Hans Vuijsje, directeur van Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW), is er niet blij mee dat tijdens de Nationale Dodenherdenking tegenwoordig ook militairen worden herdacht die na de Tweede Wereldoorlog omkwamen. Hij pleit er woensdag in een opiniestuk in de Volkskrant voor om de Nationale Herdenking weer terug te brengen naar de oorspronkelijke opzet waarbij alleen WOII-slachtoffers werden herdacht.
De directeur schrijft dat zijn stichting “diep gekwetst is” door de verbreding van de Nationale Herdenking. Vuijsje stelt onder meer dat er naarmate de jaren vorderen steeds minder aandacht is voor de Jodenvervolging:
“De Shoah geniet weliswaar nog altijd veel aandacht, maar de ‘onschendbaarheid’ waarmee het thema ooit was omgeven is verdwenen. In het spraakgebruik is ‘Shoah’ verwaterd tot een algemene standaard voor het slechte, waarvan velen zich in hun belangenbehartiging bedienen, van de dierenlobby tot de milieubeweging.”
Volgens Vuisje is de Holocaust steeds meer een hol begrip geworden en realiseert men zich tegenwoordig nog maar weinig dat er tijdens de oorlog zo’n groot percentage Nederlandse Joden werd weggevoerd. Vanuit doorgangskamp Westerbork werden tijdens de oorlogsjaren meer dan honderdduizend mensen gedeporteerd. Van hen keerden er 102.000 niet terug.
Het thema van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is dit jaar Vrijheid spreken wij af. Vuijsje:
“Wat wij ook zouden moeten afspreken is dat er geen groep in de Nederlandse samenleving zou moeten zijn die zich onveilig voelt, geen groep zou het gevoel moeten hebben ‘er alleen voor te staan’.”
In zijn opiniestuk haalt Vuisje ook een onderzoek aan waaruit onder meer blijkt dat Joden zich in ons land tussen 2000 en 2010 minder veilig zijn gaan voelen.
Volgens de stichtingdirecteur zou de overheid er goed aan doen de Nationale Herdenking weer terug te brengen naar haar oorspronkelijke staat. Tot 1961 werden bij de dodenherdenking alleen slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht.
Overzicht van boeken over de Tweede Wereldoorlog