In juli 2019 vonden archeologen in Renancourt, niet ver van het Noord-Franse Amiens, een 6 centimeter groot kalkbeeldje dat alle kenmerken vertoonde van een oud genre, dat al in de negentiende eeuw Venus werd genoemd. Ook deze Venus van Renancourt is een en al vrouwelijkheid met flinke borsten en opspringende billen, terwijl armen en hoofd ontbreken, net als de onderbenen. De vinders ontdekten de resten van in totaal vijftien van deze, meestal incomplete, noestige naakten. Een topvondst dus die andermaal discussie los maakte.
‘Ze praat tegen ons, ze maakt emoties in ons los, ze houdt ons in haar ban’
…zegt een wetenschapper. Maar wát wil ze eigenlijk zeggen?
Het dit voorjaar verschenen Mevrouw Sapiens – de vrouw uit de prehistorie biedt uitkomst. Recent onderzoek zou de oude beeldvorming corrigeren, de vrouw uit het late stenen tijdperk was ‘veel machtiger en krachtiger’ dan lang is gedacht. De schrijvers, Thomas Cirotteau en Eric Pincas en redacteur Jennifer Kerner, beweren dat mede op gezag van hoogleraar Sophie A. de Beaune van de Université Jean de Moulin III te Lyon. De Beaune bracht hen in contact met een keur aan prehistorici, paleogenetici, paleoantropologen, kunsthistorici, etnologen en andere experts. Het boek heeft kortom de zegen van de Franse wetenschappelijke goegemeente. Het telt zeven hoofdstukken en 170 pagina’s. Het is helaas maar summier geïllustreerd. De conclusies zijn niet erg opzienbarend. Geen matriarchaat, geen Amazones of vrouwenparadijzen, maar wel meer nuance en een rijker beeld. Dat is toch winst.
Terug naar Renancourt, een klein paleolithisch Pompeï, aldus de schrijvers. Hier lag ooit een kampje van jagers en verzamelaars in een dal waar rendieren makkelijk gevangen konden worden. De jagers wierpen lange houten speren, uit de hand of met behulp van speerwerpers. Archeoloog Clément Paris trof er ook de botten van zo’n zeventig dieren aan en schat het aantal jagers en verzamelaars op dertig. Dankzij deze vondsten verdubbelde het aantal Franse Venusbeeldjes uit dit tijdperk. In honderdvijftig jaar tijd zijn er in Europa bijna honderd van opgegraven. In de negentiende eeuw deed men ze af als vruchtbaarheidsbeelden, voor de rest was er nauwelijks aandacht voor de prehistorische vrouw. Zij was moeder en huishoudster en in de ogen van de mannelijke wetenschappers verder oninteressant. Pas vanaf pakweg 1970 stelden vrouwelijke onderzoekers nieuwe vragen en ontstond een nieuw beeld. Nieuwe technieken brachten nieuwe gegevens binnen handbereik.
Stoere vrouwen
Eerste leerpunt is dat de vrouwen uit de prehistorie – hier met name de periode tussen pakweg 30.000 en 10.000 jaar voor Christus – totaal niet leken op de bijna obese Venussen. Botonderzoek laat zien dat de toenmalige vrouw veel sterkere armen had dan haar moderne seksegenoot. Ze was een ‘sportief type’, had een ‘sterk, gehard lichaam, … ze waren gespierd en hadden geen overtollig vetweefsel’, aten het magere vlees van wild. Misschien leken ze wel meer op de al in 1892 gevonden Venus van Brassempouy. Dit meisje (?) met haar fraaie muts (?) of kap is het oudste voorbeeld van een realistische afbeelding en is zo’n 25.000 jaar oud.
Hoe zag haar leven eruit? De auteurs volgen de vrouw per levensfase en sluiten af met haar rol in de voedselvoorziening en in de hiërarchie. Bij de speurtocht vormt de etnografie een belangrijk hulpmiddel, de studie van jagers-verzamelaars uit recentere tijden. Natuurlijk zijn dat geen ‘levende fossielen’, dus de vergelijking moet voorzichtig worden gemaakt. Toch wegen de voordelen op tegen de nadelen, aldus de schrijvers.
