Dit doek van Schelfhout (1846) genaamd: “Een raderstoomschip in veerdienst bij een opstapplaats aan een steiger” is een absoluut pronkstuk. Op dit schilderij wordt de dagelijkse praktijk van de binnenlandse stoomvaart uitgebeeld. Een verhalend schilderij, waarbij de schilder je een hoop probeert uit te leggen.
Op zeil en kolen
Voor lange zeereizen waren de eerste stoommachines aan het begin van de negentiende eeuw nog niet geschikt. De machines waren veelvraten; voor lange trajecten moest een enorme hoeveelheid kolen meegenomen worden en dat ging ten koste van de laadruimte voor handelswaar. Vandaar dat in de negentiende eeuw de zeeschepen zowel zeiltuigage hadden en uitgerust waren met een stoommachine.
Naarmate de stoomtechniek verbeterde werden de zeilen minder belangrijk en aan het einde van de eeuw werden deze geheel afgeschaft. Voor de binnenlandse vracht- en passagiersdiensten, de beurtvaart, was de stoommachine meteen een welkome verbetering.Door de korte afstanden kon men met kleinere voorraden kolen toe, in de haven van aankomst of vertrek werden opnieuw kolen gebunkerd. Doordat de stoomvaart niet afhankelijk was van weer, wind en stroming, werd het vaarschema betrouwbaarder dan met de zeilende beurtvaarders. Bovendien werden afstanden veel sneller overbrugd.
Moderne tijden
De kunstenaars in de negentiende eeuw waren ervan doordrongen te leven in een tijdperk waarin het aanzien van de dagelijkse gang van zaken een revolutionaire verandering onderging. De technologische ontwikkelingen in het transport maakten daar onmiskenbaar deel van uit en kregen een rol in de voorstellingen van stad en land. Schelfhout was er vroeg bij; in zijn werk uit de jaren veertig komen al stoomtreinen en stoomschepen voor. Beide vervoersmiddelen werden zeer precies door hem afgebeeld. Daaruit spreekt een grote interesse voor de moderne techniek, die ook op dit schilderij aanwijsbaar is. Hij plaatste het raderstoomschip pontificaal centraal in de compositie en de weergave ervan klopt tot in de puntjes. Het is interessant dat hij, als een karakteristieke schilder van de Romantische stijl, in dit werk de moderne techniek van het raderstoomschip combineerde met traditionele zeilvaart. Daarmee gaf hij de voorstelling een contrast mee, namelijk een beeld van nieuw en oud, van heden en verleden. Een dergelijke combinatie is een romantisch thema bij uitstek, maar door de plaatsing van een stoomschip in de hoofdrol laat Schelfhout zien dat hij wel degelijk zeer bij de tijd was.
Donker en licht wisselen elkaar af
Het schip ligt onder stoom, klaar om te vertrekken. De zwarte rookwolken uit de schoorsteenpijp contrasteren met de heldere lucht. De weersomstandigheden zijn niet al te best en lijken alleen maar slechter te worden. Donkere wolken pakken zich samen, op de golven staan schuimkoppen, donkergroene en lichtere partijen in het water wisselen elkaar af. De zorgvuldige weergave van sprekende details, zoals de wapperende rokken van de vrouwen op de steiger en de sjouwer die zich met een vracht op zijn schouders ternauwernood staande kan houden, typeren raak de activiteiten bij zo’n opstapplaats. Mensen banen zich een weg tegen de wind in om de boot te halen. Er staan passagiers op de steiger, er zijn mensen om ze uit te wuiven, en er worden ook kleine stuks vracht geladen. Kortom: een fantastisch sfeerbeeld en een topstuk in de collectie van Het Scheepvaartmuseum dat tentoon wordt gesteld in de nieuwste tentoonstelling: Drijfveer | 100 jaar collectie.
~ Marleen Manneke – Het Scheepvaartmuseum
Boek: Het Scheepvaartmuseum – Verhalen over de zee in 100 iconen