Dark
Light

Jürgen Habermas (1929) – Filosoof van de Frankfurter Schule

Hoofdwerk: Theorie van het communicatieve handelen
5 minuten leestijd
Jürgen Habermas - cc
Jürgen Habermas - cc

Jürgen Habermas is één van de meest invloedrijke filosofen van de twintigste eeuw. Hij is een belangrijke denker in de traditie van de Frankfurter Schule en ontwikkelt een ‘Theorie van het communicatieve handelen’. Habermas benadrukt in zijn werk het belang van de democratie, de rechtstaat en de machtsvrije dialoog. In 2013 ontving hij de Erasmusprijs voor zijn betrokkenheid bij de democratie.

Vroege leven van Jürgen Habermas

Handtekening van Jürgen Habermas
Handtekening van Jürgen Habermas
Jürgen Habermas werd geboren op 18 juni 1929 in Düsseldorf. Hij kreeg op jonge leeftijd al te maken met de stormachtige ontwikkelingen in Duitsland. Zijn ouders behoorden tot de Duitse middenklasse en waren meelopers van het fascisme. Habermas behoort tot de zogenaamde Flakhelfer-generatie, een groep jongens die in Duitsland tijdens de oorlog uit de schoolbanken werd gehaald om te gaan werken voor de Wehrmacht. Vlak voor het einde van de oorlog werd Habermas naar het westelijk front gestuurd, maar hoefde niet te vechten. Habermas’ ervaringen met de oorlog zouden later van grote invloed zijn op zijn werk.

Na de oorlog studeerde Habermas aan verschillende Duitse universiteiten. Daarna werkte hij enige tijd als journalist. In de jaren vijftig ging hij werken als onderzoeksassistent bij de universiteit van Frankfurt, waar hij zou uitgroeien tot een belangrijke representant van de Frankfurter Schule.

De Frankfurter Schule

De ‘Frankfurter Schule’ is de naam voor een groep filosofen en sociologen die werkzaam was aan de Goethe Universiteit in Frankfurt am Main. De grondleggers van deze ‘school’ waren Max Horkheimer (1895-1973) en Theodor Adorno (1903-1969), twee collega’s die goed bevriend waren.

In 1930 werd Horkheimer directeur van het Instituut voor Sociale Wetenschappen, dat bekend kwam te staan als de Frankfurter Schule. De school baseerde zich op het gedachtegoed van Freud en Marx, en wilde via de wetenschap naar een meer rechtvaardige samenleving streven. Ze combineerden de morele inzichten uit de filosofie met verklaringen uit de empirische wetenschappen en ontwikkelden zo een ‘Kritische Theorie’. Horkheimer en Adorno wilden de idealen van Marx voortzetten en sloten daarmee aan bij het sterke socialistische elan in Europa uit die tijd.

Goethe Universiteit in Frankfurt am Main - cc
Goethe Universiteit in Frankfurt am Main – cc

De Tweede Wereldoorlog

Het optimisme van Horkheimer en Adorno kwam echter onder druk te staan nadat Hitler aan de macht was gekomen. Ze vluchtten beiden naar New York, waar ze een dependance van het onderzoeksinstituut oprichtten. Toen echter de gruwelen uit de oorlog bekend werden, verdween hun aanvankelijke optimisme. Tijdens de oorlog schreven ze een cultuurpessimistisch boek dat in 1947 in Nederland werd uitgebracht: de Dialectiek van de Verlichting. In dit boek concluderen zij dat het geloof in de menselijke rede niet heeft geleid tot bevrijding en emancipatie van de mens. De mens onderwerpt zich vrijwillig aan de heerschappij van de calculerende macht van het moderne denken en wil vanuit angst de wereld controleren en disciplineren. Volgens de schrijvers leidde dit tot de geordende massavernietigingen van de Tweede Wereldoorlog.

De tweede generatie van de school

In de jaren vijftig breekt met de komst van Jürgen Habermas naar de Frankfurter Schule een nieuwe, optimistische fase aan van de school. Net als zijn voorgangers Horkheimer en Adorno, is ook Habermas getekend door de oorlog. Habermas was immers als jongeman geronseld voor het leger van Hitler en naar het front gestuurd. Habermas vertelt dat hij na de oorlog aan de radio gekluisterd zat tijdens de verslaglegging van de processen van Neurenberg. Hij realiseerde zich dat hij ‘onder een regime van misdadigers’ had geleefd. De ervaringen met de oorlog leidden bij Habermas echter niet tot wanhoop, zoals bij zijn voorgangers. Hij stelt dat het emancipatieproject van de verlichting niet mislukt is, maar juist nog voltooid moet worden. Met dit optimisme breekt een nieuwe fase aan voor de Frankfurter Schule en wordt Habermas voor velen een inspirerend denker.

