Jonge Historici werd zes jaar geleden opgericht om scripties voor een breed publiek toegankelijk te maken. Ik heb de indruk dat jullie tegenwoordig veel meer doen. Kan je daar wat over vertellen?
“Sinds de oprichting hebben wij zowel onze doelstelling als onze organisatie sterk uitgebreid. We begonnen te denken: hoe kunnen we geschiedenisstudenten of young professionals met een geschiedenisachtergrond een podium bieden om te schrijven of te vertellen over hun onderzoek en interessegebieden? Nu bestaat onze organisatie naast het dagelijkse bestuur uit de afdelingen ‘website’, ‘uitgeverij’, en ‘evenementen’. Elk met een eigen team en eigen doelstelling. Een team redacteurs begeleidt een wisselende groep jonge historici in het schrijven van ingezonden columns, recensies en verslagen voor de website. De redacteuren van de uitgeverij publiceren en redigeren niet alleen scripties maar begeleiden studenten ook bij het schrijven van een longread op basis van de scriptie. De longread is een stevig populairwetenschappelijk artikel van ongeveer 2000 woorden. Onze evenementencoördinatoren organiseren een breed scala aan evenementen: van een avond met spannende historische verhalen en toneelstukken, een lezing over ‘historical gaming’ tot een arbeidsmarktcongres. We gaan steeds op zoek naar nieuwe invalshoeken.
Is het lastig voor jullie om de stichting te blijven bemensen? Als een historicus ouder wordt, valt die op een gegeven moment immers weg. Hoe zorgen jullie voor continuïteit?
“Tot nu toe zien we gelukkig dat er steeds weer nieuwe jonge historici zich melden om bij ons aan de slag te gaan. Maar het klopt, jonge historici worden ook ouder en het is daarom voor ons van groot belang om hierop onze communicatiestrategie aan te passen. We staan in nauw contact met geschiedenisopleidingen en verenigingen in het hele land. Ook zijn er aan meerdere universiteiten geschiedenisstudenten namens Jonge Historici als ambassadeur werkzaam om studenten kennis te laten maken met wat wij doen.
Je bent de derde voorzitter van de stichting. Wat is jouw achtergrond en wat wil jij de komende tijd bereiken?
“Afgelopen zomer legde ik de laatste hand aan mijn onderzoeksmasterscriptie geschiedenis. In mijn scriptie onderzocht ik het denken van de Duitse diplomaat Oskar von Niedermayer, die bekend staat als de Duitse ‘Lawrence of Arabia’. Ik vond het interessant om te zien hoe de twee onderwerpen ‘levensverhaal’ en geopolitieke ontwikkelingen samenkwamen in dit onderzoek. Na het inleveren van mijn scriptie ging ik gelijk verder met een tweede master, de lerarenopleiding om eerstegraads docent te worden. Ik sta nu met veel plezier voor de klas op het Montessori Lyceum in Amsterdam en werk daarnaast aan een promotievoorstel.
Ik had het geluk dat de organisatie tijdens mijn aantreden al goed functioneerde. Elke afdeling van Jonge Historici werkt gestructureerd en autonoom. Dit geeft mij als voorzitter de ruimte om te kijken naar groeimogelijkheden. We zijn op een punt beland dat onze ambities groter zijn geworden dan onze middelen. We willen graag grotere evenementen organiseren en met onze website nog meer mensen bereiken. Hiervoor is acquisitie van groot belang. Wij hebben geen winstoogmerk, maar zijn wel op zoek naar partners en donateurs die het ons mogelijk maakt om onze ambities te verwezenlijken.
Daarnaast is het mijn doel om een wetenschappelijke tak binnen de uitgeverij op te richten, zodat het ook mogelijk wordt om als beginnende promovendus een eerste wetenschappelijk artikel bij ons te publiceren. We zijn op dit moment aan het overleggen met onze partners of dit haalbaar is. Tot slot hoop ik bij te dragen aan verdere verbreding van ons aanbod. Zo is onze penningmeester en tevens docent Pim den Dekker onze portefeuillehouder onderwijs. Ik zie daar ook mogelijkheden om nieuwe projecten op te zetten samen met ambitieuze jonge docenten.
