Qua slachtofferaantal is het bombardement op Nijmegen één van de grootste bombardementen op een Nederlandse stad tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het bombardement werd uitgevoerd door Amerikaanse vliegers die ten onrechte dachten boven de Duitse stad Kleef (Kleve) te zitten. Bijna 800 mensen werden gedood, plus nog een onbekend aantal onderduikers.
Honderden Amerikaanse en Britse vliegtuigen vertrokken op 22 februari 1944 om 08.00 uur richting Duitsland. Het doelwit was Gotha, waar een Duitse wagonfabriek stond. De aanval maakte deel uit van een groot offensief ‘Plan Argument’ dat gericht was tegen de Duitse luchtmacht.
Aangekomen in Gotha, was het weer zo slecht dat de talloze vliegtuigen moesten omkeren. Dat was niet makkelijk, gezien het aantal en er ontstond chaos. Uiteindelijk splitsten de vliegtuigen zich in kleine groepjes en keerden ze om naar nieuwe doelen. Toen bleek dat het ook daar bewolkt was, kregen de vliegers de opdracht zelf een aanvalsdoel te kiezen op Duits grondgebied.
De vliegers bombardeerden echter geen plaatsen vóór ze de grens over waren, maar net na de grens, op Nederlands grondgebied.
Nijmegen, Arnhem, Deventer en Enschede
Op 22 februari werden meerdere Nederlandse steden gebombardeerd: Nijmegen (880 doden), Arnhem (57 doden), Deventer (1 dode) en Enschede (40 doden). Allemaal plaatsen niet ver van de Duitse grens. Nijmegen werd het het ergst getroffen. Hoewel de betreffende vliegeniers aanvankelijk de Waalbrug wilden bombarderen werden ze gehinderd door andere Amerikaanse vliegtuigen. Daardoor kwamen hun bommen midden in het centrum van Nijmegen terecht. De bommenwerpers vlogen tevreden over de naar zij dachten geslaagde missie weer terug naar Engeland. Terwijl zij blij waren heelhuids terug te keren, stond Nijmegen in brand.
De overvliegende toestellen boezemden de Nijmegenaren aanvankelijk weinig angst in, aangezien het Nijmeegse luchtruim vaak werd gebruikt voor Duitse aanvallen. Al gauw ging echter het luchtalarm af, waarna veel mensen de schuilkelders indoken. Na de eerste bombardementen werd Nijmegen veilig geacht en de mensen gingen massaal de straat op om te kijken welke schade er was aangericht. De vliegtuigen kwamen echter terug en gooiden nieuwe bommen. Er werd onder meer een kleuterschool getroffen. Ook de bekende Sint-Stevenskerk werd geraakt. Deze is intussen weer volledig gerestaureerd. In totaal werden bijna 800 burgers en een onbekend aantal onderduikers gedood. Doordat de centrale waterleiding ook was geraakt, was het moeilijk aan bluswater te komen. De stad stond drie dagen in brand.
Propaganda
Voor de Duitse propagandamachine was de aanval een ‘meevaller’. De bezetters meldden dat het een doelbewust bombardement was waarvoor de Nederlandse regering in ballingschap toestemming had verleend. Dit laatste – dat toen volledig uit de duim was gezogen – wordt ook nu door sommigen nog geloofd. De propagandamachine probeerde tevergeefs de Nederlanders tegen de geallieerden op te zetten. Zo deden de Duitsers er alles aan om de de hulpverlening na het bombardement soepel te laten verlopen en bestempelden ze de gebeurtenis als ‘Anglo-Amerikaanse terreur’. De propaganda had echter weinig tot geen effect. De Nijmegenaren zagen het bombardement als een ongeluk. Bij de bevrijding werden de Amerikaanse bevrijders ook in Nijmegen als helden ontvangen.
Herdenking van het bombardement op Nijmegen
Hoewel het bombardement op Nijmegen qua burgerslachtoffers ongeveer even zwaar was als de aanval op Rotterdam, werd de gebeurtenis tamelijk doodgezwegen. De gebeurtenis wordt dan ook vaak ‘het vergeten bombardement’ genoemd. Waarschijnlijk werd er minder over gepraat, omdat het ging om een fout van een bevriende natie. Pas twintig jaar na het bombardement werd het voor het eerst herdacht. Maar ook nu nog is er in de stad weinig dat aan het bombardement doet denken. In 2000 werd er pas een monument onthuld op de plek van de getroffen kleuterschool.
In 1984 verscheen een uitgebreid boek over het bombardement op Nijmegen ‘De fatale aanval – De waarheid over de mysterieuze Amerikaanse bombardementen op Nijmegen, Arnhem, Enschede en Deventer’. In 2009 verscheen bij uitgeverij Vantilt een uitgebreid boek over het bombardement op Nijmegen: Nijmegen ’44, verwoesting, verdriet en verwerking.
Boek: Nijmegen ’44 – verwoesting, verdriet en verwerking