Aan de Roskam, in het buitengebied van Veldhoven, hebben archeologen een grafveld uit de Middeleeuwen gevonden. De ontdekking werd gedaan tijdens archeologisch onderzoek voorafgaand aan de bouw van een nieuwe woonwijk.
Archeologen doen al sinds oktober onderzoek op de locatie. Eerder werden al bewoningssporen vanaf de midden bronstijd (circa 1500 voor Christus) gevonden. Het ging daarbij vooral om grondsporen van vele tientallen boerderijen, schuren, stallen, waterputten, greppels en oude zandwegen. Het grafveld kwam eind maart als een verrassing aan het licht. Het werd aanvankelijk weer afgedekt. Momenteel zijn archeologen bezig het veld af te graven, met behulp van specialisten en studenten van de Universiteit Leiden.
Het familiegrafveld dateert uit de periode 675-725 verkeert in vrij goede staat. De gemeente Veldhoven:
“De periode van ca 450 tot 725 wordt ook wel de Merovingische tijd genoemd. Het is de periode na de Romeinse overheersing waarin beetje bij beetje deze – grotendeels ontvolkte – streken opnieuw worden gekoloniseerd. In die tijd regeerde het Merovingische koningshuis over het Frankische Rijk, waartoe ook deze streken behoorden. Archeologen spreken daarom meestal van Merovingische grafvelden. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werden in Veldhoven al twee Merovingische grafvelden (deels)opgegraven, een op de plek van het zwembad D’n Ekkerman, de andere nabij de oprit naar parkeerplaats Oeienbosch.”
Het ontdekte grafveld bestaat uit 21 begravingen die zijn aangelegd op een (voormalig) erf van een Merovingische boerderij. In de oudste graven zijn vermoedelijk de lichamen van de overleden bewoners van de boerderij begraven. Een generatie later zijn op die plek nog nazaten van de eerste bewoners begraven. Archeologen denken dat het daarmee om een vrij compact familiegrafveld gaat.
Kamergraven
De eerste generatie graven zijn waarschijnlijk zogenoemde ‘kamergraven’, waarin de grafkist in een met planken beschoeide grotere ‘ondergrondse kamer’ is geplaatst. De tweede generatie graven zijn vooral kistbegravingen, geplaatst in een uitgegraven grafkuil. De archeologen:
“De overledenen kregen vaak bijzondere persoonlijke bijgiften mee, zoals bij mannen krijgeruitrustingen met zwaarden, een lans en een schild. Vrouwen en kinderen werden regelmatig begraven met fraaie kralensnoeren, mantelspelden en hangers, ingelegd met halfedelsteen. Soms kreeg de overledene zelfs een gouden muntje mee in de mond, voor de overtocht naar het rijk der voorvaderen.”
Op het filmpje hieronder zijn de contouren van de graven goed te zien, als rechthoekige verkleuringen in het gele zand. De grote ronde vlek is de plaats waar in de Merovingische tijd, rond 650 een waterput werd gegraven. Die behoorde bij het boerenerf waar later het grafveld werd aangelegd. Op het moment dat de eerste graven werden aangelegd, waren de waterput en de boerderij van het voormalige erf waarschijnlijk al niet meer in gebruik.
Boek: Gouden Middeleeuwen – Nederland in de Merovingische wereld