigh Verhael vanden Schrickelijcken Brandt op den 12, 13, 14, 15 en 16 van Herfst-maand 1666 (Google Books, 1666), geschreven door S.V.H.V. (Google voegt als auteur Pt. Blyenbergh toe) is een pamflet vol leedvermaak. Uiteindelijk is de conclusie dat God Londen heeft gestraft, omdat de stad zich van Hem heeft afgewend.

Het boek begint (zoals gebruikelijk in die tijd) met een gedicht, waarin wordt herinnerd aan het leed dat Engeland in Terschelling heeft aangericht:

Lichtvaerdigh was u doen, gelijck het is gebleecken,
Doen ghy soo menigh Schip moetwillig hebt verbrant,
De Schellinger vernielt, de Huysen aen gesteecken,

Dit streckt tot schant, en scha, o Koningh, voor lant.

Nu leght het al in d’as, waer is de Stadt van Londen!
U Loffelijck Gebouw van Tempels en Paleys?
Schuyft de gordijnen op, daer liggen al u sonden,
Aenschout het met berouw, ghy sondig stinckent vleys.

Elk nadeel hep zijn voordeel, zou Johan Cruyff drie eeuwen later zeggen.

Voor Londen, stelt Wikipedia, betekende de brand een volledige verandering van architectuur. Van een houten middeleeuwse stad werd het een moderne vroeg-achttiende-eeuwse metropool, al zou het lang duren voor het open terrein helemaal was opgevuld.

Boek: 1666 – Het verhaal over twee grote rampen in de Gouden Eeuw
Boek: 1666 – Pest, hellevuur en de Engels-Nederlandse oorlogen

Animatie van het middeleeuwse Londen voordat de brand van 1666 het centrum van de stad zou verwoesten.

André Horlings (1945-2023) was journalist en van 'vlak na de oorlog', wat mogelijk zijn interesse voor onder meer de Tweede Wereldoorlog verklaarde. Schreef het boek Arnhem Spookstad en verzorgde de (eind)redactie voor een publicatie over het Duitse dwangarbeiderskamp Rees (1944-1945). Verzorgde in 2011 twee uitvoerig gedocumenteerde verhalen: Bruidegom achter prikkeldraad en Het drama van de SS Pavon. Bladerde graag in Google Books. Zie ook archief sinds 1995.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×