Museum Het Valkhof in Nijmegen staat vanaf zaterdag in een tentoonstelling stil bij de schoonheid van goden godinnen in de oudheid.
Net als vandaag de dag maakten ook vrouwen in de oudheid zich graag op. Veel schoonheidsrituelen zijn zelfs onveranderd gebleven en dat toont Museum Het Valkhof in de expositie Waarom godinnen zo mooi zijn.
Uit archeologische vondsten en antieke teksten blijkt dat zalfjes, crèmes, make-up en parfums in alle antieke culturen op grote schaal werden toegepast. Met oogschaduw, rouge en lippoeder werden ogen, wangen en lippen verfraaid en werd indruk gemaakt op potentiële huwelijkspartners.
Olie en parfum speelden een belangrijke rol bij de huwelijksrituelen: het verhoogde de verleidingskracht van de jonggehuwden en droeg bij tot de feestsfeer.
Cosmetische producten waren in de oudheid echter niet alleen bestemd voor de levenden. Wanneer iemand stierf, werd het lichaam verzorgd met olie of zalf en met reukmiddelen, die ook tijdens de begrafenisplechtigheid een belangrijke rol speelden. In Egypte probeerde men zelfs het lichaam door mummificatie voor verval te behoeden. De Grieken gaven de doden vaak parfumvazen mee in het graf.
De tentoonstelling Waarom godinnen zo mooi zijn, die in samenwerking met het Rijksmuseum van Oudheden is opgezet, loopt van 24 maart tot en met 12 augustus 2012.