Millse turfdief valt in herhaling

2 minuten leestijd
Turfstekers - Kopergravure uit de zeventiende eeuw, Universiteitsbibliotheek Leiden.
Turfstekers - Kopergravure uit de zeventiende eeuw, Universiteitsbibliotheek Leiden.

Grofweg tussen Weert in het zuiden en Grave in het noorden lag eeuwenlang de ondoordringbare Peel. Een moerasachtig gebied van zo’n 160.000 hectare groot. Gemeten in de afstandsmaat van die dagen, de afstand van een uur te voet, was het zo’n tien tot twaalf uren gaans in de lengte en zo’n drie uur in de breedte. Tenminste… als het een normaal begaanbare weg zou zijn geweest. Maar die waren in de ruige Peel een zeldzaamheid.

Natte turven - cc
Natte turven – cc
Veel dorpen in het Land van Cuijk lagen met hun kont naar de Peel. Het gebied was niet geschikt voor landbouw, maar leverde toch veel van waarde. Niet alleen werden er schapen geweid, ook werd er turf gestoken: plakken van de eeuwenoude veenlaag, die als brandstof dienden.

Eigendom

Van wie was de turf? Eeuwenlang werden turfgronden beschouwd als zijnde van iedereen. Soms bekrachtigde de landheer dat. Zo bepaalde de Heer van Cuijk in 1401 dat de turfgronden onder Mill toekwamen aan de parochianen van Beers, Escharen en Mill.

In de negentiende eeuw, toen gemeenten werden gevormd, kwam het eigendom bij hen terecht of bij particulieren. Met het gevolg dat regelmatig een eenvoudige dorpsbewoner bij de rechter in Den Bosch zich moest komen verantwoorden. Omdat hij of zij zonder toestemming turf had gestoken.

Zoals Jan Derks uit Mill. De als Johannes in 1785 in Reek geboren armoedzaaier had turf gestoken en te drogen gelegd in de Heerspeel te Mill. Dat was geweest op 15 juli 1853. Twee andere dorpelingen toonden zich wel zo gedienstig om het de volgende dag bij burgemeester Verstraaten te melden. Op 22 september werd de zaak in Den Bosch behandeld. De officier van justitie stelde dat de gestoken turf ‘weinige stuivers waardig’ was. Maar dat liet onverlet dat hij vond dat Jan Derks bestraft moest worden.

Armoedzaaier

Derks hield zich van de domme. “Ik wist helemaal niet dat het verboden was om turf te steken”, zei hij. Maar hij had het archief van de rechtbank onderschat. Was dit niet dezelfde Derks die al eerder voor dat vergrijp was veroordeeld? Tja. Dat kon hij niet ontkennen. Dit was al zijn derde bezoek aan de rechtbank. En het zou niet de laatste zijn: er volgden nóg twee vonnissen, een jaar later.

De rechters vonden de diefstal bewezen. Maar omdat de 69-jarige dagloner zo’n armoedzaaier was en de turf weinig waard, hoefde hij maar drie dagen de cel in. Hij kreeg wel een rekening voor de proceskosten: 10 gulden en 55,5 cent. Dat was toch nog een fikse tegenvaller.

~ Geurt FranzenBHIC

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander.

BHIC

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×