Democratie en rechtstaat

Beklaagdenbank tijdens het Proces van Neurenberg
Beklaagdenbank tijdens het Proces van Neurenberg
Volgens Habermas toonden de Neurenbergprocessen het belang van de rechtstaat aan. Voorheen hadden misdadigers de politiek en de wetten van zijn land bepaald. Door deze processen werd er recht gesproken en realiseerde Habermas zich dat de rechtstaat een absoluut noodzakelijke voorwaarde is voor een humane samenleving. Jürgen Habermas houdt zich in de jaren die volgen intensief bezig met de zoektocht naar een filosofisch fundament voor de verankering van de democratische rechtstaat. Dit fundament blijkt te bestaan uit machtsvrije communicatie en burgerparticipatie.

In zijn proefschrift De structuurverandering van het publieke domein (Strukturwandel der Öffentlichkeit, 1962) beschrijft Habermas de opkomst en ondergang van de publieke sfeer in Europa. In de zeventiende tot en met de negentiende eeuw ontwikkelde zich in Frankrijk, Engeland en Duitsland een zogenaamd ‘publiek domein’. Door de economische groei en de ontwikkeling van de natiestaat ontstond een zelfbewuste en mondige burgerlijke klasse die zich ophield in literaire salons en koffiehuizen. Daar las men de kranten en tijdschriften en discussieerde men over politiek en cultuur. De discussies werden volgens Habermas op een onbevangen, gelijkwaardige en rationele manier gevoerd, zonder de inmenging van de overheid, en vormen een zoektocht naar het gezamenlijk belang. De publieke opinie is in deze vorm nog een product van de discussiërende burgers. Door de toenemende invloed van het kapitalisme en de bureaucratie wordt de publieke opinie echter steeds meer beïnvloed en gemanipuleerd. De opkomende massamedia zorgen ervoor dat de publieke opinie niet langer een activiteit van de burgers zelf is, maar een product dat geconsumeerd kan worden. Habermas waarschuwt dan ook dat burgers op deze wijze passief worden gemaakt en dat daarmee het belangrijkste fundament van de democratie onderuit wordt gehaald.

Theorie des kommunikativen Handelns - Jürgen Habermas
Theorie des kommunikativen Handelns – Jürgen Habermas

Theorie van het communicatieve handelen

In zijn hoofdwerk Theorie van het communicatieve handelen (Theorie des kommunikativen Handelns, 1981) speelt het belang van de machtsvrije dialoog opnieuw een centrale rol. De gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog hadden duidelijk gemaakt dat de menselijke rationaliteit en de technologie voor verkeerde doeleinden gebruikt konden worden, namelijk als instrumenten voor de massavernietiging. Horkheimer en Adorno wezen daarom het geloof in de menselijke rationaliteit af. Habermas maakt in zijn boek echter duidelijk dat er twee vormen van communicatie zijn. Het doel-rationele handelen is gericht is op het bereiken van een doel, terwijl het communicatieve handelen een vorm van machtsvrije communicatie is die gericht is op het zoeken naar gedeeld begrip en gezamenlijke belangen. Deze laatste vorm van communicatie is voor Habermas het belangrijkste fundament van de democratie en het hart van de burgerparticipatie. Door middel van een machtsvrije, gelijkwaardige en goed beargumenteerde dialoog kunnen burgers samen bepalen wat rechtvaardig is en bespreken hoe de samenleving ingericht moet worden.

Systeem en leefwereld

In zijn hoofdwerk maakt Habermas tevens zijn beroemde onderscheid tussen ‘systeem’ en ‘leefwereld’. Volgens Habermas worden mensen geboren in een gedeelde cultuur waarin vanzelfsprekende praktijken, rollen, normen en betekenissen bestaan. Hierdoor is wederzijds begrip en socialisatie mogelijk en communicatie onmisbaar. In het domein van de leefwereld is vooral het communicatieve handelen van belang. Daar tegenover plaatst Habermas de domeinen van de markt en de bureaucratieën, die hij ‘systemen’ noemt. Binnen deze systemen is een bepaalde vorm van doel-rationeel handelen toegestaan, bijvoorbeeld concurrentie op de markt. Habermas waarschuwt echter dat deze systemen de leefwereld zouden kunnen koloniseren. Het communicatieve handelen en het democratische systeem moeten hiervoor waken.

Erasmusprijs

Jürgen Habermas maakt als vertegenwoordiger van de Kritische Theorie een duidelijke verbinding tussen theorie en praktijk. Zo was hij betrokken bij het kernwapendebat in de jaren vijftig en bij de studentenbeweging in de jaren zestig. Heden ten dage spreekt Habermas zich voorzichtig optimistisch uit over de Europese democratie. Zo toont hij zich een voorstander van de Europese Grondwet, maar uit hij kritiek op het gebrek aan invloed die burgers op de besluitvorming hebben.

Op 6 november 2013 ontving Habermas de prestigieuze Erasmusprijs uit handen van Koning Willem-Alexander voor zijn ‘humanistische denktrant en betrokkenheid bij de toekomst van Europa’. Ter gelegenheid van de uitreiking van de prijs verscheen het boek Een toekomst voor Europa. In deze bundel zijn teksten opgenomen die Habermas publiceerde in talloze kranten en tijdschriften, waarmee hij zijn betrokkenheid bij de democratie en de humane samenleving toont.

Boek: Een toekomst voor Europa – Habermas

×