Als iets maar net lukt, dan wordt wel gezegd dat het ‘kantje boord’ was. Een opdracht is op het nippertje of ternauwernood voltooid. De situatie is dus net op tijd gered terwijl het resultaat langere tijd uiterst onzeker was.
‘Kantje boord’ is vermoedelijk voortgekomen uit een andere uitdrukking, namelijk: ‘dat was bij het kantje af’. Ook dit betekent dat iets maar net is gelukt. Deze uitdrukking zou zijn ontleend aan situaties waarbij men maar net tot de rand komt, bijvoorbeeld tijdens het slootje springen of als er iets wordt opgemeten. Ook ‘boord’ heeft in de hedendaagse uitdrukking, die vanaf begin twintigste eeuw in gebruik is, de betekenis ‘rand’ of ‘kant’.
Anders dan vaak gedacht heeft de zegswijze niet direct iets te maken met de scheepvaart. Hoewel het aan boord van een schip natuurlijk ook geregeld ‘kantje boord’ kan zijn, bijvoorbeeld wanneer men kort voor vertrek nog besluit mee te varen. Rent men dan te hard of is men onvoorzichtig op de loopplank, dan kan men ’tussen het wal en het schip vallen’. Lukt het ternauwernood wel om aan boord te komen, dan was het dus ‘kantje boord’.