De inzet van Afrikaanse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog droeg bij aan de emancipatie van de Afrikanen. Dat zegt wetenschapper Dick van Galen Last van de Universiteit van Amsterdam.
Voordat de Fransen soldaten uit hun koloniën inzetten was de algehele opvatting dat Afrikanen niet konden worden ingezet bij een oorlog tussen ‘beschaafde’ landen. De massale verschijning van zwarte soldaten veranderde dat beeld en droeg daardoor bij aan de emancipatie van de Afrikanen, stelt Van Galen Last in zijn proefschrift ‘Het debat over de inzet van zwarte soldaten in Europa 1914-1922’, waar hij op promoveerde.
Met name Frankrijk zette soldaten uit de koloniën in. In Noord-Frankrijk bestond het leger voor dertig procent uit Afrikanen. De Duitsers zagen die inzet als barbaars, ze vonden dat de Fransen ‘woeste horden’ uit Azië en Afrika naar Europa haalden. Tijdens de oorlog startten de Duitsers een propagandacampagne op gang tegen wat de ‘zwarte schande’ werd genoemd.
De Fransen zagen vooral voordelen aan de Afrikaanse inmenging. De Franse generaal Charles Mangin dacht bijvoorbeeld dat de Afrikanen een minder ontwikkeld zenuwstelsel hadden, waardoor ze minder gevoelig waren voor pijn.
Door de aanwezigheid van Afrikaanse soldaten, ontstond er in heel Europa een grimmig debat. In Frankrijk, Duitsland en zelfs in het neutrale Nederland brak een venijnige propagandacampagne uit tegen de aanwezigheid van de militairen. Volgens Van Galen Last, werkzaam bij het Nederlandse Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NOID), heeft met name het Franse leger aan de emancipatie van de Afrikaan bijgedragen.
