Hanneloes Pen, journaliste bij Het Parool, stuitte in 2013 bij de uitreiking van een Yad Vashem-onderscheiding op de dochters van de inmiddels overleden Geertje Pel-Groot, die in 1944 het leven redde van een Joodse baby. Die baby heette Marion Swaab. Na de oorlog kon zij met haar natuurlijke moeder herenigd worden.
Schrijnende geschiedenis
Pen interviewde beide dochters van de weduwe Geertje Pel-Groot die postuum geëerd werd voor haar heldendaad. Ze schreef hierover een krantenartikel, waarna uitgeverij Atlas Contact haar vroeg hierover een boek te schrijven. Dit resulteerde in Een gegeven leven. Een Zaanse vrouw, een Joodse baby en een daad van verzet (uitgeverij Atlas Contact, 2015).
Hanneloes Pen interviewde Marion Swaab en andere betrokken, dook in de archieven van Amsterdam en bezocht ook kamp Ravensbrück, waarnaar Geerte Pel vanuit kamp Vught werd gedeporteerd. Het resultaat is een indrukwekkende en schrijnende geschiedenis van lafhartig verraad en een haast onbegrensde opofferingsgezindheid.
Geen vuiltje aan de lucht
De moeder van baby Marion Swaab, Betsy, was betrokken bij spionage voor de Britten, zag zich gedwongen haar kleine baby’tje ‘af te staan’ en vluchtte naar Zwitserland, waar haar Joodse man Hijman Swaab inmiddels verbleef. Onderweg naar Zwitserland hielden de nazi’s Betsy aan en zetten haar vast in een doorvoerkamp in Mechelen, de Dossinkazerne, van waaruit regelmatig transporten naar Auschwitz vertrokken. Betsy had een baantje en overleefde de oorlog tot de bevrijding van het kamp.
Hanneloes Pen schrijft:
“De kleine Marion, nog maar een paar weken oud, was na Betsy’s vlucht direct welkom in het gezin Pel. Geertje was voorbereid op de komst van de baby en had een bedje, kinderwagen en kinderstoel in de logeerkamer neergezet. Mappie, zoals iedereen haar noemde, kon in september van 1942 zo bij hen intrekken. Geertjes kinderen waren al snel verkikkerd op de goedlachse baby, die een welkome afleiding was in het gezin, dat net hun vader en man had verloren. Mappie, een gemakkelijk kind en geen huilertje, werd openlijk in huis genomen. Ze werd in de kinderwagen over straat gereden alsof er geen vuiltje aan de lucht was.” (81)
De familie Pel had de pech dat hun overbuurman Van der Kraan verzot was op Kopfgeld (zoals de premie heette van fl.7,50 per aangegeven Jood) en daarom fanatiek alle Joden die hij kon traceren aangaf bij de SD. Een van de eerste slachtoffers was baby Marion. Geertje Pel, de opvangmoeder, kreeg bericht dat ze zich met de baby bij de SD aan de Euterpestraat in Amsterdam moest melden. Dit was Geertje echter niet van plan. Wetend dat er op het SD-kantoor een corrupte ambtenaar werkte, betaalde ze die persoon een geldbedrag om baby Marion vrij te kopen van de verplichte aanmelding. Hiermee dacht Geertje van het probleem af te zijn.
Verrassing
Twee maanden later, op 10 maart 1944, stond Geertje plotseling een onaangename verrassing te wachten. Er stonden opeens twee Zaanse politieagenten op de stoep met de mededeling dat ze Marion – die inmiddels één jaar en acht maanden was – kwamen ophalen. Met deze actie had Geertje geen rekening gehouden, maar ze improviseerde snel:
“Ze probeerde tijd te rekken. ‘Ze is ziek, ze kan nu onmogelijk mee.’ Ze wist de agenten, die de peuter tijdens de huiszoeking niet konden vinden, ervan te overtuigen dat Mappie echt niet kon vertrekken. ‘Dan moet je het kind zelf maar naar de Euterpestraat brengen’, kreeg ze te horen van de politiemannen, die van de SD – hoogstwaarschijnlijk via Van der Kraan – de opdracht hadden gekregen Mappie op te halen.” (92)
Ravensbrück
Nog diezelfde dag bezocht Geertje een bekende van haar die in het verzet zat en een onderduikadres voor de baby zou kunnen regelen. Ze weigerde het kind bij de SD af te leveren, maar wel wilde ze – op afraden van de verzetsman met wie ze het plan doorsprak – zichzelf melden bij de SD om anderen niet in gevaar te brengen. Dit deed ze de volgende dag, wat Geertje duur kwam te staan: ze moest zes maanden zitten in concentratiekamp Vught, door de nazi’s ‘Konzentrationslager Herzogenbosch’ genoemd. Van daaruit ging er op 6 september 1944 – een dag na Dolle Dinsdag, en nadat het kamp was ontruimd – een overhaast transport naar het kamp Ravensbrück.
Ravensbrück was aanvankelijk een kamp dat bedoeld was om ‘subversieve elementen’ – lees: mensen die Joden aan onderduikplekken hadden geholpen – ideologisch te heropvoeden. Vanaf december 1944 veranderde het kamp echter in een vernietigingskamp. Geertje ontsprong de dans niet; ze werd half februari 1945 in de gaskamers van Ravenbrück vermoord. De peuter Marion Swaab overleefde de oorlog en werd na de bevrijding met haar ouders herenigd.
- Boek: Een gegeven leven. Een Zaanse vrouw, een Joodse baby en een daad van verzet
- Lees ook: Yad Vashem-onderscheiding voor Geertje Pel
- Marion Swaab bij Joods Monument Zaanstreek