Dark
Light

De Trojaanse priester Laokoön en de Laokoöngroep

6 minuten leestijd
Detail van de Laokoöngroep zoals te zien in de Vaticaanse Musea (Publiek Domein - Marie-Lan Nguyen - wiki)
Detail van de Laokoöngroep zoals te zien in de Vaticaanse Musea (Publiek Domein - Marie-Lan Nguyen - wiki)

De Trojaanse priester Laokoön (ook wel Laocoön) waarschuwde de inwoners van Troje tevergeefs toen hij op het strand het Paard van Troje zag staan. De priester zelf stierf nog voordat zijn stad met hulp van de goden door de Grieken werd verwoest. Laokoön’s dood is verbeeld in de wereldberoemde Laokoöngroep uit circa 40-20 voor Christus. Volgens Plinius werd deze marmeren beeldengroep, die vandaag de dag is te bewonderen in de Vaticaanse Musea, gemaakt door Hagesander, Polydorus en Athenodorus van Rodos.

Zestiende-eeuwse verbeelding van de dood van Laokoön (CC BY-SA 3.0 - Sailko - wiki)
Zestiende-eeuwse verbeelding van de dood van Laokoön (CC BY-SA 3.0 – Sailko – wiki)
De priester Laokoön was sceptisch toen de Grieken op een dag plotseling de benen leken te hebben genomen. Op het strand bij Troje hadden ze een enorm houten paard achtergelaten. Terwijl veel Trojanen er voorstander van waren het houten paard triomfantelijk binnen de stadsmuren te halen, meende Laokoön dat dat geen goed idee was. Volgens de Romeinse dichter Vergilius sprak hij de volgende woorden tot zijn stadgenoten:

Equo ne credite, Teucri. Quidquid id est, timeo Danaos et dona ferentes. Vertrouw het paard niet, Trojanen. Wat het ook is, ik vrees de Grieken, ook als ze met geschenken komen. (Aeneis 2)

Laokoön zou daarbij woedend een een speer naar het houten paard hebben geworpen. Een van de mannen van de listige held Odysseus (die met zijn manschappen in het paard verborgen zat) werd daarbij in de rug geraakt. De godin Athena, die aan de kant van de Grieken stond en vastbesloten was Troje te laten vernietigen, besloot hierna in te grijpen. Ze gaf de zeegod Poseidon opdracht twee zeeslangen naar het strand te sturen. Vergilius:

…zie (ik ril nog bij mijn verslag) twee slangen komen aanzwemmen over een rustige zee vanaf Tenedos met reusachtig gekronkel en naderen samen de kust; hun buik rijst op uit de golven en hun bloedrode kammen steken uit boven de golven, de rest glijdt vanachter over het zeevlak en hun staart golft in reusachtige draaiing. Gedruis stijgt op uit het schuimende water; ze zijn al aan land met ogen die vonken van bloed en van vuur, en met trillende tongen likken ze hun sissende bekken. Wij vluchten uiteen, lijkbleek; maar in feilloze aanval glijden ze af op Laocoön en beide serpenten omklemmen eerst de lijfjes van zijn twee zonen in dodelijke omhelzing en verslinden van die stakkers de leden; dan grijpen ze ook hemzelf vast, als hij gewapend te hulp schiet, verstrikken hem in geweldige kronkels; en dan houden ze zijn middel al twee maal omvat, twee maal gedraaid om zijn nek met hun schubbige ruggen torenen ze uit met hun kop en hoge kammen. (Aeneis 2 – Ben Bijnsdorp)

De slangen verstikten dus niet alleen Laokoön maar ook diens twee zonen. De omstanders waren onthutst en vertelden elkaar dat de priester hoogstwaarschijnlijk door de goden was gestraft omdat hij het heilige paard met zijn speer schond. De Trojaanse koning Pramius aarzelde hierna niet en gaf opdracht een deel van de stadsmuren neer te halen zodat het Paard van Troje de stad ingereden kon worden. Het vervolg is bekend.

Laokoöngroep zoals die vandaag de dag te zien is in de Vaticaanse Musea (Publiek Domein - Marie-Lan Nguyen - wiki)
Laokoöngroep zoals die vandaag de dag te zien is in de Vaticaanse Musea (Publiek Domein – Marie-Lan Nguyen – wiki)

Laokoöngroep

De gruwelijke dood van Laokoön heeft in de loop der eeuwen vele kunstenaars geïnspireerd. De bekendste verbeelding van de geschiedenis is de marmeren beeldengroep die tegenwoordig in de Vaticaanse Musea is te bewonderen. Deze werd op 14 januari 1506 gevonden toen een boer iets ten noorden van het Colosseum in Rome zijn land omspitte. De meeste archeologen zijn het erover eens dat het om een beeldengroep gaat die door Plinius de Oudere wordt beschreven. Deze beelden zouden zijn gemaakt door Hagesander, Polydorus en Athenodorus van Rodos en ooit in het paleis van keizer Titus hebben gestaan.

Laokoöngroep - Beet van een van de slangen (Publiek Domein - Marie-Lan Nguyen - wiki)
Laokoöngroep – Beet van een van de slangen (Publiek Domein – Marie-Lan Nguyen – wiki)

De beeldengroep werd echter opgegraven in de buurt een voormalig badhuis van Titus en dus niet bij diens paleis. En anders dan Plinius vermeld is de Laokoöngroep ook niet gemaakt uit één blok marmer, maar uit vijf blokken.

