Dark
Light

Koninkrijk had niet genoeg aan Geuzen en Bataven

Auteur:
5 minuten leestijd
Detail van de cover van 'Ware grootheid, schamele kleinheid' van Paul van der Steen
Detail van de cover van 'Ware grootheid, schamele kleinheid' van Paul van der Steen

Bij uitgeverij Balans verscheen onlangs september 2013 het boek Ware grootheid, schamele kleinte van historicus en journalist Paul van der Steen. Dit boek, dat gaat over twee eeuwen Nederland, voert de lezer langs een reeks van bijzondere momenten, bekende en minder bekende personen en probeert ondertussen de nationale geest te vangen. Op Historiek publiceren we de inleiding van het boek:


Met aandacht rond de kwal lopen

Dit boek is geschreven op goed honderd meter van de grens. Een grens van minder dan tweehonderd jaar oud. De streep werd na de Belgische Opstand hier en juist hier getrokken, omdat het net ver genoeg weg was van de dichtstbijzijnde, cruciaal geachte Nederlandse stad. Die bleef zo buiten het bereik van de vijandelijke kanonnen. Met het voortschrijden van de tijd, iets als technologische vooruitgang, werd bij het sluiten van de verdragen geen rekening gehouden.

Geschiedenis en grenzen houden van willekeur. Het verhaal van een natie staat of valt met het geloof dat er van willekeur geen sprake is. Geschiedenis wordt dan een instrument ten dienste van. Historische hoogte- en dieptepunten gelden als voorspel voor het rijk dat komen moest. Grenzen liggen er niet zomaar, maar bakenen een gebied af waarvan de inwoners heel veel gemeenschappelijk hadden en hebben.

Het koninkrijk der Nederlanden kon vanaf het begin teruggrijpen op de glorieuze Gouden Eeuw en op de Tachtigjarige Oorlog, het taaie gevecht om het Spaanse juk af te werpen. Van daaruit vielen weer parallellen te trekken met de Bataafse Opstand in 69 na Christus, een rebellie tegen de machtige Romeinen. Of dat veel had opgeleverd, bleef voor eeuwig onduidelijk. Maar goed, ze durfden toch maar in deze streken, lieten niet alles gelaten over zich heen komen.

De Samenzwering van Claudius Civilis - Rembrandt van Rijn, 1662 (Nationalmuseum Stockholm)
De Samenzwering van Claudius Civilis – Rembrandt van Rijn, 1662 (Nationalmuseum Stockholm)

Kunstenaars in de Gouden Eeuw lieten zich erdoor inspireren. Rembrandt van Rijn schilderde zijn De samenzwering van Claudius Civilis. Collega’s als Ferdinand Bol en Otto van Veen verbeeldden dezelfde geschiedenis op hun manier. P.C. Hooft schreef Baeto oft oorsprong der Hollanderen en Joost van den Vondel Batavische gebroeders. In de Geuzen kon je de erfopvolgers van de Bataven zien. Zowel Claudius Civilis als Willem van Oranje durfde het aan om in verzet te komen tegen een wereldrijk waar de zon nooit onderging.

Maar het koninkrijk had niet genoeg aan Geuzen en Bataven. Het nationale verhaal mocht niet eenzijdig Hollands en protestants zijn. Ook na de Belgische afscheiding wemelde het nog altijd van de minderheden. Nieuwe lezingen van de geschiedenis probeerden ook hen aan te spreken. Rond de een-na-laatste eeuwwisseling was er opeens de theorie dat Nederlanders voortkwamen uit drie stammen, die van de Franken, de Friezen en de Saksen. De verschillende zuilen kwamen met hun versies van de vaderlandse geschiedenis met vanzelfsprekend glansrollen voor mensen uit eigen kring. Toch droegen diezelfde zuilen bij aan natievorming. Mensen leerden nu gemakkelijker gelijkgestemden kennen uit heel andere hoeken van het land.

Baeto oft oorsprong der Hollanderen  - PC Hooft (Google Books)
Baeto oft oorsprong der Hollanderen – PC Hooft (Google Books)
Identiteit verandert voortdurend. De Nederlander uit de eerste jaren van het koninkrijk is een heel andere dan die bij de viering van twee eeuwen koninkrijk. De wereld van de meeste mensen toen was vele malen kleiner. Ze droegen een andere geschiedenis met zich mee. Afstanden waren nog echt afstanden. De Franse tijd was net achter de rug. Zelfs de Gouden Eeuw leek nog betrekkelijk dichtbij. Nu spelen de eigen stad en streek nog wel degelijk een rol in het leven van mensen, maar voor werk, studie, familiebezoek en ontspanning zoekt menigeen het toch voorbij de horizon. Binnen 24 uur kan iedereen aan de andere kant van de wereld staan. Een paar muisklikken volstaan voor contact met de verste oorden.

