Jan Jumelet, burgemeestersbeul en spion op het provinciehuis

8 minuten leestijd
Het provinciehuis in Haarlem tijdens een manifestatie in juni 1941
Het provinciehuis in Haarlem tijdens een manifestatie in juni 1941 (NIOD)

Spionnen, infiltranten, verraders en intriganten. Je hebt ze in elke oorlog en tijdens elke bezetting. Zo ook in de provincie Noord-Holland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar speelde Jan Jumelet, kabinetschef op het provinciehuis, een verraderlijke rol. Hij spioneerde in opdracht van zijn baas, de NSB-Commissaris der Provincie Bakker, maar ook voor de Duitse politiechef Rauter. Het nieuwe boek Fout Volk brengt Jumelets praktijken in kaart.

Woedend was openbaar aanklager mr. B.J. Besier toen hij voorjaar 1948 vernam dat Jan Jumelet in Duitsland ‘met felicitaties’ was vrijgelaten.

‘Jumelet was in het provinciaal bestuur van Noord-Holland de kwade genius bij uitstek, die zeer veel onheil heeft verricht.’

Vooral bij de ‘goede’ burgemeesters in Noord-Holland was Jumelet gevreesd door zijn intimiderende optreden. Ze noemden hem de ‘burgemeestersbeul’ en de ‘engel des doods’. Kreeg je Jumelet op bezoek en voldeed je niet aan zijn pressie om mee te gaan met de ‘Nieuwe Orde’, dan was de kans groot dat je werd gearresteerd en vervangen door een NSB-burgemeester die wél in de pas van de bezetter liep. In een aantal gevallen werden ook familieleden van de gearresteerde burgemeesters als gijzelaars opgepakt. Wie was deze man die zoveel mensen in de problemen bracht?

Zeeuws vissersmilieu

Jan Jumelet werd in 1889 geboren in een vissersgezin in het Zeeuwse Bruinisse. Maar het vissersbestaan trok Jan niet, hij wilde onderwijzer worden. Dat lukte hem. In 1933 was Jumelet opgeklommen tot hoofd van een openbare school in Utrecht. Hij werd in die tijd ook politiek actief en sloot zich aan bij de net opgerichte NSB. Tijdens een Landdag van de NSB trad hij op als zangleider. Ook werd hij propagandist van de Beweging. Dat leidde tot ophef. ‘Fascistisch propagandist als schoolhoofd’, berichtte de sociaaldemocratische krant De Tribune, die vond dat Jumelet een bedreiging vormde voor de proletarische schooljeugd.

Bericht in 'De Tribune' van 4 september 1933
Bericht in ‘De Tribune’ van 4 september 1933
Er werd een comité gevormd dat zijn ontslag eiste en er werd met een schoolstaking gedreigd. Maar Jumelet ging gewoon door met propaganda, hij trad voor de NSB op in Dinxperlo en in Bilthoven. In 1934 verliet hij de Beweging na een conflict met Mussert. Vermoedelijk vond hij de Leider te gematigd en niet pro-Duits genoeg. Jumelet sloot zich aan bij een andere extreemrechtse beweging, het Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen (Verdinaso), aldus een rapport van de Centrale Inlichtingendienst.

Propagandist voor Winterhulp

In 1938 verhuisde Jumelet naar Egmond aan Zee, waar hij hoofd van de openbare lagere school werd. Na het begin van de Duitse bezetting veranderde hij alweer van partij, hij werd actief in het Nationaal Front van Arnold Meijer. Jumelet kwam in de Politieke Raad van deze partij en ging najaar 1940 als vrijwillig propagandist optreden voor Winterhulp, een instelling voor sociale zorg die was geënt op de nationaalsocialistische Winterhilfe in Duitsland. Hij leerde in die tijd de in Groningen geboren mr. Albert Johan Backer kennen, toen nog kabinetschef op de provinciale griffie van Noord-Holland. Backer was provinciaal directeur van Winterhulp en werd weldra Commissaris der Provincie. Hij zag wel wat in de ijverige Jumelet en nam hem aan als referendaris en ‘Inspecteur in Algemene Dienst’. In feite werd Jumelet zijn kabinetschef.

Sindsdien waren Jumelet en Backer onafscheidelijk. Jan Jumelet kreeg als taak politieke voorlichting te geven over het nationaalsocialisme. Hij gaf hierover cursussen op de SS-Schule in Avegoor en bij het Politie Opleidings Bataljon (POB) in Schalkhaar. Ook verstrekte hij de Duitsers adviezen op het gebied van onderwijs, propaganda en sociale zorg.

Geraffineerde werkwijze

Maar vooral hield Jumelet zich in opdracht van Backer bezig met onderzoek naar de politieke gezindheid van burgemeesters in Noord-Holland. Volgens een naoorlogse verklaring van NSB-bestuursraad (gedeputeerde) Aart Groeneveldt ging Jumelet ‘op zeer geraffineerde wijze’ te werk.

‘Zo weet ik, dat hij in een café ging zitten als werkman of boertje en op zo’n manier inlichtingen inwon.’

