‘Gevangen, gevlucht, gesneuveld’ luidt de ondertitel van Terug van het oostfront. Meteen is de toon gezet voor dit boek over de naweeën van het Vlaamse Legioen en het lot van de oostfrontstrijders na de val van het Derde Rijk.
De auteurs Rudi Massart en Jonathan Trigg publiceerden enkele jaren geleden het boek Vlaamse jongens, Duits front waarin ze het verhaal vertelden van de Vlaamse oorlogsvrijwilligers die in dienst van de Waffen-SS naar het Oostfront trokken. Hun nieuwe boek wordt gepresenteerd als een vervolg daarop en focust vooral op de ervaringen van de Oostfronters aan het einde van en kort na de oorlog. Dat doen ze aan de hand van persoonlijke getuigenissen van overlevenden.
Het boek is rijk geïllustreerd met uniek beeldmateriaal uit diverse archieven en collecties.
Oorlogsgruwel
Het voorjaar van 1945 was een verwarrende en chaotische tijd en de toekomst van de Vlaamse leden van de Waffen-SS zag er allerminst rooskleurig uit. Terwijl het Derde Rijk om hen heen instortte, trokken de meesten in de laatste dagen van de oorlog westwaarts waar ze zich overgaven aan de Amerikaanse en Britse bevrijders. Zij die in handen vielen van de Russische troepen hadden minder geluk en belandden in de beruchte strafkampen van de Sovjets.
In het hoofdstuk ‘gruwel in het oosten’ doet een overlevende zijn verhaal, geïllustreerd met tientallen foto’s, al is de herkomst van die beelden niet altijd even duidelijk. Er is ook heel wat aandacht voor de gesneuvelden en vermisten aan het front, opnieuw aan de hand van familiefoto’s, doodsprentjes, archiefmateriaal en brieffragmenten. Zo wordt ook de menselijke tragedie van de oorlog in beeld gebracht. Het levert de meest beklijvende hoofdstukken van het boek op.
Repressie
Eenmaal terug in Vlaanderen kregen de oostfronters evenmin een warm onthaal. De collaboratie met de nazi’s werd hen niet in dank afgenomen. Begrijpelijk gezien de vele slachtoffers die de Duitse bezettingsmacht had gemaakt. De auteurs klagen echter terecht de uitwassen van de repressie aan. Ze doen dit onder meer met aangrijpende beelden van de ongecontroleerde straatsrepressie.
Heel wat Oostfrontstrijders kwamen na hun thuiskomst terecht in interneringskampen. De getuigenissen over de behandeling en het leven in de kampen van Lokeren, Beverlo en Hemiksem schetsen een beeld van een weinig gekend facet van de repressie.
Niet alle oostfronters kregen de rekening gepresenteerd voor hun collaboratie. Sommigen kozen het hazenpad richting Zuid-Amerika, Ierland of Spanje. Het markantste voorbeeld daarvan is Leon Degrelle, de flamboyante leider van de fascistische Rex-partij. Aan hem en zijn Waalse SS-brigade wijdt Terug van het oostfront een hoofdstuk.
De collaboratie was duidelijk geen exclusief Vlaams fenomeen. Overigens werden Waalse collaborateurs harder behandeld dan hun Vlaamse buren, concluderen de auteurs.
Schuld en verwijt
Die conclusie contrasteert wel met wat in het afsluitend hoofdstuk wordt omschreven als de ‘gerechtelijke tsunami’ waarmee de Belgische staat de schuld wilde leggen bij hen die pleitten voor Vlaamse onafhankelijkheid of meer autonomie. De repressie was en is nog steeds een gevoelig onderwerp in Vlaanderen. Het anti-Vlaamse karakter ervan wordt echter niet door alle historici onderschreven.
Cijfers
De auteurs halen verder een aantal cijfers aan: ‘Maar liefst 400.000 mensen werden als verdacht gescreend… er volgden zo’n 100.000 burgers arrestaties … ongeveer 3000 burgers kregen de doodstraf waarvan er 242 werden geëxecuteerd… 57.052 Belgen werden door speciale rechtbanken berecht waarvan 32.000 voor militaire collaboratie…’
Over het aandeel daarin van de circa 8000 overlevende oostfronters blijft het echter gissen. Ook jammer is dat nagelaten wordt om de repressie in een breder kader te plaatsen. Een vergelijking van de naoorlogse repressiecijfers met die van de nazi-repressie tijdens de oorlogsjaren ware nuttig geweest. Volgens Cegesoma, het Belgische expertisecentrum voor de studie van conflicten, kregen naar schatting kregen 40.000 Belgen te maken met Duitse repressie en werden er circa 15.000 ter dood veroordeeld. Met die gegevens in het achterhoofd krijgen de cijfers die in het boek aangehaald worden toch een andere betekenis.
Helden van de collaboratie?
Terug van het oostfront steunt sterk op egodocumenten zoals dagboeken en getuigenissen van overlevenden. Memoires, herinneringen en particuliere beschrijvingen van lotgevallen zijn vanzelfsprekend waardevol, maar moeten met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd worden. Aan dat laatste schort het enigszins in dit boek. Terug van het oostfront is met de vele illustraties vooral een kijkboek geworden dat soms de allure aanneemt van een hommage aan personen die in sommige kringen als ‘helden van de collaboratie’ beschouwd worden.
De auteurs laten zich soms op sleeptouw nemen door het mythische beeld van de koene Vlaamse krijger die vol jeugdige idealen ten strijde trok tegen het verfoeilijke communisme maar uiteindelijk enkel stank voor dank kreeg. Het klopt weliswaar dat de repressie soms hard en buiten proportie was maar de auteurs en hun getuigen vergeten te vermelden dat veel van de aanvankelijke hardvochtigheid al snel werd rechtgezet.
In het besluit lezen we dat de oostfronters en hun familieleden een lange lijdensweg op menselijk, sociaal en financieel vlak te verwerken kregen. Voor Oswald Van Ooteghem, oostfrontstrijder, lid van de Waffen-SS en Vlaams nationalist aan wie het boek is opgedragen, vormde dit alvast geen beletsel om na de oorlog een politieke carrière uit te bouwen en het tot senator te schoppen. Voor hem leek de nasleep van zijn collaboratie dus al bij al nog mee te vallen.
Boek: Terug van het oostfront. Gevangen, gevlucht, gesneuveld