Musea hebben veel te bieden, een collectie en de bijbehorende verhalen. Betekenis geef je aan dat aanbod door er een activiteit en een beleving aan te koppelen. Dat kan ook op locatie. Het communicatiebureau Prima Donna uit Deventer is daarom gestart met het project “het museum komt naar je toe”.
In dit project dagen zij Gelderse musea uit de boer op te gaan. Hiermee maken musea zich op locatie zichtbaar en geven zij het publiek een vernieuwende ervaring. Met Petra Visser, directeur van Prima Donna had ik een gesprek over dit project en welke eisen dit stelt aan het gastheerschap van een museum.
Wat was de aanleiding voor jullie om met dit project te starten?
Petra: “Wij zijn vorig jaar gestart met “het museum komt naar je toe”. Het gaat om een driejarig project in samenwerking met de provincie Gelderland in het kader van het Cultuur- en erfgoedprogramma 2013-2016. Door middel van het project wil de provincie verbindingen leggen tussen het verhaal van het verleden, de musea en andere partijen. Deze samenwerking kan nieuwe producten, nieuwe bedrijvigheid, nieuwe publieksstromen en sterke sociale verbanden opleveren.
De provincie ondersteunt innovatieve vertelwijzen, bijvoorbeeld via internet en smartphones of door samenwerking met nieuwe partners. Musea vervullen een centrale rol in het vertellen van het verhaal van het verleden. Erfgoedmusea, die een deel van de regionale en lokale geschiedenis in beeld brengen en kunstmusea, die het beleven van kunst centraal stellen. Dit verhaal kan ook op een vernieuwende manier worden verteld door met het verhaal naar het publiek toe te gaan.”
Wat hebben jullie tot nu toe gedaan?
“De belangrijkste activiteit tot nu toe is het Gelders Museummenu. Bij dit project werken musea nauw samen met Gelders restaurants. Op zondag 1 februari 2015 vond de eerste editie van het museummenu plaats. In verschillende restaurants konden gasten genieten van een smakelijke lunch of diner geïnspireerd op een thema uit de Nederlandse geschiedenis. Verschillende Gelderse musea verzorgden het inhoudelijk deel van het programma.”
Wat waren de ervaringen van het Museummenu en welke eisen stellen zo’n project aan het gastheerschap van een museum ?
“De ervaringen waren overwegend positief. De deelnemende musea hebben veel aandacht van de media gekregen en kwamen in aanraking met nieuwe doelgroepen, die anders niet zo snel hun musea zouden bezoeken. Wel moesten de musea een sterke identiteit hebben en goed weten welk imago zij op een andere locatie wilden uitstralen. Op deze manier konden zij voorkomen dat zij ondersneeuwden op de vreemde locatie van de samenwerkingspartner. Ook moesten zij zich niet alleen in hun eigen bezoekers verdiepen, maar ook in de gasten van de restaurants waarmee zij samenwerkten.
Verder kostte de voorbereiding veel tijd, moesten de deelnemende musea niet te moeilijk denken en bereid zijn om zich aan te passen aan de restaurants waarmee zij samenwerkten. De angst dat het project te veel tijd zou kosten en te veel problemen zou geven heeft veel andere Gelderse musea daarom weerhouden om aan het project deel te nemen.”
Hebben jullie nog andere activiteiten georganiseerd in het kader van het project “Het museum komt naar je toe” ?
“Wij zijn ons nog aan het oriënteren op vervolgstappen. Wel hebben wij een speciale website ontwikkeld met diverse voorbeelden van activiteiten buiten de museummuren. Ons idee is namelijk dat elk Gelders museum een aanbod heeft waarmee het museum de boer op kan. Het publiek verrassen is een belangrijk onderdeel van “het museum komt naar je toe”. Dus waarom niet een tentoonstelling op een bijzondere plek? Bijvoorbeeld in een leeg winkelpand of in de foyer van een schouwburg. In een bibliotheek of bij de mensen thuis. Echte kunst aan de muur bij een interieurwinkel of in het restaurant van een dierentuin. Of bijvoorbeeld in de kantine van een bedrijf. Zo zijn er nog vele verrassende plekken te bedenken.