Toch was de zelfverzekerde Jumelet ook bang. Hij droeg altijd een revolver bij zich en zijn chauffeur mocht alleen stoppen als hij daartoe opdracht kreeg. Volgens de chauffeur zag Jumelet overal gevaar opdoemen, zelfs een groepje scholieren zag hij aan voor terroristen.

Nerveuze burgemeester

De strafdossiers van Backer en Jumelet bevatten vele voorbeelden van het intimiderende optreden van Jumelet. Soms moesten burgemeesters bij Backer komen, soms ook bij Martin Seidel, de Beauftragte (gevolmachtigde) van Rijkscommissaris Seyss-Inquart in Noord-Holland. Dat overkwam Cornelis van der Sluijs, burgemeester van Landsmeer. Hij zou tijdens een gesprek met Jumelet Hitler ‘geestelijk abnormaal’ hebben genoemd. Van der Sluijs ontkende dat. ‘Dat kunnen we meteen even controleren,’ zei Seidel. Op dat moment ging de schuifdeur tussen Seidels kamer en een ander vertrek open en kwam Jumelet binnen. Hij had het onderhoud tussen Seidel en de burgemeester afgeluisterd. Van der Sluijs:

‘Ik bleef de uitspraak ontkennen, maar ik zei wel tegen Jumelet dat hij een gemene rol speelde.’

Ontslag bleef uit, tot Van der Sluijs in mei 1942 alsnog de laan uit werd gestuurd.

NSVO-vrouwen bij een cursus pantoffels maken, 29 februari 1944.
NSVO-vrouwen bij een cursus pantoffels maken, 29 februari 1944.

Onbenullig geleuter

Jumelet had een lage dunk van NSB’ers. Over de Heemsteedse burgemeester J.H. van Riessen rapporteerde hij: ‘Zeer slechte naam in de gemeente en zeer impopulair. Is zeer kortzichtig en bekrompen. Is slap in zijn optreden en is gemakkelijk tot een of andere denkwijze over te halen.’ En over een vergadering van de Nationaal-Socialistische Vrouwenorganisatie (NSVO) in Haarlem schreef hij:

‘Meerdere vrouwen spreken onbenullig geleuter. (…) Over de Duitschers, over onzen Führer Adolf Hitler geen woord. Men negeerde dezen volkomen. (…) Volkomen geestloos, zielloos was ook deze vergadering, in wezen anti-Duitsch.’

Verder liet hij zich laatdunkend uit over de NSB-leiding. Anton Mussert was in zijn ogen ‘een tragische figuur’, de NSB-top bestond ‘uit een stel corrupte, misdadige en het gouden kalf aanbiddende slappelingen. (…) Drankzucht, overspel, corruptie, laster, luiheid, anders hoort men niet.’

Ook geestverwanten verraden

Jumelet schroomde niet ook politieke geestverwanten aan te brengen bij de Sicherheitsdienst. Dat overkwam NSB-bestuursraad Willem Nienhuis Ruys, die op een verjaardagsreceptie van provinciecommissaris Backer een grap maakte. Nienhuis zei tegen zijn collega Groeneveldt dat hij gehoord had dat in Duitsland werd gezongen ‘Es geht alles vorüber, es geht alles vorbei, erst fallt der Führer und dan die Partei.’ Groeneveldt moest er erg om lachen. Jumelet was zelf niet bij de receptie maar hoorde er later van. Hij lichtte meteen de SD in. Het Duitse Obergericht veroordeelde Nienhuis wegens belediging van de Führer tot vijf maanden internering in Vught.

Klikken bij Rauter

Hanns Albin Rauter
Rauter
Jumelet klikte ook bij Hanns Albin Rauter, de Höhere SS- und Polizeiführer in het bezette Nederland. Zo maakte hij in mei 1943 in een brief aan Rauter melding van een ‘mehr als ärgerliche deutschfeindliche Stimmung’ op een bijeenkomst van de Luchtbescherming in Rotterdam. In een andere brief adviseerde hij Rauter om alle radiotoestellen in Nederland in beslag te laten nemen. Het Nederlandse volk was namelijk ‘ernstlich krank, ganz epidemisch infektiert’ door Radio Oranje en andere illegale zenders.

Na de oorlog werd Rauter over zijn contacten met Jumelet verhoord in de Cellenbarakken in Scheveningen. Hij vond Jumelet ‘iemand die niet geheel normaal te noemen was.’ Rauter had Jumelet naar zijn zeggen ‘zoveel mogelijk genegeerd’, nooit opdrachten gegeven en maar één keer een persoonlijke brief geschreven. Vermoedelijk is dat geweest in 1943, toen Jumelets oudste zoon Wim als SS’er sneuvelde in Oekraïne. Rauter wist dat Jumelet zijn zoon op het slagveld had verloren en had daar respect voor. Reden voor hem om Jumelet een beetje te ontzien.