In een artikel schreef je onlangs dat meer jonge historici zich moeten ontwikkelen tot opiniemakers. Waarom moeten historici zich eigenlijk bezighouden met opinie? Is er niet al veel te veel opinie en kunnen historici zich niet beter bezig houden met het geven van feitelijke achtergrondinformatie?
“Een belangrijk deel van het historische ambacht bestaat inderdaad uit het onderscheiden van feit en fictie uit het verleden. Daarmee stuiten we gelijk op de belangrijke rol voor historici bij maatschappelijke debatten. Historici zijn bovendien als geen ander in staat om discussiethema’s binnen de historische context te positioneren en daarmee inzicht te bieden in wat er op het spel staat. Ook kunnen historici vergelijkingen trekken met het verleden of deze juist weerleggen en op die manier nieuwe argumenten introduceren of bestaande argumenten aanscherpen. Ik denk dat de combinatie van nuancering en verheldering zeer waardevol is voor tal van huidige maatschappelijke discussies. Jonge historici kunnen dit als geen ander over het voetlicht brengen.
Je wil een groot publiek kennis laten maken met “de waarde van geschiedbeoefening”. Waarom eigenlijk?
“Naar mijn idee heeft de geschiedenis ontzettend veel te bieden. We komen op nieuwe ideeën over onze eigen tijd en ons leven. We worden geïnspireerd door de daden van personen in lang vervlogen tijden. Historisch besef maakt mensen kritisch, reflectief en zet aan tot genuanceerd denken. Juist nu is de geschiedbeoefening waardevoller dan ooit, door de grote omvang van informatie en opinies waar we dagelijks mee geconfronteerd worden. Historici maken dan pas op de plaats en wegen zowel de inhoud als de oorsprong van alle argumenten en ideeën en komen dan vaak tot verrassende nieuwe inzichten.
Is het lastig om een ‘Jonge Historicus’ te zijn? Met andere woorden: is er genoeg ruimte voor jullie, bijvoorbeeld in de media of in de culturele en academische wereld?
“Historici krijgen regelmatig een podium. Ze zijn graag geziene gasten bij talkshows en laten van zich horen als columnisten in kranten. Maar veel jonge historici krijgen nog niet de kans om deel te nemen aan maatschappelijke discussies. Wij bieden hen wel de ruimte om zich te profileren.
Daarnaast staan historici sterk onder druk, bijvoorbeeld door het hoge rendementsdenken in het academische onderwijs (wat ten koste gaat van het aantal promotieplaatsen voor historici) en de bezuinigingen in de culturele sector. Een schrijnend voorbeeld is de opheffing van de bibliotheekcollectie van het Koninklijk Instituut voor de Tropen, een uniek en onvervangbaar archief. Onbegrijpelijk. Maar ik hoor gelukkig ook veel succesverhalen. Tijdens ons carrière-event ‘Maak Werk van Geschiedenis’ was te zien over welke veelzijdige talenten jonge historici beschikken. De vaardigheden van historici zijn in allerlei sectoren met succes toepasbaar. Ze gaan aan de slag als zelfstandige cultureel ondernemer of in een andere aanverwante sector, zoals de journalistiek of de overheid. Wat ze gemeen hebben is dat ze steeds de meerwaarde van hun studieachtergrond laten zien. Dit jaar zijn we van plan om wederom aandacht te besteden aan de verbinding tussen de historicus en de arbeidsmarkt. Dit doen we door middel van de verkiezing van de ‘Jonge Historicus van het Jaar’, waarbij we op zoek gaan naar een jonge historicus die als geen ander de verbinding legt tussen de geschiedwetenschap en het werkveld. Het is nog mogelijk om hiervoor tot 1 maart kandidaten de nomineren!
Website Jonge Historici: www.jhsg.nl
Artikelen van Jonge Historici op Historiek