Ik heb een kleine opdracht voor jou: Hoe zou jij de Eerste Wereldoorlog omschrijven in 10 woorden?
Ik kom alvast op het volgende: Loopgraven. Gifgas. Modder. Immobiel. Wezenloos. Grijs. Kanonnenvlees. Ellendig. Niemandsland. Hopeloos. Het is moeilijk te geloven, maar deze omschrijving staat in schril contrast met de bijna optimistische mentaliteit van de begindagen van de Groote Oorlog.
In 1914 mobiliseerden oude rijken, zoals Oostenrijk-Hongarije, hun strijdmachten en maakten zich (in hun hoofd althans) klaar om op een flukse en welhaast Napoleontische wijze het Europese vasteland te veroveren. Een beetje overmoedig ging men er namelijk van uit dat de klus in enkele weken tijd zou zijn geklaard. De legers van de mogendheden bestonden bovendien nog deels uit traditionele cavalerie-eenheden zoals de fraai uitgedoste Franse “Cuirassiers” en het Pruisische “Regiment der Gardes du Corps” die met veel bravoure en tromgeroffel richting de linies trokken. Al snel maakte het industriële karakter van de Eerste Wereldoorlog echter een einde aan hun (bijna) frivole opmars. De moderne vijandelijke artillerie-eenheden maaiden van tientallen meters ver deze kleurrijke, quasi negentiende-eeuwse relicten neer. Op bloedige wijze kwam men al gauw tot de conclusie dat de industrialisatie de manier van oorlogsvoeren grondig had gewijzigd. Deze nieuwe “verdoken” & immobiele loopgravenoorlog vereiste aangepaste strategieën en technieken.[1] [2]
Hoewel het gebruik van gevechtscamouflage weliswaar al sporadisch in de voorgaande eeuwen werd toegepast, ontplooide het pas echt op grote schaal tijdens de Eerste Wereldoorlog. In het kapotgeschoten kale landschap maakten de felrode broeken en blauwe bloezen van de Franse infanteristen al snel plaats voor “horizonblauwe” gevechtstunieken. De Duitse eenheden kleurden grijs en de Britse soldaten kakigroen om zo naadloos op te gaan in de verwoeste modderige landschappen.
In 1915 werd in Frankrijk de “Section de Camouflage” in het leven geroepen. Grotendeels bemand met hedendaagse kunstenaars van verschillende scholen (kubisten, impressionisten,…) kwam het instituut met diverse camouflagemogelijkheden op de proppen. Door het aanbrengen van abstracte schakeringen (of patronen ontleend uit de natuur) op artilleriestukken, voertuigen, vliegtuigen,… trachtte men de vijand op een verkeerd spoor te brengen. Een noemenswaardige Britse poging betrof de Razzle Dazzle-techniek op de oorlogsbodems. Deze techniek zou het bepalen van de snelheid en richting van de schepen bemoeilijken. [3]
Tegen het einde van de oorlog ging men echter nog een stapje verder en modelleerde men zelfs de natuur naar hun hand. De natuur (lees: aan flarden geschoten bomen) langs het 750 km lange westfront wekte steeds meer de interesse van beide partijen en was de inspiratie voor nieuwe strategieën. Een minder gekende was het creëren van zogenaamde “Observation Trees” door de Britten of de Duitse tegenhanger: de “Baumbeobachter”. [4] [5]
Deze camouflagetechniek vereiste echter heel wat voorbereidend werk. Kort samengevat: :
- Allereerst werden strategisch interessant gelegen “dode” bomen zorgvuldig gefotografeerd, getekend en opgemeten vanuit verschillende oogpunten.
- Nadien vervaardigde men, op basis van deze informatie, een perfecte metalen replica uit holle cylinders. De replica werd zodanig geschilderd en gecamoufleerd dat ze de perfecte tweeling werd van het origineel. Deze metalen uitkijkposten boden over het algemeen plaats aan één soldaat.
- Vervolgens werd de originele boom tijdens de nacht en onder hevig dekkingsvuur in allerijl uitgegraven en vervangen door zijn stalen tegenhanger.
Bij het krieken van de dag hadden de vijandelijke linies natuurlijk geen flauw benul dat, een voorheen onschuldige boomstronk in het landschap, tijdens de nacht was vervangen door een dodelijk alternatief (al dan niet bemand door een scherpschutter).
Het was zonder meer een goedkope maar heel effectieve techniek die heel wat slachtoffers maakte aan beide zijden van niemandsland…
~ Johannes Teerlinck – Vigor Clius
Bronnen ▼
[2] Foto 2: Franse “horizonblauwe” gevechtstunieken uit 1914-1918. (copyright: F. Meunier, http://francoismunier.over-blog.com)
[3] Foto 3: Razzle Dazzle motief op de HMS Argus in 1918. (copyright: commons.wikimedia.org)
[4] Foto 4: De holle staalstructuur van een Observation Tree. (copyright: http://www.awm.gov.au)
[5] Foto 5: Een gebruikte Observation Tree uit WOI. (copyright: http://historywithatwist.wordpress.com)