Na afloop van de Tweede Wereldoorlog zijn in Nederland, naast veel munitie, 6.300 mijnenvelden geregistreerd die nog geruimd moesten worden. Het opruimen van deze mijnen was levensgevaarlijk werk en kostte aan 360 mensen het leven. In het boek Achtung Minen – Danger Mines, uitgebracht bij Uitgeverij Aspekt in Soesterberg, brengt Antoon Meijers de geschiedenis van het mijnenruimen tussen 1940 en 1947 gedetailleerd in kaart.
Hoewel Nederland in mei 1945 bevrijd was, bleef het land feitelijk een oorlogsgebied. In de eerste maanden overleden gemiddeld drie mensen per dag aan de onverwachte confrontatie met een achtergebleven explosief. De ruiming begon in veel gebieden al tijdens de oorlog, omdat landarbeiders weigerden hun werk te doen voordat landbouwgronden grondig onderzocht waren.
In 1940 en 1941 waren het vooral Nederlandse militairen zelf die het ruimingswerk deden. Rond en na de bevrijding, van 1944 tot 1947, waren er diverse groepen mee aan de slag: Nederlandse en geallieerde militaire specialisten, burgervrijwilligers, geïnterneerde NSB’ers en SS’ers en Duitse krijgsgevangenen.
Touwtrekken? Levensgevaarlijk!
Het boek is wat fragmentarisch doordat de auteur veel individuele ongelukken beschrijft. Zoals op 3 juni 1946 in de Wouwse Plantage:
‘Op die dag was een aantal Duitse krijgsgevangenen onder bewaking van de 3e Compagnie B.T.B. in de Wouwse Plantage munitie aan het verzamelen. Nadat alle niet-vervoerbare munitie was gesprongen, kwam boswachter F. Schepers aanlopen met de mededeling dat hij nog een granaat wist te liggen. Omdat hij de exacte plek niet kon terugvinden, begon men het terrein af te zoeken. De grenadier F. Holzkamm zag een draad op de grond liggen. Toen hij hier aan trok, detoneerde een hieraan verbonden granaat waardoor zowel Holzkamm als Schepers gewond raakten. Bij Schepers werd een knevelverband om zijn been gelegd. Holzkamm had dusdanig veel verwondingen dat er zo goed als mogelijk verbanden werden aangelegd. Beide mannen zijn daarna naar het R.K. Ziekenhuis in Bergen op Zoom gebracht, waar bij Schepers gedeeltelijk een been moest worden geamputeerd. De grenadier Holzkamm overleed in de nacht van 3 op 4 juni 1946 aan zijn opgelopen verwondingen.’ (154)
Soortgelijke gedetailleerde verhalen staan er volop in dit boek. Een aantal hiervan is hartverscheurend. Zo lezen we ook over een Groningse vrouw die met haar dochter, die achter haar fietste, op weg was naar huis. De dame reed helaas over een landmijn, waarbij de enorme explosiekracht haar lichaam aan stukken reet en de lucht in torpedeerde. Dit alles gebeurde voor de ogen van haar dochter, die door deze dramatiek een levenslang trauma opliep.
Uitgebreid archiefonderzoek
Achtung Minen – Danger Mines is een informatief boek, dat is voortgekomen uit rijke collecties bronnenmateriaal. Meijer heeft uitgebreid archiefonderzoek gedaan, onder meer in de collecties van het Ministerie van Defensie en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Het boek is mooi opgemaakt met diverse foto’s, een keurig notenapparaat en diverse bijlagen waaronder een gedetailleerde lijst Duitse slachtoffers van mijnontploffingen.
Boek: Het ruimen van landmijnen in Nederland 1940-1947