Aan de Florinsmarkt te Koblenz, op amper enkele passen van de samenvloeiing van Moezel en Rijn, bevindt zicht het opmerkelijk “Mittelrhein-Museum”. Opgericht sedert 1965 in een na de oorlog heropgericht gebouwencomplex biedt het de bezoeker een goed overzicht van diverse kunstvormen uit deze regio. Een kennismaking:
Het museum doorgelicht
Tot het opmerkelijkste bezit van het museum behoort een interessante verzameling sculpturen uit de
twaalfde tot de zestiende eeuw. Hieraan is als het ware te lezen hoe de madonnavoorstelling in de kunst evolueerde vanaf de ‘tronende zetel der wijsheid’, de zogenaamde Sedes Sapientiae uit de hoge middeleeuwen, tot de ‘staande liefkozende Moeder Gods’ dewelke later ook de Vlaamse Primitieven zou inspireren. Ook de ontwikkeling van andere figuratieve thema’s zoals bijvoorbeeld de bewening van Maria, inherent aan pièta’s, komt op een meer dan indrukwekkende wijze aan bod. Centraal in deze thematiek is een veertiende-eeuwse pièta uit een voormalig Franciscanenklooster dat op expressieve wijze het lijden van Christus op een bijna mystieke manier voorstelt.
Daarnaast biedt het museum een groot overzicht aan van enkele grootmeesters uit de schilderkunst. Door diverse schenkingen ontstond er immers een belangrijke verzameling schilderijen van onder meer kunstenaars uit de Nederlanden. Met werken van Jan Brueghel de Oude (1568-1625) zoals “Op weg naar de markt” en de Torenbouw van Babel van Lucas van Valckenborch (1535-1597), alsook het drieluik “De spijziging van de 5000” uit de kring van Lucas van Leyden (1494-1533) is de oudere periode vertegenwoordigd. Ook de verscheidenheid van de genreschilderkunst uit de ‘gouden eeuw’ der Nederlandse kunst wordt in
mooie werken voorbeeldig aangetoond. Zo is er de “Doornen kroning” van Andries Both (1612-1642) dat op meesterlijke wijze pakkende volkse elementen verbindt met een typische ‘clair-obscur’ techniek. Voorts kunnen ook latere kunstwerken bestudeerd worden zoals een doek van de Venetiaanse schilder Giovanni Baptista Pittoni (1687-1767) dewelke zich voornamelijk toelegde op religieuze, mythologische en historische onderwerpen.
Verder bezit het museum eveneens een bijna unieke verzameling schilderijen en tekeningen van Januarius Zick (1730-1797) die grote faam genoot omwille van zijn talrijke fresco’s voor kerken en paleizen in de omgeving van het voormalige keurvorstelijke Trier en terecht de bijnaam opgespeld kreeg van de “laatste grootschilder uit de Barok”. Bovendien is naast belangrijke plaatselijke schilders zoals Hermann Anschutz en Simon Meister ook de Koblense schilderschool uit de vroege twintigste eeuw vertegenwoordigd door diverse kunstenaars zoals Hans Sprung (1884-1948), Hans Dornbach (1885-1952) en Robert Gerstenkom (1877-1965).
Archeologie en stadsgeschiedenis
Talrijke vondsten gaande van het neolithicum over de Keltische en Romeinse periode en de tijd der Franken komen echter evenzeer in het museum aan hun trekken. In enkele zalen kan de bezoeker kennis maken met diverse werktuigen, vaatwerk, juwelen en gedenkstenen. Van bijzondere waarde is een bronzen ruiterfiguurtje dat in Kärllich in een rijk gevulde wagengraf werd gevonden en dat dateert uit de vijfde eeuw voor Christus.
Uit de Romeinse tijd zijn dan weer naast een ruiterhelm uit Bubenheim en een imposante munten- en keramiekcollectie onder meer sculptuurfragmenten te bezichtigen afkomstig uit een Mercurius tempel.
Vermeldenswaardig is evenzeer een model van de hand van de beeldhouwer Emil Hundrieser (1846-1911) van het bekende ruiterstandbeeld van keizer Wilhelm I dat vele malen uitvergroot troont boven de ‘Deutches Eck’, aan de samenvloeiing van Moezel en Rijn.
Rudi Schrever
Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]