Herinneringen aan Kamp Westerbork

2 minuten leestijd
Model van Kamp Westerbork - Foto: CC
Model van Kamp Westerbork - Foto: CC

In 2013 promoveerde historica Eva Moraal aan de UvA – in samenwerking met het NIOD in Amsterdam – op het proefschrift Als ik morgen niet op transport ga… Kamp Westerbork in beleving en herinnering. Dit boek is bij de uitgeverij De Bezige Bij in Amsterdam als handelseditie verschenen.

Trein bij Westerbork
Trein bij Westerbork

Inflatie oorlogstrauma

Kamp Westerbork vormt, zo begint Moraal, het slechte geweten van Nederland. Het is een van de grootste vlekken op het tolerante nationale blazoen. Het duurde daarbij ook lang voor er iets aan de herinnering van het kamp en zijn geschiedenis werd gedaan. Het eerste monument werd pas in 1970 – na een mislukte poging daartoe in 1947 – opgericht. En het Herinneringscentrum Kamp Westerbork (HCKW) opende pas in 1983 zijn deuren.

In haar inleiding beklemtoont Eva Moraal dat er meerdere verhalen over Westerbork naast elkaar bestaan. Eerst vooral de verhalen over de Jodenvervolging, maar later lieten ook andere groepen zich horen om erkenning te krijgen voor hun trauma. In dit verband sprak sociologe Jolande Withuis van het ontstaan van een ‘klaagcultuur’, waardoor inflatie van het oorlogstrauma op de loer lag ten koste van de Jodenvervolging.

Langetermijnperspectief

Aan de hand van tientallen egodocumenten – brieven, dagboeken en memoires – , brengt Moraal de beleving van het kamp tijdens de jaren 1942-1945 en de herinnering daaraan na afloop de oorlog, fraai in kaart. Moraal creëert zo een langetermijnperspectief op de kampervaringen met vooral aandacht voor sociaal-emotionele aspecten.

De aandacht in het boek gaat uit naar man-vrouwrelaties, de jeugd, de visie van kampbewoners op daders en omstanders. Moraal sluit af met een vergelijking tussen Nederlandse en Duitse Joden in het kamp.

Vluchten: een egoïstische daad

Bovengenoemde onderwerpen vormden de rode draad door het boek, maar tussendoor behandelt Moraal ook diverse andere kwesties. Interessant is de notie dat ontsnappen uit Kamp Westerbork wel mogelijk, maar moreel niet acceptabel was:

“Familie stond als het ware borg voor elkaar. Alexander Roseboom meende dat ‘ontsnappen voor ons een fluitje van een cent’ zou zijn geweest, ware het niet dat ‘het risico dat de achterblijvers daarbij liepen’, je weerhield ‘van iedere poging’. Immers, ‘het stond als een paal boven water, dat je familie na jouw vlucht in de S-barak terecht zou komen. (…) Bij elk transport werden eerst zij aangewezen om te worden doorgestuurd. Meestal naar Auschwitz.’ ‘Bovendien,’ schreef Rob Cohen, ‘wist ik dat er voor iedere gevluchte kampbewoner meerdere andere kampgevangenen mee moesten.’ Vluchten werd zo een ‘egoïstische daad’, in de woorden van Elie Cohen.” (210,211)

Voorbij goed en fout

Als ik morgen niet op transport ga… – Eva Moraal
Als ik morgen niet op transport ga… – Eva Moraal

De meerwaarde van Moraals goed geschreven en prima gedocumenteerde boek, is dat zij het langetermijnperspectief van de oorlogservaringen in Westerbork vastlegt. Voorts gaat ze – maar daarin ging historicus Chris van der Heijden haar voor – voorbij aan Hans Bloms wat vereenvoudigde tegenstelling goed-fout:

“Dit boek demonstreert juist de verscheidenheid aan ervaringen, belevingen en herinneringen die voorbij simpele tegenstellingen als goed of fout gaan. De geschiedenis van de beleving van en aan Westerbork is een pijnlijke geschiedenis, van moeilijke vragen zonder eenduidige antwoorden, en zonder overwinning op ‘de’ daders. Bovenal is het een geschiedenis van mensen, van hun worsteling om te leven en te overleven.”

Boek: Als ik morgen niet op transport ga… – Eva Moraal

0
Reageren?x
×