Als je iemand voorbijstreeft of overtreft wordt wel eens gezegd dat je de persoon in kwestie “de loef afsteekt”. Deze uitdrukking is afkomstig uit de zeevaart.
In de scheepvaart kent men namelijk de loefzijde en de lijzijde. De loefzijde is de kant van het schip waar de wind vandaan komt. De lijzijde is de andere kant, die in de luwte van de wind ligt. Wanneer twee schepen naast elkaar varen, dan vangt het schip aan de loefzijde veel wind op, waardoor het andere schip de wind uit de zeilen wordt genomen. Dit schip wordt dus de loef afgestoken. Het vaart minder snel omdat de zeilen minder wind vangen.
Vroeger kwam men ook wel varianten op deze uitdrukking tegen, zoals “de loef (af)winnen” of “afknijpen”. De uitdrukking komt al zeker sinds de zeventiende eeuw voor en is onder meer terug te vinden in Vondel’s Adonias of Rampsalighe kroonzucht uit 1661:
“Men zeilt eerst scherp, daer na heel ruim den hoeck te boven.
Zoo krijght men, recht voor wint, de loef van zijn party.
Aldus leght Salomon, eer hy ontwaecke, in ly.”
Ook interessant: Gezegdes en uitdrukkingen uit de scheepvaart
…en: Bakzeil halen…
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis
Bronnen â–¼
-https://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_1454.php
-https://onzetaal.nl/taaladvies/iemand-de-loef-afsteken/
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Loefzijde_en_lijzijde