Historische gebeurtenis: de Lex Roscia

De Wet van Roscius – 11 februari 49 v.Chr.
3 minuten leestijd
Kleio, muze van de geschiedvorsing (El Djem, Huis van de Maanden)
Kleio, muze van de geschiedvorsing (El Djem, Huis van de Maanden)

Ik heb het niet gecontroleerd, maar volgens mij betekent “historische gebeurtenis” precies niks. Het is een clickbait-term waarmee journalisten of politici u ervan willen overtuigen nog even te verwijlen bij iets dat doorgaans over een week vergeten is. Vroeger, toen ze nog Élysée-verdragen sloten en Nixons nog naar China gingen, vroeger hadden ze historische gebeurtenissen.

Zoals de Lex Roscia, de Wet van Roscius, van 11 februari 49 v.Chr. Dit is het betere historische gebeuren. Eerst iets over de situatie, daarna iets over het diepere belang en daarna iets over het nog diepere belang.

De situatie

De situatie: Julius Caesar, die zich geschoffeerd voelde door de Senaat, was met een leger van de Povlakte Italië binnengetrokken. Terwijl het ene in Gallië getrainde legioen na het andere zich bij hem voegde, ontdekten de Senaat en zijn generaal Pompeius dat ze geen enkele steun hadden. Niemand in Italië wilde sneuvelen voor een corrupte elite – wat overigens niet wil zeggen dat men wel wilde sterven voor Caesar. Zie voor dit alles hier, hier en hier.

Op 4 februari vluchtten de consuls naar Dyrrhachium, het huidige Dürres in Albanië, met medeneming van drie legioenen. Vijf dagen later arriveerde Caesar zelf bij de zuidelijke havenstad Brindisi. Hij had heel Italië in handen. En op 11 februari – vandaag dus 2069 jaar geleden – diende een van Caesars politieke vrienden, Lucius Roscius Fabatus, een wet in die het volle Romeinse burgerrecht verleende aan de mensen van de noordelijke Povlakte. Op de Romeinse kalender was het 11 maart van het jaar waarin Marcellus en Lentulus consul waren. Er werd die dag geschiedenis geschreven.

Satellietfoto van een deel van Italië, de Povlakte is rood omcirkeld
Satellietfoto van een deel van Italië, de Povlakte is rood omcirkeld

Het diepere belang

De Povlakte was al een kleine twee eeuwen Romeins. Caesars formele status was het gouverneurschap over dit gebied. In 52 v.Chr. was hij in deze regio soldaten gaan rekruteren, die samen de twee nieuwe legioenen V Alaudae en VI Ferrata vormden. Dit was illegaal, want de Povlakte-mensen waren officieel geen Romeinen. De Lex Roscia legitimeerde de praktijk.

Caesar en Roscius hadden een duidelijke keuze gemaakt. In de strijd om de macht waren soldaten nodig en die zouden moeten komen uit de wingewesten, die daarmee geen wingewesten meer waren maar gelijke rechten kregen. In feite gingen ze op weg naar een Mediterraan wereldrijk waarin alle vrijgeboren mannen gelijke rechten zouden hebben. Het zou nog een eeuw of twee, drie duren, maar de koers was uitgezet.

Deze keuze sprak bepaald niet vanzelf. De conservatieve tegenstanders van Caesar hielden het burgerrecht liever beperkt. Consul Marcellus had bijvoorbeeld een vooraanstaand man uit Como laten geselen omdat die had aangegeven Romeins burger te zijn (meer). De oorlog tussen Caesar en de conservatieve senatoren ging ergens over. Niet omdat Caesar een visionair was; burgerrechtverlening was een middel, geen doel. Maar de implicaties van dit middel waren zichtbaar.

“Óf een wereldrijk waarin de wingewesten zouden veranderen in gelijkberechtigde provincies, óf een hiërarchische, traditionele republiek.”

Door de rekruteringsbasis smal te houden, verloren Caesars tegenstanders de burgeroorlog. Anders geformuleerd: de Romeinse burgeroorlogen, waaruit één man als winnaar naar voren zou komen, zodat de republiek de facto in een alleenheerschappij zou veranderen, kon alleen worden gewonnen door de partij die de provincies kon mobiliseren. De monarchie was, met een woord van de Britse historicus Ronald Syme, de wraak van het imperium.

Het nog diepere belang

Er speelt echter nog iets. Even een paar eeuwen terug, toen verbeteringen in de ijzerbewerkingstechniek hadden gezorgd voor economische bloei. De handel in het Middellandse-Zee-gebied intensiveerde. Dit ging weer hand in hand met verstedelijking; in de steden waren allerlei vormen van nijverheid; daardoor nam de vraag naar grondstoffen toe en dus de handel. De handelsnetwerken breidden zich uit: voorbij de Sahara naar de Bambouk, naar de Tin-eilanden in de Atlantische Oceaan, over de Alpen tot aan de Noordzee. Je zou het, met een slag om de arm, een vroeg globaliseringsproces kunnen noemen, waardoor niet alleen de welvaart gestaag toenam maar mensen ook vaker met elkaar te maken kregen.

De onvermijdelijke conflicten werden meestal gewonnen door de vorsten die de beschikking hadden over de meeste middelen, zodat er een tendens was naar steeds grotere staten. Uiteindelijk bleef er één over, de Romeinse Republiek, en daarbinnen zou uiteindelijk die groep naar voren komen die het meeste menselijke talent wist aan te boren – in het beschreven geval krijgslust, maar het moge duidelijk zijn dat de culturele bloei van de volgende eeuwen een uiting was van ook andere vormen van talent.

Een historische gebeurtenis

De Lex Roscia was een van de stappen in dit proces. Niet de enige, maar wel een belangrijke omdat op 11 februari 49 v.Chr. duidelijk was wat er op het spel stond: óf een wereldrijk waarin de wingewesten zouden veranderen in gelijkberechtigde provincies, óf een hiërarchische, traditionele republiek. Caesar en Roscius maakten de keuze en schreven geschiedenis.

Overzicht van boeken over het Romeinse Rijk

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×