Nadat Soekarno aan het eind van de Tweede Wereldoorlog de Indonesische onafhankelijkheid uit heeft geroepen, grijpen groepen jongeren naar de wapens. Met kapmessen en bamboesperen maken deze Indonesische nationalisten, zogeheten pemoeda’s, korte metten met blanken en personen die ervan worden verdacht voor de oorlog samen te hebben gewerkt met het Nederlandse gezag. De zogeheten Bersiap-periode is aangebroken. Duizenden Nederlanders worden in deze periode vermoord. Voor veel Nederlanders in voormalig Nederlands-Indië brengt de Japanse capitulatie dus nog geen echte bevrijding.
De Stichting Oorlogsverhalen legde onlangs de herinneringen van Lou Bals (97) op beeld vast. Deze veteraan maakte in 1945 onderdeel uit van de militaire hulporganisatie Recovery of Allied Prisoners of War and Internees (RAPWI). Op 18 september werd hij met een groep van vier Nederlanders en drie Engelse militairen met een parachute boven het onrustige Soerabaja gedropt. Door de gecapituleerde Japanse troepen werden de mannen naar het Oranjehotel overgebracht. Daar zijn ze getuigen van het zogeheten vlagincident. Pemoeda’s belaagden het hotel en scheurden de blauwe baan van de Nederlandse vlag die daar nog wapperde, waardoor de Indonesische vlag ontstond.
Bevrijdingsactie
Voor Bals en zijn kompanen was het verre van veilig in het Oranjehotel. In onderstaande video vertelt de veteraan over de traumatische gebeurtenissen in deze roerige na-oorlogse periode en legt hij uit hoe hij er op wonderlijke wijze in slaagde vierentachtig politiek gevangenen te bevrijden uit de Lowokwaroe-gevangenis van Malang. Een week later belandde de veteraan zélf in deze gevangenis, nadat hij gearresteerd was door aanhangers van Soekarno. Maar liefst acht maanden zat hij in een isoleercel. Herinneringen aan die barre tijd kwamen tijdens de corona-quarantaine van vorig jaar weer in alle hevigheid naar boven. De veteraan zat voor zijn gevoel weer gevangen. In een “rijke kooi”, maar toch. Terugkijkend op zijn ervaringen in Indië constateert Lou Bals eerlijk:
“Het heeft mij gevormd. En misvormd ook.”