Over Hitlers georganiseerde massamoord op Joden, zigeuners, homo’s en politieke tegenstanders is al veel geschreven. Dat Adolf Hitler zich al voor de Tweede Wereldoorlog keerde tegen zijn eigen burgers met een beperking of handicap is minder bekend. Deze geheime genocide wordt uitvoerig besproken in het boek Psychogenocide. Psychiatrie, kunst en massamoord onder de nazi’s van Erik Thys. In dit schokkende boek wordt verteld hoe de nazi’s op systematische wijze 300.000 psychiatrische patiënten ombrengen. Deze slachting begint al in 1939 in Polen, een fragment daarvan op Historiek.
Psychogenocide: De Poolse prelude
Het gruwelijke lot van de psychiatrische patiënten in Polen maakte integraal deel uit van de doelbewuste industriële psychiatrische genocide van de nazi’s. Meer zelfs, als de Actie T4 (de planmatige, industriële uitroeiing van psychiatrische patiënten en personen met een beperking red.) een voorspel vormde op de Holocaust, dan vormde de slachting onder de Poolse patiënten een prelude op T4. De oorlog tegen de ‘minderwaardigen’ nam hier de vorm aan van een echte oorlog.
De Tweede Wereldoorlog begon toen de Duitse troepen op 1 september 1939 Polen binnenvielen. Conform het Molotov-Ribbentroppact werd Polen kort nadien in twee ongeveer gelijke stukken verdeeld tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie. Het Duitse stuk werd voor een deel ingelijfd in het Duitse rijk. In het resterende, niet geannexeerde deel, het zogenaamde Generaal-Gouvernement, zouden de nazi’s bijzonder lelijk huishouden. Daar werden later ook verschillende vernietigingskampen gebouwd waar miljoenen mensen de dood zouden vinden. Opmerkelijk is dat de nazi’s al tijdens de eerste weken van de oorlog begonnen met de systematische eliminatie van psychiatrische patiënten. Hoewel hiervoor geen bewijzen voorhanden zijn, menen we dat het niet uitgesloten is dat de antidatering van de Führermachtiging de bedoeling had om deze fase retroactief te legitimeren. In veertien grote psychiatrische instellingen, verspreid over het hele Poolse grondgebied, werden de patiënten brutaal uitgemoord. Enerzijds om eugenetische redenen, anderzijds om plaats te maken voor soldaten in de tot militaire hospitalen omgebouwde klinieken (zie kaart). Dertienduizend patiënten die in deze ziekenhuizen opgenomen waren of er speciaal naartoe gedeporteerd werden, vonden er de dood. In totaal wordt het aantal vermoorde psychiatrische patiënten in Polen geschat op 20.000 (Nasierowski 2006).
De eerste stap was telkens de overname van het bestuur van het ziekenhuis. Sommige psychiaters collaboreerden vanuit een eugenetische of proDuitse overtuiging, zij die niet meewerkten werden gedood, vluchtten of pleegden suïcide (Gawin 2007). De patiënten mochten vanaf deze machtsgreep niet meer ontslagen worden en werden ingedeeld volgens drie criteria. Diagnose, arbeidsgeschiktheid en etniciteit: Duits, Pools of Joods. De volgende stap was het ombrengen van de patiënten door SS-manschappen. Hoewel enorm brutaal gebeurden de moordcampagnes zo discreet als enigszins mogelijk.
Vanuit hun hoofdkwartier in Poznań organiseerde een speciale eenheid (Sonderkommando) van de SS de moordcampagnes onder leiding van Obersturmführer Herbert Lange. De eenheid bestond uit vijftien officieren van de Sicherheitspolizei, zestig politiemannen en een aantal gevangenen uit Poznań. Het eerste doelwit van Sonderkommando Lange was het psychiatrische ziekenhuis in Świecie in Pommeren. Zodra de locatie militair veroverd was, werd de directeur van het ziekenhuis vervangen door een naziarts en even later omgebracht.
De nieuwe Duitse artsen deelden de patiënten in drie groepen in: Joden, chronisch zieken en arbeidsgeschikte patiënten. Al op 10 september werden patiënten door de SS’ers naar een nabijgelegen bos getransporteerd, door een vuurpeloton neergeschoten en in een massagraf begraven. Op een week tijd werden op die manier duizend patiënten omgebracht, onder wie 120 kinderen die gelokt werden voor een zogenaamde uitstap. Een gelijkaardig scenario speelde zich af in het ziekenhuis van Kocborowo. De nazi’s voerden al snel experimenten uit om efficiënter te kunnen doden, onder andere met chemische substanties. Maar er waren ook andere nevenactiviteiten. Nazipsychiater dr. Schimanski verkocht lijken van slachtoffers voor negen rijksmark per stuk aan professor Rudolf Spanner, directeur van het Anatomisch Instituut van Gdansk (Danzig) (Klee 2010).