Backer als gehoorapparaat

Bij medewerkers van het provinciehuis stond Jumelet bekend als ‘de spion van Rauter’, al wist niemand er het fijne van. Eigenlijk was hij zelfs een dubbelspion. Want hij bespioneerde in opdracht van Rauter ook zijn eigen baas Albert Backer. Rauter vertrouwde Mussert niet en wist dat Backer juist een groot vertrouwen had in de NSB-leider en veel over hem wist. ‘Wij kunnen de Commissaris als een gehoorapparaat gebruiken, welke ons steeds inlicht over wat Mussert zegt, doet en wil,’ aldus Jumelet. Backer zelf had niets in de gaten.

Op de vlucht

Op Dolle Dinsdag wilde Jumelet er vandoor, maar hij had geen auto. Hij schakelde de Grüne Polizei in en dreigde iedereen op de griffie te laten arresteren als hij niet snel een wagen tot zijn beschikking kreeg. Jumelet wist met zijn gezin te vluchten naar Berlijn. Backer regelde dat zijn salaris en huur intussen gewoon werden doorbetaald. In april 1945 verhuisde Jumelet naar Sleeswijk-Holstein, waar hij zich bezig hield met het ontwateren en cultiveren van een braakliggend terrein vlak bij het strand. Hij probeerde onder de radar te blijven maar liep in april 1947 tegen de lamp en werd opgesloten in KZ Fischbeck, een buitenkamp van Neuengamme bij Hamburg. Het kampleven viel Jumelet zwaar. ‘Als consequentie van het moordend KZ-leven ben ik hartpatiënt geworden,’ schreef hij in oktober 1947 aan de Nederlandse consul-generaal in Hamburg.

‘Als Nederlander met een eervolle staat van dienst, die in de bezettingstijd onder de gevaarlijkste omstandigheden, zijn volk zeer belangrijke diensten heeft bewezen…’

…vroeg Jumelet om vrijlating ‘op grond van menselijk-christelijke en humanitaire levenswaarden’. Het verzoek werd ingewilligd. Jumelet ging met zijn gezin in een tochtige oude caravan wonen. Aan koningin Wilhelmina schreef hij een brief waarin hij bedankte voor zijn vrijlating. Daarin maakte hij melding van het feit dat de commandant van KZ Fischbeck hem ‘met hartelijke gelukwensen’ uit het kamp ontslagen had.

Geen uitlevering

Jan Jumelet wist uit handen van de Nederlandse justitie te blijven. Aan het dossier dat over hem was aangelegd, lag het niet. Dat bevatte tal van bewijzen van zijn verraderlijke activiteiten. In december 1949 lieten de Britse bezettingsautoriteiten in Duitsland aan de Nederlandse Militaire Missie in Berlijn weten, dat uitlevering van Jumelet niet mogelijk was. Een Britse arts had hem onderzocht en geconstateerd dat zijn gezondheid heel zwak was. Hij was ‘prematurely senile’ en ‘emotionally instable’. Bovendien was er volgens de Britten…

‘…no evidence that any individual suffered from his activities.’

Zij zagen Jumelet niet als iemand die moorden op zijn geweten had (‘a murdercase’) en daarom maakte uitlevering weinig kans, ook al gezien Jumelets broze gezondheid en gevorderde leeftijd. Blijkbaar was aan de Britten niet verteld dat door Jumelets toedoen veel burgemeesters, gemeentesecretarissen en hun familieleden in gevangenschap waren geraakt. Het Nederlandse ministerie van Justitie besloot na het bericht van de Britten de zaak op zijn beloop te laten.

Vijandig vermogen

Fout volk. Roof, verraad en repressie in Haarlem en omgeving 1940-1945
Fout volk. Roof, verraad en repressie in Haarlem en omgeving 1940-1945
Een sluwe vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken. Dat gold ook voor Jan Jumelet, die halverwege de jaren vijftig in het Belgische Brasschaat was gaan wonen. In 1958 protesteerde hij bij de Nederlandse autoriteiten tegen de ‘roof’ van zijn bezittingen en vermogen in Nederland, zonder dat hij was verhoord. Daarbij ‘vergat’ hij dat hij zich door te vluchten zelf had onttrokken aan een verhoor. Begin 1960 vroeg Jumelet het ministerie van Justitie om de zaak tegen hem officieel te seponeren. De minister antwoordde dat hij dat eventueel pas zou doen als Jumelet bereid was zich in Nederland door de Officier van Justitie in Amsterdam te laten verhoren over zijn handelen tijdens de oorlog. Hij kon daar vrijelijk naar toe gaan, werd hem verzekerd. Jumelet reageerde er niet op, hij had blijkbaar geen zin om zijn verworven vrijheid op het spel te zetten. Daar genoot hij nog acht jaar van, tot hij in 1968 in Merksem (bij Antwerpen) op 77-jarige leeftijd overleed.

Dit artikel is een verkorte versie van een hoofdstuk uit het boek Fout Volk. Roof, verraad en repressie in Haarlem en omgeving 1940-1945 van Jan-Jaap van den Berg en Jan de Roos. Het bevat 45 portretten van collaborateurs, verraders en rovers van Joodse huizen. Uitgeverij Loutje. 368 pag., ISBN 9789491936456. Winkelprijs € 29,95

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×