Een mooi voorbeeld is de expositie van het Zeeuwse Museum het Polderhuis in een vuurtoren. Een bezoekje aan een vuurtoren is op zich al bijzonder. Maar het museum het Polderhuis maakt het nog gekker. Namelijk met een tentoonstelling over de geschiedenis van de vuurtorens in de vuurtoren zelf. Het museum heeft dit mogelijk gemaakt met Rijkswaterstaat en de gemeente Veere.”
Museum komt naar museum
Het idee van het concept ‘museum komt naar museum’ is dat je een museumstuk of interieurobject of iets anders opvallends bij een collegamuseum zet en dit museum zet iets bij jou in het museum. Zo verwijs je naar elkaar en komen de museumbezoekers van de collega wellicht ook bij jou. Een win-win situatie voor beide.
Televisieprogramma De Wereld Draait Door (DWDD) is nog een stapje verder gegaan met dit concept. Zij openden namelijk met tien musea een pop-up museum in het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Aan elk museum was een vaste gast van DWDD gekoppeld als gastconservator. Zij gingen op zoek in de depots van de musea naar het werk van verborgen kunstenaars, dit was dan ook direct het thema van het pop-up museum.
Museum als verhaal
Er zijn veel doelgroepen voor musea die wel graag naar het museum toe zouden willen gaan, maar het simpel niet kunnen. Zo zijn er bijvoorbeeld ouderen, mensen, die in een psychiatrische inrichting zitten, mensen in het ziekenhuis, mensen die wat minder te besteden hebben, gevangenen en ga zo maar door.
Een mooi voorbeeld van hoe je deze mensen toch kunt bereiken is het Museum voor 1 dag (MV1D). Bij dit project krijgen de mensen in verplegings- en verzorgingshuizen gedurende één dag voorwerpen van vroeger in handen, terwijl er ondertussen verhalen over verteld worden door opgeleide verhalenvertellers. Bewoners, die musea nog wel leuk vinden, maar er niet meer naar toe kunnen gaan, krijgen de mogelijkheid om in huis kennis te maken met de collectie van musea.
Drukke plek
Het museum kan ook dingen organiseren op een drukke plek zoals midden in een drukke winkelstraat of op een festival. Iemand in een historisch kostuum vraagt bijvoorbeeld iets of geeft een demonstratie. Ongetwijfeld reageren mensen verrast. Het is interessant om de reacties te filmen of op foto vast te leggen, zodat hier in het museum en op internet nog iets mee gedaan kan worden.
Een ander voorbeeld is de Late Rembrandt tentoonstelling. Twaalf topstukken uit de Late Rembrandt expositie van het Rijksmuseum in Amsterdam zijn geanimeerd en tot leven gebracht. Deze meesterwerken worden gedurende de tentoonstelling online en via digitale abri’s op metrostations in Amsterdam en Rotterdam getoond.
Videomapping is weer een andere mogelijkheid. Daarbij worden gebouwen omgetoverd tot locaties waarop iets geprojecteerd kan worden. Gebouwen komen tot leven, vertellen een verhaal, laten een ontwikkeling zien of maken iets beeldend.
Beleef het museum onderweg
Er zijn tal van digitale routes ontwikkeld waarmee de toerist de geschiedenis van een bepaald gebied kan beleven. Verhalen en objecten van het plaatselijke musea lenen zich ervoor om daarin een plek te krijgen.
Het Nederlands Openluchtmuseum gaat hierin nog een stapje verder met de Openluchtmuseum-kamer. Deze kamer voert hotelgasten terug naar de jaren vijftig. Op 7 juli 2014 opende Best Western Plus Hotel Haarhuis in samenwerking met het Nederlands Openluchtmuseum een unieke nieuwe gastenkamer in het Arnhems hotel.
De Nederlands Openluchtmuseum-kamer voert de gasten terug in de tijd. De inrichting is vintage jaren vijftig en verworven in samenwerking met de conservatoren van het museum. Door het levensechte fotobehang wanen de gasten zich in de gezellige arbeiderswoning uit Tilburg in het museum. Met het tweedaags Openluchtmuseum-arrangement slaap je in de stijl van de jaren vijftig, dineer je in de stijl van de jaren vijftig en kun je ook nog het Openluchtmuseum bezoeken. Dat is nog eens wat anders dan een middagje een museum bezoeken…
Meer voorbeelden op de website hetmuseumkomtnaarjetoe.wordpress.com