Laten we eerlijk zijn: u denkt niet werkelijk dat een Gallisch dorpje er uitzag zoals in Asterix. Zelfs in een kleine nederzetting aan de westelijke rand van Gallië (zo heette Frankrijk toen), waar de bewoners moedig weerstand boden aan de Romeinse overweldigers, waren er allerlei dingen die de dorpelingen hadden overgenomen van de aangrenzende cultuur. De verspreiding van Italiaanse vrouwensieraden rond 100 v.Chr. documenteert de handel die op dat moment al plaatsvond. Ze toont trouwens ook langs welke routes Julius Caesar tussen 58 en 50 v.Chr. Gallië zou onderwerpen.
Maar goed, hoe zag zo’n Gallisch dorp er nu wél uit? Hier zijn wat foto’s uit Aubechies in Henegouwen, waar in een historisch openluchtmuseum allerlei antieke gebouwen zijn nagebouwd, dus ook uit de La Tène-tijd, om de archeologische naam te gebruiken voor de cultuur van Gallië in de Late IJzertijd. Plus nog wat zaken uit andere plekken.
Boerenleven
Eerst maar even een boerderij. Negen van de tien mensen was destijds immers boer – iets wat je uit Asterix niet meteen zou afleiden. Het origineel van de onderstaande boerderij is opgegraven in Villeneuve-Saint-Germain. Dit is wat Caesar in Gallië aantrof.
We nemen even een kijkje in het huis, waar het weefgetouw vrij centraal staat. In het Asterix-album Het geschenk van Caesar betrekken de inwoners van het Gallisch dorpje hun textiel bij een rondreizende koopman, maar in feite maakten de Galliërs het liever zelf.
Er was ook een graanopslag die op poten stond om te verhinderen dat ongedierte er naartoe zou klimmen. Zulke gebouwen heetten overigen spiekers of spijkers.
De economie
De hechte Hoefnix zou in een echt Gallisch dorpje misschien een smeedse hebben gehad zoals hieronder.
Ik schreef “misschien”, want het is denkbaar dat Gallische smeden niet in een dorp woonden. Hun producten gingen een leven lang mee en met pakweg een jaar werk waren alle metalen voorwerpen voor de dorpelingen wel geproduceerd. Om die reden nemen oudheidkundigen wel aan dat smeden nooit lang op dezelfde plek verbleven maar met aambeeld, balg en hamers rondtrokken. Misschien zo:
Brood bakten de Galliërs ook. Soms in de eigen boerderij, maar even goed kon het gebeuren in een aparte bakkerij. Ik heb weleens een weekend meegeleefd in een gereconstrueerd IJzertijddorp en herinner me hoe zwaar ik het malen van het graan vond om meel te maken. Die nagebouwde boerderij was overigens opvallend comfortabel en warm.
In Asterix betalen de bewoners van het Gallisch dorpje met Romeinse sestertiën, wat niet helemaal onjuist is, want er circuleerden inderdaad munten, al was dat natuurlijk wel een eigen muntslag. Of die muntjes werkelijk betaalmiddel waren of oppotmiddel of dienden om soldij te betalen, daarover valt nog wel wat te zeggen. Misschien een andere keer. De onderstaande muntjes fotografeerde ik in Xanten. Het enorme aantal schatvondsten rond het midden van de eerste eeuw v.Chr. is, zoals bekend, een aanwijzing voor onrust in vooral het noorden van Gallië, die kan samenhangen met de komst van de Romeinen of Germaanse invallen.
Armbanden en halssnoeren
Hoe een Gallische krijger eruitzag? In elk geval niet zoals Asterix, met kraaienvleugels op zijn helm. Hieronder ziet u het voorbeeld van dat hoofddeksel.
Hoe een krijger er werkelijk uitzag, ziet u op dit plaatje. Deze strijder (die in de tijd van Caesar of keizer Augustus leefde) draagt om zijn hals de torque, een ring van edelmetaal.
Deze armbanden zijn gemaakt van glas en vertegenwoordigen een enorme luxe.
Religie
Dat de Gallische religie in Asterix is gereduceerd tot het aanroepen van Toutatis en Belenus, is niet zo gek, want we weten er niet zo veel van. Het staat vast dat druïden een rol speelden in het religieuze leven, maar wat ze nu precies deden of geloofden, is onbekend. We weten eigenlijk alleen dat ze hun opleiding kregen in speciale centra, waardoor ze beschikten over een groot internationaal netwerk. De vergadering van druïdes in het Maretakkenbos (in Asterix en de Gothen) is nog niet eens zo ver bezijden de waarheid.
Caesar vertelt in De Gallische Oorlog over mensenoffers waarbij mensen in een grote pop van riet en stro werden opgesloten en levend verbrand. Dat doet het goed in horrorfilms, maar is vrijwel zeker niet iets dat in Caesars tijd nog gebeurde. De Romeinse generaal ontleent zijn informatie aan de Griekse auteur Poseidonios en benut die om te tonen hoe gevaarlijk zijn Gallische tegenstanders waren (en hoe formidabel zijn overwinning). Mensenoffers waren er overigens wel, maar voor zover bekend geen rieten poppen. Hier is een Gallische godheid die u uit Asterix niet kent.
Buiten het dorp
Bij een echt Gallisch dorpje zou wel een heiligdom zijn geweest, een vierkant stuk land met wat bomen. Buiten het dorp waren ook de weilanden, de akkers en de jachtvelden.
Hetgeen ons brengt bij de everzwijnen. Over een maand heb ik daarover meer, maar voor het moment wil ik al wel verklappen dat de Galliërs niet dom waren. Waarom zou je in vredesnaam op wilde varkens gaan jagen als je ook tamme varkens op je boerderij kunt houden? Krulstaart is een alleseter die zorgt dat het afval verdwijnt. In de winter is hij bovendien om te zetten in ham, balkenbrij, spek of worst. Everzwijnenbotten worden dus, anders dan varkensbotten, zelden opgegraven in La Tène-nederzettingen.
Misschien stonden er buiten de Gallische dorpen menhirs of hunebedden (zoals in Het gouden snoeimes). Maar die waren niet door de Kelten zelf gemaakt. Ze waren minimaal twee millennia oud en mogelijk zelfs ouder. Ze hebben dus niets te maken met de Galliërs.
Het opvallendste verschil tussen het Gallisch dorpje dat wij zo goed kennen en een echte nederzetting uit de Keltische IJzertijd is natuurlijk dat de echte Gallische dorpen op heuveltoppen lagen. We noemen ze oppida. Dit is Ensérune.
Kortom
Kortom, veel klopt er niet van Asterix. Dat is niet erg, maar het is jammer dat voor veel mensen Asterix de enige kennismaking is met de oude wereld, waardoor ze nooit ontdekken hoe interessant de Oudheid eigenlijk is. Bezoek dus tijdens deze Week van de Klassieken een museum of lees iets moois. Als het gaat over de Kelten, zou u kunnen denken aan dit boek of aan dat boek. En Caesar zelf is ook altijd boeiend.
Ook interessant: De Romeinen en de strijdvaardige Kelten