Vrouwen wilden ook toen indruk maken. Op veel skeletten zijn sieraden aangetroffen, zeeslakjes, kralen, schelpen, hoektanden van herten en reeën. Vrouwen droegen hangers met geometrische of juist figuratieve vormen. Ze hadden gevoel voor schoonheid. De vroege mens leerde kleding maken, knopen en spelden, bewerkten huiden. Hoe verleiding en paarvorming precies vorm kregen vertellen skeletten niet en is cultureel bepaald. De kus is maar één uiting uit een breed palet aan mogelijkheden. Uit Brazilië is overigens een rotswandtekening bekend van twee zoeners.
Oker was beschikbaar voor lichaamsversiering of op kunstvoorwerpen. Dans en muziek figureerden al vroeg in de betrekkingen tussen de geslachten. Op de enige prehistorische afbeelding ervan gaat het overigens om twee dansende vrouwen.
De seksualiteit is volop zichtbaar op prehistorische vindplaatsen. Natuurlijke spleten of holtes vormden de achtergrond voor expliciete erotische taferelen, die doen denken, aldus de schrijvers, aan een prehistorische Kamasutra. De bijna levensgrote en levensechte afbeeldingen van drie naakte vrouwen op een wand van de abri Le Roc-aux-Sorciers, in de Vienne, zouden drie levensfasen voorstellen, van kind tot oudere vrouw.
Gezinnen
Vrouwen kregen gemiddeld zo’n vijf a zes kinderen, niet meer, omdat ze hun kinderen langer zoogden en in die periode meestal niet zwanger werden. Draagbuidels hielpen de handen vrij te houden. Vrouwen namen ook deel aan de jacht, ook op groot wild, ze waren er sterk genoeg voor. Maar misschien was het strikken van klein wild wel veel belangrijker. Noten en vruchten brachten meer voedsel op tafel dan de jacht. De taakverdeling tussen mannen en vrouwen was dus evenwichtiger dan eerder werd gedacht.
Waren vrouwen ook machtig? Dat zou het graf aantonen van de ‘dame van Cavillon’, die zo’n 21.000 jaar geleden in Noord Italië haar laatste rustplaats kreeg. In de rotswand graveerden nabestaanden een prachtig paard. De 37-jarige dode droeg een kap met daarin 200 schelpen en 22 met oker bewerkte hertentanden. Haar lichaam was met rode oker versierde kap. Bijzonder rijk dus. Maar ook een bewijs voor een machtspositie? Nee, toch niet, want het praalgraf straalde niet alleen op haar af maar natuurlijk ook op haar familie die zo haar rijkdom en macht kon etaleren. Wezen de Venusbeeldjes naar machtige vrouwen? Dat gaat de schrijvers te ver, ze geloven niet in een matriarchaat, zoals Friedrich Engels in de negentiende eeuw en sommige feministen in de jaren zeventig, of zoals de beroemde Litouws-Amerikaanse onderzoekster Marija Gimbutas vanaf de jaren 1950 haar hele leven zou volhouden. Voor een flink wat latere periode, dat wel.
Actieve vrouwen
Al met al nuanceren de onderzoekers de differentiatie tussen mannen en vrouwen nogal. Daarmee waarderen ze de rol van vrouwen op. Het risico is wel dat vanwege alle onzekerheden hun interpretaties vooral iets zeggen over hun eigen tijdgebonden maatschappelijke opvattingen. Zo past het beeld van de actieve, sterke, gelijkwaardige vrouw wel érg goed bij moderne opvattingen. Zeker, de wetenschappelijke onderzoeksmethoden zijn stukken beter geworden, de intuïties van al die kenners moet je serieus nemen, maar sluitende antwoorden zijn niet altijd mogelijk.
Een andere kanttekening is dat de analyses wel zwaar leunen op etnografische literatuur. Een minpunt is dat de auteurs zwaar leunen op de experts die telkens sprekend worden geïntroduceerd. Dat maakt de tekst stroef. Literatuurverwijzingen ontbreken. Ook het aantal illustraties is zoals gezegd erg beperkt. Erg raar is verder dat de Venus die is afgebeeld op de voorpagina en flap niet dezelfde is als de in het boek afgebeelde Venus van Renancourt. Een verklaring ontbreekt.
Het raadsel blijft onoplosbaar. Staan de Venussen voor zwangere vrouwen die ‘op alle dagen lopen’, vormen ze een ‘pantheon’ op de wanden van grotten, ‘totems, visioenen, voorouders, natuurgeesten’? Staan ze voor het belang van vruchtbaarheid? De indrukwekkende nieuwe natuurwetenschappelijke methodes knabbelen wel aan de grenzen van ons weten, maar kunnen deze horde niet nemen.
Boek: Mevrouw Sapiens. De vrouw in de prehistorie