Spanner zou later bekend worden met onderzoek over de aanmaak van zeep en andere producten op basis van het vet en de huid van mensen. Maar al in oktober 1939 zetten de nazi’s een belangrijke technologische stap vooruit in de technologie van het doden.
De eerste gaskamer
Kort na de invasie van Polen kwam een zekere August Becker in het land aan. Becker was als chemicus bij de overkoepelende rijksveiligheidsdienst (RSHA) tewerkgesteld. De man, wegens zijn haarkleur ‘rode Becker’ genoemd, organiseerde er een experiment met een giftig gas. Enkele mensen werden in een bunker opgesloten en succesvol vergast. Aan de rand van Poznań bevond zich Fort VII, een oude vesting die de nazi’s gebruikten als gevangenenkamp. Na het geslaagde experiment werd de bunker van Fort VII ingericht als gaskamer voor de psychiatrische patiënten die met vrachtwagens uit het psychiatrische ziekenhuis van Owińska werden aangevoerd. In de bunker, niet meer dan een smalle, gewelfde gang, was plaats voor vijftig personen. Voor de vergassing was de keuze gevallen op koolmonoxide (CO), een kleur- en reukloos gas dat het zuurstoftransport in het bloed blokkeert. CO-vergiftiging gaat gepaard met hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid en ten slotte spierverslapping en slaperigheid. De dood volgt door fataal zuurstofgebrek in de hersenen. Een van de gevangenen die voor het Sonderkommando Lange werkte beschreef de procedure als volgt:
De SS-mannen bevalen ons om de zieken uit de vrachtwagen te halen en ze over te brengen naar een aparte bunker. […] Uit de wagen haalden we ook metalen flessen, die er als zuurstofflessen uitzagen. Deze flessen zetten we bij de bunker neer. Zodra de bunker met de zieken gevuld was en de ijzeren deur gesloten was, bevalen de SS-mannen ons om de deur met klei af te dichten. Daarna stuurden ze ons naar onze cellen terug. Na korte tijd werden we opnieuw op de binnenkoer ontboden. Men beval ons om de klei te verwijderen, de deur te openen en de lijken van de met gas vergiftigde zieken naar buiten te trekken. (Klee 2010)
De lijken werden vervolgens naar een bos vervoerd nabij Oborniki Wielkopolskie, waar ze in massagraven geworpen werden. Op deze wijze werden tussen september en december 1939 enkele honderden weerloze patiënten vermoord. Het is heel waarschijnlijk dat SS-aanvoerder Himmler samen met andere hooggeplaatsten er in die periode persoonlijk een vergassing kwam bijwonen (Klee 2010).
De bunker van Fort VII in Poznań – en niet kasteel Grafeneck zoals sommigen beweren – is vrijwel zeker de eerste gaskamer voor gesystematiseerde moord in de geschiedenis.
Even later werd nog een nieuwe techniek getest. Vrachtwagens werden door dezelfde gevangenen omgebouwd tot rijdende gaskamers, opnieuw met de deskundige hulp van rode Becker. Enkele tientallen patiënten werden in de luchtdichte laadruimte van de vrachtwagens op banken geplaatst en naar het bewuste bos vervoerd. Vlak bij de graven werd halt gehouden. Daar werd een meegevoerde gasfles op een leiding aangesloten die in de laadruimte onder een zitbank uitmondde.
SS-mannen openden vervolgens het ventiel en na een halfuur konden de lijken door de gevangenen rechtstreeks in de graven geworpen worden. De SS-mannen putten zich uit om de gevangenen diets te maken dat de psychiatrische patiënten louter een overbodige last waren. Door het systeem van de gaswagens bespaarden de nazi’s zich de moeite en de tijd van het inladen van de lijken in de vrachtwagens. De slachtoffers moesten een deel van het werk zelf doen, ze werden tot het laatste moment in leven gelaten. Een strategie die later nog verder geperfectioneerd zou worden. Omdat de gaswagens een ongewone vorm hadden werden ze gecamoufleerd als commerciële vrachtwagens en kregen ze nepinsignes opgeplakt van Kaisers Kaffee Geschäft (Kaisers koffiehandel, een werkelijk bestaand bedrijf).
Boek: Psychogenocide, psychiatrie, kunst en massamoord onder de nazi’s