Wie iets over Nederlanders en typisch Nederlands beweert, dient zich te realiseren hoe tijdgebonden uitspraken zijn. Toch zien sommigen wel degelijk constanten. De historicus Johan Huizinga trok een lijn van zijn landgenoten naar de Nederlanders uit de zeventiende eeuw: die blonken al uit in eenvoud, spaarzaamheid, properheid en realiteitszin. De hoogleraar letterkunde Herman Pleij weidt graag uit over de Nederlandse aard: ‘Wij excelleren in gewoonheid.’ Dat zou zich uiten in gelijkmatigheid, een afkeer van uitspattingen, excessen en extremisme, soms zelfs een (ogenschijnlijk) gebrek aan geestdrift.

Een sprekende Pleij is het beste bewijs van de betrekkelijkheid van zulke aannames. Hoezo gelijkmatig? Hoezo gebrek aan geestdrift? En hoe verklaren we de tweejaarlijkse tsunami van oranje rond voetbalkampioenschappen, de verhitte debatten over Nederlandse kernwaarden, de geschiedeniscanons of de euforie rond de inhuldiging van een nieuwe koning?

De werkelijkheid is dat Nederlanders altijd iets dubbels hebben gehad als het over hun identiteit gaat. ‘Hoe deugd naar ware grootheid streeft,’ schreef de negentiende-eeuwse dichter/boekdrukker Willem van Zeggelen. En:

De liefde voor mijn vaderland
Wordt diep mij in het hart geplant,
En ’k vind die liefde een wijze wet,
Want, als ik op het voorregt let,
Dan voel ik mij zoo innig goed,
Daar, waar ’k geleerd word en gevoed.
Ja, ’t land dat mij te beurte viel,
Ik heb het lief met hart en ziel!

Nederlanders laten zich op het ene moment meeslepen door hun vaderlandsliefde en nationale trots, om zich op een ander moment weer zeer bewust te zijn van hun plek in de wereld. Dromen over ware grootheid en de realiteitszin over Nederlands schamele kleinte wisselen elkaar voortdurend af.

De historicus Ernst Kossmann waarschuwde al voor de voetangels en klemmen van het vraagstuk nationale identiteit: ‘Loop er met aandacht omheen, bekijk het van alle kanten, maar stap er niet in. Behandel het kortom als een enorme kwal op het strand.’ Dat lijkt nog steeds een goede raad.

Het hele verschijnsel ontkennen leidt nergens toe. Die neiging bestond lange tijd wel. Nederlanders ontleenden hun nationale identiteit aan het ontkennen van die nationale identiteit. Anderen hadden dat misschien nodig. Maar toch niet de Nederlanders. Die voelden zichzelf daarboven verheven. Zij waren als ware wereldburgers dat niveau ontstegen.

Die houding komt voort uit een te nauwe definitie van nationale identiteit. Alsof het benoemen daarvan automatisch doorschiet in het opscheppen over het eigene en het verwerpen van wat anders is. In een internationale competitie tussen nationale identiteiten loopt een klein land bovendien de kans het af te leggen tegen de groten.

Toch mag dat geen reden zijn om de realiteit van gevoelens van onderlinge verbondenheid te ontkennen. Nationale identiteit moet bestudeerd worden, wel graag met de door Kossmann aanbevolen omzichtigheid.

Boude beweringen over nationale identiteit, al te grote stelligheid, leiden tot in steen gehouwen waarheden. Identiteit is geest, laat zich niet echt vastpakken. Ze verandert bovendien voortdurend.

Ware Grootheid, Schamele Kleinte – Paul van der Steen
Ware Grootheid, Schamele Kleinte – Paul van der Steen
Geheel in lijn met de Kossmann-methode maakt dit boek omtrekkende bewegingen: dichtbij komen maar nergens intrappen. Het probeert in twee eeuwen geschiedenis momenten, ontwikkelingen en gewoonten aan te wijzen die de Nederlanders uit elkaar dreven of juist bijeenbrachten. Laat een volk zich kennen in de manieren waarop het in de afgelopen tweehonderd jaar leerde, ontdekte, bouwde, sloopte, luierde, liep, reed, voer, vloog, kookte, at, gaf, nam, dacht, herdacht, oordeelde, veroordeelde, vermoordde, won en verloor? Op zijn minst een beetje.

Nationale identiteit is voor een groot deel inbeelding. En toch doet die betrekkelijk willekeurig getrokken grens honderd meter verderop ertoe. De mensen aan weerszijden ervan koesteren taal, gewoonten en geschiedenissen die in sommige opzichten behoorlijk van elkaar verschillen.

~ Paul van der Steen

Boek: Ware Grootheid, Schamele Kleinte

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×