Dark
Light

Jan van Riebeeck – En Kaap de Goede Hoop

Auteur:
2 minuten leestijd
De landing van Jan van Riebeeck door Charles Bell
De landing van Jan van Riebeeck door Charles Bell

De Nederlandse chirurgijn en VOC-medewerker Jan van Riebeeck (1619-1677) stichtte de eerste Europese kolonie in Zuid-Afrika: Fort de Goede Hoop bij Kaap de Goede Hoop.

Jan van Riebeeck
Jan Anthonisz van Riebeeck werd op 16 april 1619 in Culemborg geboren als zoon van de chirurgijn Anthony en diens echtgenote Elizabeth van Gaesbeeck. In 1622 verhuisde het gezin naar Schiedam waar Van Riebeecks vader ging werken als scheepsarts.

Jan van Riebeeck trad in de voetsporen van zijn vader. Ook hij werd chirurgijn. In 1639 kwam hij dienst van de VOC en werkte hij in gebieden als Formosa, Desima en Tonkin. In 1643 werd hij voor het eerst onderkoopman. In die hoedanigheid hield hij zich bezig met de zijdehandel met het Vietnamese koninkrijk Tonkin. Van Riebeeck klom op tot waarnemend commandant in Tonkin, maar moest in 1648 gedwongen terugkeren naar Batavia omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan particuliere handel. Maart dat jaar reisde hij met een retourvloot terug naar de Republiek. In Amsterdam aangekomen eiste hij bij de Heren XVII, het centrale bestuur van de VOC, rehabilitatie en een nieuwe aanstelling in Indië. Dit werd hem geweigerd, waarna Van Riebeeck in oktober 1648 zelf ontslag nam.

Akte ondertekend door van Riebeeck
Akte ondertekend door van Riebeeck

Fort Duijnhoop

Van Riebeeck trad wat later echter weer in dienst van de VOC en werd in 1651 als opperkoopman uitgezonden om een verversingsnederzetting te stichten bij Kaap de Goede Hoop, langs de zeeroute naar Indië. De Nederlander vertrok met de schepen Drommedaris, Goede Hoop en Reijger en landde op 6 april 1652 bij de Tafelbaai, een natuurlijke inham bij het huidige Kaapstad. De volgende dag zette hij voet aan wal en plantte hij de vlag van de VOC. Van Riebeeck stichtte vervolgens Fort Duijnhoop waarvan hijzelf commandant werd.

Oorspronkelijk was het niet het plan van de VOC om bij Kaap de Goede Hoop een kolonie te vestigen. Aangezien de bewoners van het fort de behoefte hadden om zelf land- en tuinbouwproducten te gaan verbouwen, stelde de VOC in 1657 ongeveer twintig
boeren in de gelegenheid zich rond het fort bij Kaap de Goede Hoop te vestigen. Van Riebeeck bleef de kolonie leiden tot 1662. Toen hij vertrok bestond de kolonie uit ongeveer 130 personen. Hij wordt vaak gezien als de grondlegger van de Nederlandse volksplanting waar de latere blanke boerenbevolking van Zuid-Afrika uit voortgekomen is.

Mei 1662 vertrok Van Riebeeck naar Indië. Hier was hij lid van de Raad van Justitie en tot 1665 president van Malakka. Van 1665 tot zijn dood in 1677 was hij secretaris van de gouverneur-generaal. Jan van Riebeeck werd begraven op het Portugese kerkhof van Batavia.

Boek: Jan van Riebeeck tussen wal en schip

×