Tijdens de vroege middeleeuwen werd het hoofd van de paleishuishouding van een vorst de hofmeier genoemd. In het Latijn sprak men van de maior domus of major palatii. We kennen de hofmeier vooral uit de tijd van de Germanen, Merovingen en Frankische koninkrijken.
Vanaf de zevende eeuw was de functie in handen van de zogeheten Pippiniden (of Pepiniden), de latere Karolingers. Deze waren zo machtig dat ze de heersende Merovingische dynastie wisten te verdringen. Dit werd in 751 bekrachtigd toen hofmeier Pepijn de Korte door Bonifatius tot koning werd gezalfd. Hij werd zo de eerste koning der Franken uit het Karolingische huis.
Karel Martel
Bekende hofmeiers zijn verder bijvoorbeeld Pepijn I van Landen (hofmeier van het Frankische koninkrijk Austrasië) en Karel Martel (hofmeier van het Frankische Rijk). Laatstgenoemde wordt vaak beschouwd als de stamvader en naamgever van de Karolingen, de dynastie die van de achtste tot de tiende eeuw over het Frankische Rijk regeerde.
Overzicht van boeken over de Middeleeuwen
-https://www.britannica.com/topic/mayor-of-the-palace
-Redbad: Koning in de marge van de geschiedenis – Sven Meeder, Erik Goosmann – 2018
-https://www.ensie.nl/lexicon-nederland-en-belgie/hofmeier