In de Noord-Israëlische havenstad Akko hebben archeologen een grote hoeveelheid marmer uit de kruisvaarderstijd gevonden. Dat heeft de Israel Antiquities Authority (IAA) bekendgemaakt.
De vondst werd ongeveer honderd meter ten noorden van de oude stadsmuur van Akko gedaan. In totaal werden er 350 marmeren voorwerpen gevonden. Volgens de IAA werden deze voorwerpen uit gebouwen in Akko gehaald die later door de kruisvaarders werden vernietigd. Vermoedelijk probeerden de bewoners van de stad de voorwerpen te redden en besloten ze daarom het marmer buiten de stadspoort te begraven.
Akko werd in 1191 door Duitse en Engelse kruisvaarders, onder wie Richard Leeuwenhart, ingenomen. De stad werd de hoofdstad van het koninkrijk Jeruzalem omdat Jeruzalem zelf in handen was van de moslims en moeilijk veroverd kon worden.