Onlangs arriveerde op het stadhuis van Gent een brief van koningin Elizabeth I (1533-1603) daterend van 1578 en gericht aan Jan van Hembyse (1513-1584), de volksleider van de toenmalige calvinistische stadsrepubliek Gent. Een uniek historisch document dat na pakweg 450 jaar eindelijk zijn eindbestemming heeft bereikt.
De brief dateert uit de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), een woelige periode in de geschiedenis van de Nederlanden die resulteerde in de definitieve scheiding tussen Noord en Zuid. Een scheiding tegen wil en dank overigens want ook in de Spaanse Nederlanden leefde een sterk calvinistisch geĆÆnspireerd onafhankelijkheidsstreven.
Zo brak in Gent in oktober 1577 een volksopstand uit die uiteindelijk resulteerde in een calvinistische stadsrepubliek (1576-1584). Het revolutionaire stadsbestuur herstelde de stadsprivileges die keizer Karel V Gent ontnomen had en liet prompt een groep vooraanstaande katholieken opsluiten. Onder leiding van de radicale volksmenner Jan Van Hembyse werden kerken geplunderd en kloosterorden opgedoekt. Tegenstanders werden opgesloten, verbannen of geƫxecuteerd.
De opstand kon weliswaar op de steun van Willem van Oranje rekenen maar de hevigheid waarmee de calvinistische scherpslijpers in Gent te keer gingen verontrustte hem en andere protestantse leiders in Europa. De vrees leefde dat verdere radicalisering zou leiden tot afbrokkelende politieke steun voor de protestantse zaak en de opstandige Nederlanden.
Daarvan getuigt ook de nu opgedoken brief van de Britse koningin Elizabeth I. Zij was zelf protestants maar voorstander van godsdienstvrijheid en een stuk milder in haar religieuze ijver dan de Gentse calvinisten. In de brief, gedateerd op 30 december 1578 en gericht aan de eerste schepen Jan Van Hembyse, roept zij de Gentse leider op zijn katholieke gevangenen met het nodige respect te bejegenen en vrij te laten. De tekst is in het Frans opgesteld en de vorstin sluit af met het amicaal klinkende āvostre bonne amieā. Via een Engelse spion kwam de brief bij Jan van Hembyse al had die op verzoek van Willem van Oranje de gevangenen toen al vrijgelaten. Veel invloed op de loop van de geschiedenis heeft de brief van Elizabeth dus niet gehad.
Toch is het een uniek tijdsdocument dat aantoont welke impact de Gentse opstand had op de toenmalige Europese politiek. De calvinistische republiek van Gent (1576-1584) was echter geen lang leven beschoren. Hembyse zelf zou zijn republiek niet overleven en werd op beschuldiging van landverraad onthoofd, kort voor Gent in 1584 definitief de strijd opgaf tegen de troepen van de Spaanse veldheer Farnese. Een jaar later zou ook Antwerpen, het laatste calvinistisch bolwerk in de Zuidelijke Nederlanden, vallen. āDe rust die Farnese over Vlaanderen bracht had veel van de verstijving des doodsā schrijft Louis Paul Boon in zijn Geuzenboek en hij besluit met:
Vlaanderen was overwonnen en stierf, en alle Geuzen waren uitgeroeid, amen en uit.
In het Gentse stadsarchief herinneren een aantal brieven van Willem van Oranje gericht aan de Gentse opstandelingen aan die woelige tijden. De brief van koningin Elizabeth I is echter een unicum. Na de val van Gent is de brief wellicht via vluchtende calvinisten in het buitenland beland om uiteindelijk na meer dan vier eeuwen op te duiken bij een veiling in Schotland. Het Gentse stadsbestuur liet de kans niet liggen en telde circa 23.000 euro neer voor het historisch document dat van nu af aan in het Gentse stadsarchief bewaard wordt.
Tot april 2025 is een replica van Elizabeths brief samen met brieven van Willem van Oranje te bekijken in de inkomhal van het stadhuis van Gent.