Wie het beeld ook maakte: de kunstenaar had alle reden om trotst te zijn op de creatie. Dat is althans de mening van de vermaarde Oostenrijkse kunsthistoricus Ernst Gombrich, die in zijn bekende werk Eeuwige schoonheid het volgende schrijft over de Laokoöngroep:

“De manier waarop de spieren van de romp en de armen de krachtsinspanning en het lijden in de hopeloze strijd weergeven, de uitdrukking van smart op het gezicht van de priester, dat hulpeloos zich in bochten wringen van de twee jongens en de wijze waarop al deze verwarring en beweging tot een blijvende groep is gestold, hebben sinds de ontdekking bewondering gewekt.”

Rechterarm

De Laokoöngroep zoals die tussen circa 1540 en 1957 was te zien, met bijgemaakt omhoog geheven rechterarm (Publiek Domein - wiki)
De Laokoöngroep zoals die tussen circa 1540 en 1957 was te zien, met bijgemaakt omhoog geheven rechterarm (Publiek Domein – wiki)
De Laokoöngroep was niet compleet toen deze gevonden werd. Het belangrijkst is dat de rechterarm ontbrak. Hoe die arm er precies uit had gezien en vooral welke kant die op wees, was een punt van discussie. Paus Julius II schreef zelfs een wedstrijd uit waarbij de juiste houding van de arm moest worden bepaald. Uiteindelijk koos men voor een uitgestrekte arm. Dit overigens tot onvrede van Michelangelo die meende dat de arm van Laokoön gebogen achter diens hoofd moest zitten. Na deze wedstrijd, waar ook de bekende kunstenaar Raphael bij betrokken was, werd een omhoog geheven rechterarm aan het beeld bevestigd. Eeuwenlang was het beeld zo te zien.

In 1906 vond een Duitse archeoloog vlakbij de plek waar de beeldengroep vier eeuwen eerder was opgegraven echter een marmeren arm. Na bestudering concludeerden onderzoekers dat dit de ontbrekende rechterarm van Laokoön moest zijn. In 1957 werd het armfragment aan de beeldengroep toegevoegd. Geen opgeheven arm, maar een arm die zoals Michelangelo had beweerd achter het hoofd zit.

Detail van de Laokoöngroep (Publiek Domein - Marie-Lan Nguyen - wiki)
Detail van de Laokoöngroep (Publiek Domein – Marie-Lan Nguyen – wiki)

Zuchten of schreeuwen

De gezichtsuitdrukking van Laokoön heeft ook veel onderzoekers bezig gehouden. Het lijkt erop dat Laokoön niet schreeuwend is afgebeeld, maar eerder pijnlijk zuchtend. En dat is opvallend. Vergilius schrijft in zijn Aeneis namelijk:

“clamores simul horrendos ad sidera tollit: qualis mugitus, fugit cum saucius aram taurus et incertam excussit ceruice securim.” (tegelijk krijst hij huiveringwekkend ten hemel: als geloei klink het op, wanneer soms een stier, gewond, het altaar ontvlucht en een slecht gemikte bijl van zich afschudt.)

In de achttiende eeuw werd uitvoerig over deze kwestie gediscussieerd. Waarom schreeuwt Laokoön niet? De bekende archeoloog Johann Winckelmann kwam met een mogelijke verklaring. Hij stelde dat de kunstenaar Laokoön niet schreeuwend had afgebeeld omdat hij wist dat de priester een stoïcijn was. En die zou schreeuwen beneden zijn waardigheid hebben geacht.

De beeldengroep in de Vaticaanse Musea (CC BY-SA 4.0 - Burkhard Mücke - wiki)
De beeldengroep in de Vaticaanse Musea (CC BY-SA 4.0 – Burkhard Mücke – wiki)
De Duitse filosoof Gotthold Ephraim Lessing vond dit geen bevredigende verklaring en wees erop dat, als Vergilius inderdaad de inspiratiebron was voor de beeldengroep, het vreemd was dat de priester niet gewoon schreeuwend was afgebeeld. Volgens de geschiedschrijver krijste hij het immers uit… In zijn beroemde werk Laocoon – Over de grenzen kwam Lessing met een andere verklaring. Volgens de filosoof liet de antieke kunst de expressie van het schreeuwen niet toe. Een uitbeelding van een schreeuw zou namelijk leiden tot een lelijke vervorming van het gezicht. De bekende filosoof Arthur Schopenhauer boog zich ooit ook over de kwestie. Volgens Schopenhauer is Laokoön niet schreeuwend afgebeeld omdat hij daar vanwege de verstikking simpelweg niet meer toe in staat was.

Boek: Laocoon – Over de grenzen van schilderkunst en poezie

Bronnen

-https://benbijnsdorp.nl/VergAen2_057.html#2,57
-Mythologie – C.Scott Littleton (p. 123-124)
-Eeuwige schoonheid – E.H. Gombrich (p.74)
-https://mainzerbeobachter.com/2015/12/29/de-laokoongroep/
-De bloesem van het leven: esthetiek en ethiek in Arthur Schopenhauers filosofie – Bart Vandenabeele (p.100)
×